Over Hulpvaardigheid
Omtrent het geval van de oude In
dische dame, mevr. Wolff, die al haar
spaarcenten toevertrouwd had aan een
reisbureau dat chartervluchten naar In
donesië verkocht, maar met de noor
derzon verdween, ontvingen wij de vol
gende brief:
Bij het lezen van dat bericht werd ik
geschokt. Een vrouw van 81 jaar, die
12 jaar lang elke harde gulden opzij
heeft gelegd voor een doel, waar ze 12
jaar lang naar toe heeft geleefd, wordt
zomaar, om het maar populair te zeg
gen "bedonderd", en hiermee is de
zaak zomaar afgelopen.
Ik kan me levendig indenken hoe
deze oma zich voelt, beroofd van haar
grootste droom, die ze met de dag
werkelijkheid zag worden en in een
paar seconden op zag gaan in de mist.
Deze reis zou voor haar geen ple
zierreis zijn, althans niet voor 100%,
zij wilde de graven van haar dierbaren
terugzien.
Er moet toch een mogelijkheid zijn
om voor haar tenminste deze reis toch
doorgang te laten vinden. Zij gelooft
er niet meer in, maar wij Indische Ne
derlanders in Nederland kunnen en
moeten er toch in geloven?
Als U een oproep plaatste in Uw blad
"Tong Tong", en vraagt om 1,één
gulden van iedere abonnee, dan moet
het mogelijk zijn dat mevrouw Wolff
nog éénmaal terug mag naar de graven
van haar echtgenoot en dochter.
Ik was 14 jaar toen we op de boot
stapten die ons naar het kille, koude
Holland bracht. Die 14 jaar is niet veel,
maar wat ik in Indonesië heb mogen
zien, heb mogen meemaken, dat alles
zal ik nimmer vergeten, alles is me
levendig bijgebleven, (vaak staan ou
dere mensen er nog versteld van);
wanneer ik eens mag teruggaan naar
Indonesië, naar Djakarta, zal dat voor
mij een plezier-reis zijn.
Ik kan me voorstellen hoe mevrouw
Wolff zich nu voelt. Beroofd, verlaten
en vooral teleurgesteld. Dat haar dit
nog kan overkomen, hier in het "vei
lige holland".
Ik hoop zo meneer Robinson, dat U
deze brief niet opzij legt, dat U een
oproep zal plaatsen in Uw blad. Want
ik weet, dat die oproep gehoor zal vin
den, en dat U het bijeengehaalde geld
aan mevrouw Wolff mag overhandigen.
Er wordt zoveel opgehaald hier in
Nederland, zoveel acties op gang ge
bracht.
Laten wij ook, al is het voor één
keer, ook zo'n actie op touw zetten.
Ik zie vol verwachting uit naar de
nieuwste uitgave van Tong Tong.
Freeke Galstaun
Het hoefde al niet eens meer, want
reeds de volgende dag stond in de
krant dat Z.K.H. Prins Bernhard de reis
betaald had.
Dat neemt niet weg dat Freeke een
menselijke plicht was nagekomen, al is
ze er niet van op de hoogte dat copy
voor periodieken als Tong Tong zelden
of nooit in het volgende nummer kan
staan, als men dit graag wenst. En ver
der is het verhaal van "elke lezer di
rect één gulden" helaas maar al te vaak
een sprookje gebleken. Als de betrok
ken dame in deze nood gekomen was
om een spoedreis te ondernemen voor
b.v. een stervend familielid, zou een
inzameling zó lang geduurd hebben dat
de reis toch niet op tijd ondernomen
had kunnen worden. Ook heeft ze het
geluk gehad geholpen te worden door
een persoon die ervan doordrongen is
dat "adeldom verplicht", want van de
zesduizend millionairs die Nederland
telt, sprong er geen één in de
bres. Maar die hulp van Prins Bern
hard geeft zeker niet een ieder het
recht het vanzelfsprekend te vinden dat
ieder ander mens met "ping" automa
tisch klaar moet staan om "af te schui
ven" als de mensen door eigenwijsheid
of gebrek aan naastenliefde noodtoe
standen veroorzaken.
Zoals Freeke ziet: rondom een mens
in nood zijn vele moeilijke omstandig
heden die alleen door veel mensen sa
men in gestadige spaarzaamheid kun
nen worden bestreden. Eigenlijk dus
behoort de Indische groep verscheide
ne fondsen te hebben om in nood te
helpen, maar helaas bestaan er maar
weinig, die bovendien door gebrek aan
medewerking en erg veel verdachtma
king door kleine valse mensjes te lijden
hebben.
Recent is de volgende ervaring van
Tong Tong, dat zelf fondsen heeft en
medewerking verleent aan andere fond
sen zoals b.v. aan Halin (Hulp aan
Landgenoten in Indonesië), al was het
alleen door steunen met publiciteit.
Wel, dezer dagen kregen wij een
brief van een abonnee, de heer M. A.
Buschkens, die ons meldde in een an
der blad gelezen te hebben dat er in
Indonesië bij monde van een zekere
de R. getwijfeld werd aan het werk
van Halin. En wat of wij ervan wisten.
Wat de heer Buschkens deed, was
GOED. Wie niet zeker weet of lief
dadigheid verkeerd wordt toegepast,
moet niet roddelen, verdacht maken,
kwaadspreken, wat ERG VEEL gebeurt
(meestal door mensen die nooit ergens
één stuiver voor over hebben!), maar
zelf direct een onderzoek instellen.
We schreven Halin een brief en
vroegen of zij ohs konden (en wil
den) inlichten, want niet van elke hulp
wordt door de betrokkene openbaar
heid op prijs gesteld.
Onder overlegging van bewijsstuk
ken werd door de secretaris van Halin
omstandig uitleg gegeven van haar
werkzaamheden en ons gevraagd on
derstaand stukje in ons blad te plaat
sen:
Hulp aan landgenoten in Indonesië
Bereikt de steun die U allen geregeld via
de Stichting "Hulp aan Landgenoten in Indo
nesië" naar Indonesië stuurt onze mensen niet
De Heer A. W. F. de R. heeft dit uit
Djakarta geschreven.
Maar de Heer de R. vergist zich. Ons be
stuur is er volkomen zeker van, dat in Indo
nesië ons geld tot de laatste cent in goede
handen komt.
(Foto H. Bongers)
"Wassende man". We vinden dit een bijzonder leuke, door Dr. H. Bongers gemaakte foto.
Altijd immers fotografeert men wassende VROUWEN, maar een plaatje van een met ernstig
gezicht wassende MAN is minstens even karakteristiek, vindt U ook niet?
4