DOOR DE EEUWEN TROUW
Hoe jong de tragiek van de Ambonse banneling ook is, er kunnen historische
studies over geschreven worden, waaruit helaas wéér misverstanden zouden
kunnen ontstaan. Droevig is, dat a. nog geen "Historie van de Zuid Molukker"
geschreven is, en b. dat alle Indischgasten als zij over het "Ambonnezen Pro
bleem" spreken, oordelen vanuit een subjectief gevormde opinie, berustend op
onvolledige gegevens. De enige kennis, die Indo en Totok van de Ambonnees
hebben, is éen soort totaal-indruk gevormd op persoonlijke ervaringen. Velen
bekijken de Ambonnees alleen "uit de verte", maar er zijn er ook die deze
ethnische groep zó goed gekend hebben, dat men kan spreken van een familie
band. Hier laten wij zo'n "als broeder verbondene" aan het woord:
De Ambonnezen waren gezagsge
trouwe dienaren, die als voorbeeldige
Christenen Koningin Wilhelmina in hun
hart droegen.
"Beta anak Wilhelmina". Ik ben een
kind van Wilhelmina. De naam Ambon
nees heeft een uitstekende klank tot
in alle geallieerde landen. Trouw tot
in de dood. Hoofdzakelijk zochten de
minder geschoolden hun toekomst in
het Kon. Ned. Ind. Leger. Hij was trots
op zijn militaire status. De Ambonnees
was de best geklede Knil-militair.
De in de kazernes geboren en ge
togen kinderen brachten het als regel
verder dan hun vader. Zij waren reeds
op jonge leeftijd onderofficier, officier,
arts, ambtenaar tot in hogere rangen.
Een prominente figuur was vroeger
de dirigerende officier van gezondheid
te Batavia, de overste Dr Apituley.
Er waren ook Ambonnezen, die vóór
de 2e wereldoorlog politiek actief lid
waren van Parindra. Een vooraanstaand
lid was te Surabaia Mr Latuharhary,
lid van de Provinciale Raad van Oost-
Java. Hij was een overtuigd voorstan
der van het samengaan met het Indo
nesische volk, evenals Dr Leimena. De
militairen bleven vrij van politieke smet
ten.
Wij allen weten, dat de oprichting
van de deelstaten een belachelijke ver
toning was. De Nederlandse regering
wist, dat de overdracht van de souve-
reiniteit onoverkomelijk was en dat
Soekarno niets voor een verdeeld In
donesië voelde. Het zelfbeschikkings
recht gold toen immers het gehele volk
van Indonesië en niet voor de Balinees,
Soendanees, Javaan, Sumatraan, Mena-
donees, Ambonnees enz. apart. In het
geding was de souvereiniteitsover-
dracht van geheel Ned.O.Indië, van Sa-
bang tot Merauke.
Tragisch was, dat in de strijd tegen
de troepen van Soekarno ook de Knil-
Ambonnese militairen waren ingezet.
Toen alles achter de rug was, konden
de (Ind.) Nederlanders opteren voor
het Indonesische Staatsburgerschap.
Zo konden de Ambonnese militairen
naar het Indon. leger overgaan. Van
deze mogelijkheid hebben velen ge
bruik gemaakt, meest jonge soldaten,
onderofficieren en bij mijn weten één
officier, de nog jonge luitenant Sitana-
la. Hij was de zoon van de bekende
medicus Dr Sitanala.
Ik heb me laten vertellen, dat aan
vankelijk de militaire lijfwacht van Soe
karno bestond uit Ambonnezen, terwijl
zij ook deel uitmaakten van de beroem
de Siliwangi-divisie.
Vierduizend hunner verkozen uit be
duchtheid voor wraakneming en door
de omstandigheden gedwongen ,met
hun gezinsleden, in totaal ongeveer
12.500 zielen, naar Nederland ie ver
trekken. De opvolgende Kabinetten
maakten achter elkaar beleidsfouten
door volslagen onbekendheid met de
aard en karakter van deze vredelieven
de Ambonnezen. Zij werden een ge
makkelijke prooi van zwendelaars en
van groepen, die zich presenteerden
als de verlossers.
Het zaad werd gezaaid en de oogst
kan binnengehaald worden.
Op de scholen kunnen de kindertjes
rijp gemaakt worden voor de "strijd"
en vanaf de kansel kan wijze liefde
voor het moederland gepredikt worden.
Ik mis echter als geestelijk voorganger
de academisch gevormde predikant Ds
Tutuarima.
In den beginne stond de organisatie
van de Ambonnezen toen nog niet
de BPRMS onder leiding van Dr
Nikijuluw, die veel deed voor de Am
bonnese studenten onder het motto
"Nederland helpt Ambon". Ook wij
liepen huis na huis met theelepels te
koop, waarvan de opbrengst voor de
studerende jongelui bestemd was. Op
7 januari 1952 mochten wij met de
Ambonnese studenten het nieuwjaars
feest vieren in het restaurant Boslust
in Den Haag.
Toen wij de zaal betraden schrok
ook Dr Nikijuluw van de kleuren rood
en wit in de zaalversiering; dat waren
immers de kleuren van de Republiek
Indonesië. Een demonstratie gaf een
Ambonnese jongeman in het uniform
van Ned. Marineofficier. Hij was iuis'
afgestudeerd. Zijn pet met het kroontje
zette hij af en verwisselde die voor de
pet van de Indonesische marine. "Daar
horen wij thuis". Dit is dan een andere
demonstratie als onlangs op de TV
van de huilende jongeman bij zijn vlag.
Persoonlijk kende ik een student, die
in het Leger van Soekarno als officier
tegen ons had gevochten. Hij vertrok
later als arts naar Indonesië. Op een
latere datum kregen wij een uitnodi-
In Amerika bestaan veel ingekankerde of nieuw opgewekte rancunes op politiek of sociaal
terrein niet. Of niet zo erg als in Europa. We krijgen dus vaak foto's van onmoetingen tussen
Indonesiërs en Indo's op house-parties of inter-club-ontmoetingenTerwijl er in Nederland
zelden of nooit sprake is van zulke contacten.
Hier een (door Ruben Benjamins "geschoten"foto van een tenniswedstrijd tussen leden van
de I.M.I. (Ikatan Masjarakat Indonesia) en van de Indo Community Center "De Soos" (Motto:
Be Soosiable!) te Pasadena, waarvoor zelfs Indonesiërs uit San Francisco (tien uur rijden per
auto!) waren meegekomen, o.a. Consul-Generaal B. Nitidiwirja. Op deze groepsfoto:
Staand: B. Maras, W. Amrul, Consul-Generaal B. Nitidiwirja, Henk Harte, Ruby Sujoto,
Ron Sujoto, Monoarfa, Doeschka Schmidt, Riki van Lommei, P. Ananda.
knielend: Nico Oronzo, Fredje van der Horst, René Creutzburg (Voorzitter "De Soos"), Saskia
Schuile Z. Aziz, Djoko Sujoto.
8