Bij latere luchtalarms zagen we ook nooit meer een Jap toestel in de lucht. Ons optimisme laaide weer hevig op, want, zo redeneerde men, als een carrier zo dicht onder de kust kan komen, dat de vliegtuigen de hele dag onge stoord kunnen opereren, dan zal de Japanse macht op zee ook niet meer zo heel veel voorstellen en daar zat wat in. In ieder geval, deze 12e januari zal niemand meer vergeten. Zelfs de Jappen zeiden: "Senso speedo o 'hari". (De oorlog is gauw ofgelopen). "De Schorre" van 3 A had grote lol en vertelde ons de volgende dagen welk een heksenketel er was op het vliegveld. Er stonden op de hangars tientallen mitrailleurs opgesteld, waarvan de schutters telkens werden wegge- paft... "De Schorre" was toen maar de bush-bush inge trokken. De maanden verliepen. Iedere dag was dezelfde als de vorige. We moesten nu grote aarden wallen aanleggen, die de olietanks moesten beschermen. Dit werk moesten we doen onder Koreanen. We hebben daar "ge-etterd" van 's morgens 8 tot 's avonds 12 uur; ook wel tot drie uur 's nachts, maanden aan een stuk. Dat was een moeilijke tijd en we merkten dat het de haat van de Jap was over de vernielingen die de Yanks in en om Saigon aanrichtten. De geallieerde vliegtuigen verschenen nu een paar maal per week en de stemming werd gejaagd en nerveus. Joop en ik bleven steeds bij elkaar en in momenten van grote spanning bleven we steeds rustig. Ook hij kende niet de angst, die de meesten onder de leden hadden. Als de bommen over je hoofd suisden, dacht je alleen maar: als het raak is, laat het dan goed raak zijn. Soms zag je dan de lieve gezichten van je dierbaren voor je en prevelde een laatste groet... Op een zekere dag dat we op 10 B waren, moesten we eensklaps om 3 uur met werken ophouden. Niemand be greep er iets van. Ik moet eerlijk bekennen, dat ik toen dacht dat de oorlog afgelopen was. We moesten snel aan treden en de auto's stonden klaar om ons naar het kamp te brengen. Ook onze officieren wisten niet wat er aan de hand was. 's Avonds liepen de Jappen nerveus en in alarm en alras hoorden we het geluid van de oorlog... ontploffingen en het ratelen van machinegeweren, kanon schoten. Zouden de geallieerden geland zijn? Het werd erg spannend, dat kunt U begrijpen. De hele nacht hield het schieten aan en de volgende dag werd er niet gewerkt. Drie dagen bleven we binnen en toen zagen we wat er gebeurd was. De Jappen hadden het nodig geoordeeld de Fransen te interneren. Het Franse garnizoen had zich ver zet, maar moest dit al spoedig opgeven. De soldaten wer den krijgsgevangen gemaakt, de burgers in wijken gecon centreerd. De Fransen, die als wij 's avonds op de auto's naar het kamp reden, op de terrassen van de gezellige café's zaten achter levensgrote glazen bier, zaten nu in hetzelfde schuitje, waar wij al 3 jaar in meevoeren...Het was nu ook gedaan met hun vrije leventje. Zij hadden onder de Japanse bezetting natuurlijk niet veel te vertellen, maar ze waren vrij en konden eten en drinken wat zij wilden. Zij zouden moreel nooit opgewassen geweest zijn tegen een lange krijgsgevangenschap, want zij zagen er na 2 maanden precies zo uit als wij na 2 jaar. Voor ons was het knijpzetten van de Fransen een bewijs te meer dat het ook in Indo-China minder veilig werd. J. van der Schot (Wordt vervolgd) DE MARKIES VAN SALATIGA Het hotel Kalimatan heeft de vol gende geschiedenis: Toen markies de la Brethonière, voorheen groot grondbezitter in het Salatigase, vernam dat Prins Hendrik, broeder van Koning Willem III, bij diens bezoek aan Semarang, ook een poosje te Salatiga een koude neus wilde halen, liet voornoemde markies het tegen woordige, doch sedertdien verbouwde, hotel Kalitaman, voor een verblijf van de Prins en zijn gevolg bouwen. Dag en nacht was men aan deze bouw be zig en binnen een record-tijd kwam het gebouw gereed. Woning plus inrichting kostten hem rond 100.000,in die dagen een zeer respectabele som gelds. Toen een hele tijd later het Gouver nement van Ned.lndië aanbood om hem deze som te restitueren, bedankte de markies hoffelijk voor het aanbod, maar verzocht, als tegenprestatie de belofte, dat de Regering zijn nakome lingen, welke zich zouden noemen Ha- mar de la Brethonière deze markies had een broeder Médar de la Bretho nière wanneer deze in nood moch ten verkeren, steeds de helpende hand zou bieden. Hij verkreeg een dergelijke schriftelijke belofte van de Regering. Mij is bekend dat hien/an bereids ge bruik is gemaakt door de gepensio neerde zoutverkooppakhuismeester Hamar de la Brethonière, destijds te Koedoes woonachtig, die, krachtens deze belofte, een regeringssteun van 200,per maand ontving. Verder werd in 1954, op grond van bedoelde regeringsbelofte, vrije overtocht naar Nederland verleend aan een vrouwelijk lid der familie Hamar de la Brethonière. Andere gevallen zijn mij niet bekend. M. Busselaar WAAROM ZORGEN MAKEN? In het leven zijn er twee dingen om zorgen over te maken, nl. óf je bent rijk óf je bent arm. Als je rijk bent, is er niets om bezorgd over te zijn, en als je arm bent, zijn er twee dingen om bezorgd over te zijn, nl. je bent óf ge zond óf je bent ziek. En als je ziek bent, zijn er twee dingen om bezorgd over te zijn, óf om beter te worden óf om te gaan sterven. Als je sterft, zijn er alleen twee dingen om bezorgd over te zijn, óf je gaat naar de hemel, óf je gaat naar de hel, als je naar de hemel gaat, is er niets om je zorgen over te maken, en als je naar de hel gaat heb je het zo druk met zoveel oude vrien den de hand te schudden dat je geen tijd hebt om je zorgen te maken. Dus waarom zou je je zorgen maken! Ingez. door Mevr. M. Wolf-Nauta Ï/f/t llil/Hi iftmftififfu KUNNEN PLANTEN MEEVOELEN? Van een goede kennis kregen wij eens een leuke en kerngezonde plant cadeau die het heel goed deed bij ons. Maar op een dag ontstond er na een onbeduidende woordenwisseling een totale verkoeling van hun kant. Merk waardig genoeg kwijnde in deze pe riode de van hen gekregen plant meer en meer en ging tenslotte dood. Bij een jong echtpaar stond het huis vol met bloemen, want de heer des huizes was dol op planten. Op een goede (of kwade?) dag begonnen alle planten één voor één te kwijnen om tenslotte alle geheel dood te gaan. Korte tijd later kwam het tussen de echtelieden tot een breuk, eindigend in echtscheiding. Voelen planten mee met de stem ming in een huis of zou er sprake zijn van een voorteken? J.B. BLADVULLING Bladvullingen Lang geleden kregen wij op een dag bezoek van een neef met zijn totok vrouw Mies. Ze was toen nog niet lang in Indië en wist niet veel van Maleise woorden. 's Middags bracht kokkie klepon op tafel en daar snoepten we heerlijk van. 19

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1970 | | pagina 19