ALTUDFITZUN? EXTRA LEVENSKRACHT? EEN MONSTER ALS SLAAPGENOOT Dit nieuwe, natuurlijke antwoord kan voor u de oplossing zijn. VITALE POSITIEVE GEZONDHEID VOOR MAN EN VROUW Indien u niet altijd zo fit bent als u wel wenst, niet voldoende levenskracht bezit en u fysiek niet lekker voelt, kan dat betekenen dat u de natuurlijke vitaminen nodig hebt, zo noodzake- lijkvoorhet onderhouden van een juiste bloed- toevoer naar de spieren van het lichaam en naar de hersenen. Door dezelfde oorzaken kan uw spijsvertering verstoord en uw reserve aan energie gevaarlijk klein worden. Doe zoals duizenden mensen in het Noorden van alle leeftijden doen en breng de natuur terug in uw voeding door bij uw maaltijden Aktief Capsules te gebruiken. Aktief Capsules zijn smaakloos. Zij combineren hoge concentraties van tarwe- kiemen (de rijkste bron van „groei"- en ,,ener- gie"-vitaminen) met andere natuurlijke vitami- nerijke concentraties. Aktief Capsules bevatten geen verdovende middelen. Regelmatig ge bruik werkt niet gewoontevormend. U zult verbaasd staan over het verschil dat de ge makkelijk te gebruiken Aktief Capsules be tekenen voor uw energie en uw hele welzijn. U zult zich in alle opzichten sterker voelen, jonger en opgewekter en u zult er beter uit zien. Een zuivere huid, gezond haar en stralende ogen zijn het bewijs van uw terug keer naar een vitale, positieve gezondheid. Begin vandaag nog met het gebruik van Aktief Capsules. Verkrijgbaar bij apotheker en drogist, f 3,90 voor een kuur. Neen, beste Tong Tong-lezer(es), dit verhaal bevat geen greintje sex, maar niettemin zal het U schokken. In het rauwe, werkelijke leven vinden nu een maal gebeurtenissen plaats, waarvan zelfs beroemde auteurs zich geen voor stelling kunnen maken. Zo is het leven nu eenmaal in de rimboe. Maar laat ik U niet te lang op de proef stellen en mijn verhaal beginnen. Het ondervolgende is gebeurd in het najaar van 1932 in de onderafdeling Ogan-llir dek Palembangse Beneden- landen, in de tijd, dat de doerèns rijp ten en dat deze vruchten dan in de vroege morgen afvallen en dan worden geraapt. Aangezien in mijn bovenge noemd ressort (een land dat overvloeit van melk en honing) de heerlijkste vruchten en met name de "doerèn- gading" voorkomt, kreeg ik uit Palem- bang vele verzoeken binnen voor deze vruchten, want het was aan mijn jacht vrienden niet onbekend, dat in de doe soen Tjelika (na het gebeurde in dit opstel noemde ik haar tjilaka onge luk), gelegen, juist op de grens van mijn ressort Tandjung-Radja en het na bije Kaju-Agung, deze begeerde vruch ten het grootst zijn, gelijk de slagtan den van een olifant en het heerlijkst smaken. Toen dan ook de Kerio (hoofd) van de betreffende doesoen mij liet ver wittigen, dat het zover was, bestelde ik Hamsin, mijn chauffeur, en Hasan Azahari, de tournee-krani, nog voor dag en dauw om het gestelde doel te verwezenlijken. Na de onontbeerlijke kopi-tubruk re den wij in een matige vaart de houten Ogan-brug over en bemerkten, dat de rivier sterk bandjirde en dat dienten gevolge de grote weg naar Palembang wel 1 meter onder het bandjirwater zou staan. Geen nood echter, aan Ham sin, de duizendkunstenaar, was het moeilijkste rijden wel toevertrouwd, want blijkbaar had hij daarvoor een "tangan dingin". Nog geen tien minu ten zaten wij tussen de wielen en reeds waren wij in het geinundeerde lebak- gebied van de margadoesoen Sungai- Pinang. Links en rechts van de weg zag men niets anders dan de zacht kabbelende watervlakte met slechts hier en daar een pondok op palen. Plotseling hoorden wij een afgrijse lijk en aanhoudend gegil en roepen om hulp: ("Tulung!...tulung), dat door merg en been sneed. Toen wij stopten en rondkeken, van waar het hulpgeroep kwam, zagen wij in de morgennevel een sampan op doemen, met daarin een vrouw, die met haast krankzinnige haast met haar dajung links en rechts in het water peddelde. Langzaam reden wij de vrouw tegemoet en hielpen haar bij het vastmaken van haar vaartuigje. Bij het zien van haar deplorabele verschijning, kregen wij een schok van ontzetting, want zij leek ons meer een verschijning uit de onderwereld dan op een mens. Haar lange, zwarte, loshangende haren wapperden en slierden in de ochtend wind naar alle kanten uit en de krank zinnige blik uit haar ogen, waaruit men angst en schrik kon aflezen, was hui veringwekkend. Met stokkende adem kon zij slechts dit ene woord uitbren gen: "Tulung anakku!" "Helpt mijn kind!" en wees zij met haar trillende wijsvinger naar een vijftal pondoks, waarna zij in zwijm viel. Als vreemde mannen konden wij de ze arme vrouw onmogelijk de helpende hand bieden, want dat zou tegen de adat zijn om een vrouw in het open baar aan te raken, en vooral niet door een Europeaan, die in de ogen van de bevolking nog een "kapir" d.i. een on gelovige is. Wij konden niets anders doen dan de komst van de andere lebakbewoners af te wachten, die wij met geroep en gewuif naar ons toe loodsten. Van alle kanten kwamen ze nu opdagen in hun ranke en snelle sampans. Spoedig werd de vrouw geidentifi- ceerd als Amenah, de vrouw van Ma- dian, de visser, en men sprak er zijn verwondering over uit, dat zij haar baby niet bij zich had en toen ik ver telde welke haar laatste woorden wa ren alvorens te bezwijmen, maakte zich een bang voorgevoel van de omstan ders meester. "Het kind, het kind... laten wij naar het kind zoeken, Tuan!" zei Adenan de oudstaanwezige lebak- bewoner en hij nodigde mij en mijn tournee-krani uit om in zijn sampan plaats te nemen. Hamsin, attent als altijd, reikte mij bij het afvaren nog mijn jachtgeweer toe, dat ik altijd bij mij in de auto had, voor het geval er zich onderweg een jacht-buitenkansje mocht voordoen en dit gebeurde in deze wildrijke streek zeer dikwijls. Intussen hadden de samengestroom de vrouwen zich over de patiente ont fermd en volgden de mannen mijn sam pan, die naar de pondok van de onge lukkige vrouw koerste. Daar aangeko men bond Adenan het vaartuig aan de ladder vast en klom ik behoedzaam en geruisloos naar boven, met het geweer schietvaardig in de rechterhand. Toen mijn hoofd even boven de pondokvloer uitstak, kreeg ik voor de tweede maal op die gedenkwaardige morgen een schok van ontzetting en rezen mijn ha ren overeind, want hetgeen ik ontwaar de grensde aan het ongelooflijke. Mid den in de ruimte lag een monster van een python ineengekronkeld als een donkere berg op de slaapmat en naast de hoofdkussens, terwijl van een kind geen spoor te bekennen was. Ik beduidde mijn metgezellen met een handgebaar om hiervan eveneens getuige te zijn en Hasan Azahari kon een gedempte uitroep van afschuw en weerzin nauwelijks onderdrukken, ter wijl hij op de gezwollen buik van de slang wees. "Massah Allah!" was het enige wat hij kon uitbrengen. De slang was blijkbaar langs een der pijlers van de pondok naar boven ge klommen, had de baby verslonden en Lees verder pag. 20 17

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1970 | | pagina 17