0ude legende van de
tempel van <Singoóari
Verlaten liggen thans de ruinen van
Singosari; deze ruinen zijn het die
spreken van een vergane glorie, van
een periode waarin machtige vorsten
heersten over een bloeiend rijk. Vele
legenden die zich buiten alle histori
sche lijn om de overblijfselen van deze
bouwwerken heenweefden en van ge
slacht op geslacht werden overgele
verd, leven als een dierbare schat in
de boezem van de bevolking, die de
tempel van Singosari in ere houdt en
er vol piëteit haar gewijde offeranden
brengt...
Heel lang geleden, zo luidt een
sprookje, regeerde over het rijke en
machtige Singosari de bekwame en in
vloedrijke vorst Lemboe Hamidjojo.
Zijn vrouw, de bevallige koningsdoch
ter uit een naburig rijk, schonk hem
een dochter Asminah geheten. Het
meisje schitterde als 'n lieflijke bloem
aan het hof en de roep van haar buiten
gewone schoonheid drong ver buiten
de muren van het paleis door. Reeds
menige prins, die om de hand van As
minah dorst te vragen, had van de
koning tot antwoord gekregen dat zijn
dochter er niet aan dacht, zich van het
ouderlijk huis los te maken. Elke keer
als de vorst sprak over de wending,
die onvermijdelijk eens in haar leven
zou komen, antwoordde zij ontwijkend:
"Vader, laat mij niet van U hoeven
scheiden, laat mij mijn vrijheid mogen
behouden!"... en lachend spoedde zij
zich dan naar haar jasmijntuinen.
Zo was het een schone, welgebouw
de prins, Ronggo Poespito ter ore ge
komen, welke schat er zich binnen de
kratonmuren van Singosari bevond.
Poespito stamde uit een even oud en
machtig geslacht als Lemboe Hami
djojo.
Daar de prins vreesde, dat het prin
sesje hem om die reden hem wel haar
hand, doch niet haar hart zou schen
ken, besloot Poespito eerst zijn ware
naam niet te noemen.
Toen Lemboe Hamidjojo de charman
te prins zag, was er in zijn hart geen
twijfel meer, dat zijn dochter haar keus
zou bepalen. Asminah's hart bloeide
open van liefde en Poespito verloor bij
het zien van haar schoonheid hart en
zinnen. Hij begaf zich naar de vorst
om zijn ware naam kenbaar te maken.
Nauwelijks had echter Lemboe Hami
djojo die naam gehoord, of woedend
wendde hij zich tot Poespito. Wist hij
dan niet, zo verweet hij deze, dat er
een ernstige vete sinds lange tijd tus
sen Bali en Singosari bestond? Nooit
zou Asminah het hoofd voor het Bali
nese koningshuis mogen buigen, want
daarmee zou hij zich vernederen en
gewonnen geven!
Toen de vader van de prins, de vorst
van Bali, gehoord had, welk een bele
diging zijn zoon was aangedaan, ver
klaarde hij Singosari de oorlog. Voor
De tempel van Singosari
het eerst in Asminah's leven was de
zon schuil gegaan. Haar vader sloot
zijn kind in de strengste afzondering,
met een enkele trouwe hoveling als
gezelschap, in de tempel op. In twijfel
sprak zij: "Waarom moeten wij beide
onschuldige geliefden lijden en boeten
voor iets dat zich jaren geleden af
speelde tussen onze voorvaderen? Hoe
zullen, wij geliefden ooit een geluk
kunnen bouwen op zulke grondslagen,
hoe zal ons de schaduw vervolgen van
de bloedige strijd om ons..." en snik
kend verborg het teerhartige prinsesje
haar hoofd.
"Prinses", zo sprak de hovelinge,
"treur niet te zeer, wie nog in 't goede
gelooft, zal het goede toebedeeld krij
gen".
Nauwelijks had ze dat gezegd, of
een dof gedreun weerklonk tegen de
stenen muren van de tempel. Plotseling
week de muur vaneen en door een
smalle opening trad Poespito binnen
in de gedaante van een luchtgeest.
Twee grote blanke vleugels waren aan
zijn schouders vastgemaakt en hij
sprak: "De goden gaven mij hun ze
gen, zij brachten mij tot U, opdat ik
met U zou weerkeren, daar waar trots
en haat, wraak en eerzucht geen toe
gang meer hebben, daar, waar wij nim
mer meer zullen hoeven te leven...",
en zo fluistert de legende door
dezelfde nauwe opening, waardoor
Poespito binnenkwam, gleden de vor
stenkinderen naar buiten en zweefden
het grote Geluk tegemoet...
Nog herinnert een spleet in de tem
pelwand aan dit grootse wonder, door
godenhand gewrocht!
V. v. Zadelhoff-v. Heemskerk
GROETEN UIT TIJD EN RUIMTE
Steeds ben ik weer onder de indruk
van uw vermogen, ons oude Indië-
gangers terug te brengen in dit on
vergetelijke paradijs.
Juist nu, in deze sombere herfstda
gen verlangt ons hart naar warmte,
naar wuivende bamboe - naar al het
moois, dat Tong Tong in onze huis
kamers weet te toveren.
Daarvoor dank ik U van ganser harte
en wens ik U sterkte en gezondheid
toe, om nog lange, lange tijd de her
inneringen aan de Gordel van Sma
ragd in ons levend te houden.
L. van den Berg
Dank voor Uw vriendelijke woorden en
beste wensen, die ik graag retourneer.
Vergeet niet, dat het de begripsvolle
reacties van duizenden Indischgasten
zijn geweest, die mij ervan overtuigden
dat wij iets te zeggen hebben, ook al
begrijpt men ons niet. Door deze res
ponse is Tong Tong kunnen bestaan.
Vaak doet onze dunne, magere Tong
Tong mij denken aan een bladnerva-
tuur die we opeens vinden in een oud
boek, een nervatuur van een wonder
lijk gevormd maar onbekend blad, zó
mooi dat we verlangen het blad (en
de boom) écht te zien.
Daarom denkt de Mexicaan Vasconse-
los dat het naar de Tropen verlangen
een Eeuwig Heimwee is van elk mens
in de koude wereldgordels naar de Tro-
pengordel, omdat wij (de mensheid)
daar geboren MOET zijn, omdat wij
geen vacht of vetlaag hebben die ons
moet beschermen tegen de kou. We
moeten eens allemaal geweest zijn als
Adam en Eva!
Maar terzake: ook al kunnen wij nooit
meer terug, wij zullen onze sporen
achterlaten in duizenden boekenkasten
en tijdschrift-archieven dat het Paradijs
nog steeds bestaat.
Omdat we er altijd over kunnen blijven
vertellen of er "Nog pas gisteren" wa
ren. U allemaal, lezers, brengen mij
met Uw verhalen, brieven en groeten
keer op keer weer een levende, tast
bare, ,bloeiende herinnering aan ons
leven dat er niet alleen was toen wij er
waren, maar er NU is en steeds zal
blijven, vér, vér na ons. Wij hebben
niet alleen het Paradijs gezien, maar
ook de Eeuwigheid.
Klinkt erg overdreven, maar is waar ja?
T.R.
ATTENTIE
Wij verzoeken die abonnées,
die nog met de betaling van hun
abonnementsgeld ten achter zijn,
vriendelijk doch dringend dit zo
spoedig mogelijk over te maken!
Mede gezien de financiële po
sitie van ons blad is het beslist
noodzakelijk dat deze bedragen
zo spoedig mogelijk worden vol
daan.
Dank voor Uw medewerking!