DE VERTELLERS VAN DE DODENSPOORWEG
Onder redaktie van G. H. Bartman
Hard leven in Retpu - Pajathonzu - Tamarkan
Nong Pladuk - Saigon
Dit is historische stof van uitzonderlijke betekenis!
Maar helaas hebben wij geen historici in ons midden om deze
stof te bestuderensystematisch te bewerken, ordenen en ten
slotte te bundelen tot een boek. Iedere historicus zou hieraan
een levenstaak hebben.
Wel hebben wij (nog) in ons midden de mensen die er geweest
zijn. En zij zullen vertellen en getuigenis afleggen van hun er
varingen en belevenissen uit die barre tijd. Opdat zij die na ons
komen weten dat niet alles verloren is.
Het kamp was geheel verhuisd naar een mooie Franse
kazerne buiten de stad in de Rue Verdun. Je kon aan de
kade gaan en staan waar je wilde en geen Jap die naar
je keek. Wij verkochten broeken en jassen aan de haven
mensen en de Jap liet je gaan. Het was onbegrijpelijk en
ik kon me toen met geen mogelijkheid realiseren wat de
consequenties zouden zijn...
We gingen op mars door de slapende stad naar de Rue
Verdun waar we gelegerd waren in mooie kamertjes. We
konden een heerlijk bad nemen en we wachtten de dag af.
Natuurlijk kwam er een ongekend goed ontbijt...we moesten
wel vrij zijn, maar niemand begreep 't ten volle... Toen kwa
men de verhalen van de atoombommen op Hiroshima en
Nagasaki, atoomenergie..atoomsplitsing..atoom..fantas
tisch!!! De ontzaglijke krachten van het atoom waren inge
schakeld...we leefden in een nieuwe eeuw!
We kregen order om het kamp voorlopig niet te verlaten
met het oog op botsingen tussen ex krijgsgevangenen en
hun beulen. Sommigen konden zich aan die order niet
houden en klauterden over de muur waarop meer volgden.
Er was niets tegen te doen, de mensen beleefden hun
eerste vrijheidsroes.
Drie dagen hebben Joop en ik het binnen kunnen uit
houden, toen zijn we door het achterpoortje het vrije veld
ingelopen tussen de radiomasten naar de grote weg. Toen
wist ik dat ik vrij was...Ik keek om naar het kamp dat
200 meter achter ons lag en toen schoot er een brok in
m'n keel, greep Joop's handen...vrij, vrij, vrij...! Eindelijk!
3'/2 Jaar van krijgsgevangenschap, van ellende, ziekte en
ontberingen, waren achter de rug. Het was uit met de
gele sadistische overheersing. VRIJ!!!!!
Op de grote weg reden ons Japanse officieren voorbij
in grote mooie auto's. Gauw zou dit afgelopen zijn. Wij
hadden order om voorlopig nog te groeten voor Japanse
officieren, maar dat kon ik niet. Het was uit met de onder
danigheid. Ik had 2 rollen Chinese stof bij me, elk van 18
yards, waar ik in een Chinees winkeltje na loven en bieden
700 piasters voor kreeg. Voorlopig konden we dus vooruit.
Die rollen had ik in het kamp van de Jap gegapt. Enige
dagen nadien haalde ik uit hun magazijn een paar zakken
met hemden en broeken, die ik over de muur aan Chinese
opkopers verkocht voor 1800 piaster. Joop en ik leefden
toen in "Hülle" en "Fülle". Of dit goed geschreven is weet
ik niet, maar ik herinner me dat gezegde nog. We zaten
in goede restaurants en dronken cocktails van 10 piaster
per glas! Alles waar we 31/2 jaar naar verlangd en ontbeerd
hadden, kochten we. Dat was de vrijheid!
Na enige dagen kwamen geallieerde vliegtuigen boven
het kamp en wierpen parachutes uit met kleding en levens
middelen. Nu juichten we de vliegtuigen toe en kregen
tranen in de ogen, terwijl een paar dagen daarvoor we
wegdoken in de modder, als ze overkwamen...
Van de Jap hadden we shorts en shirts gekregen en zo
liepen we in de stad rond. De Fransen waren gewoon gek.
18
Overal haalden ze de ex-krijgsgevangenen binnen ont
haalden hen op alles wat ze in huis hadden. Er werden
zelfs eeuwige banden gesmeed. Joop en ik hielden ons een
beetje afzijdig van het Franse enthousiasme, maar genoten
toch ten volle van onze vrijheid. We gingen uit wanneer
we daarin zin hadden en kwamen op de meest rare tijd
stippen weer binnen...
In het kamp waaiden fier aan enorm lange vlaggestokken
het Hollandse, Engelse en Amerikaanse dundoek. De heren
Engelsen hadden er weer voor gezorgd dat hun vlag boven
de andere uitstak, maar de Amerikanen en Hollanders gin
gen toen net zo lang aan de Engelse vlaggestok hangen
tot deze zover in de grond gezakt was dat ze met ons
gelijk was...
Iedere dag vertrokken geallieerde krijgsgevangenen per
vliegtuig naar huis.
De Hollanders bleven achter. We zouden eerst naar Java
gaan. Wat zou dat een feestelijke intocht worden! Het
Indonesische volk zou met roodwit-blauwe vlaggetjes zwaai
en blij zijn als de orang blanda weer terugkwam...Op 2
september kregen we een voorproefje wat er in verschil
lende Aziatische volken was wakker geroepen. De gehele
Anamitische bevolking uit de streek was in Saigon samen
gestroomd om te manifesteren. In optochten ging het door
de stad, in een razendmakende pas. Verscheidene jeugd
organisaties waren uitgerust met speren. Hun leiders liepen
in na-geaapte Japanse uniformen met samuraizwaarden. Je
voelde dat er iets ging gebeuren. De hele dag trokken de
horden door de straten onder het roepen van: "Weg met
de slavernij! Leve de republiek Viet-Nam!" De betogers
zweepten zich hoe langer hoe meer op. Tegen 8 uur zei
ik tegen Joop en een paar andere vrienden: "Laten we
naar huis gaan, want het wordt een grote rotzooi. "Op de
Rue Verdun zagen 'we auto's met zwaar bewapende Ana-
mieten in de richting van de stad rijden. We waren net in
de kazerne, toen we het geratel van machinegeweren hoor
den...Troepen ex P.O.W.-ers kwamen binnen en vertelden
dat de hel losgebroken was. De rebellen bezetten de stad
en schoten op alles wat voor de loop kwam. Vrouwen en
kinderen werden uit de huizen gesleept en vermoord...Ik
kon het haast niet geloven, maar het was waar. Joop wilde
in zijn jeugdige overmoed direct weer de stad in en met
hem honderden anderen, om de Fransen te ontzetten. Maar
we hadden geen wapens en daarom heb ik alles gedaan
om hem terug te houden. Wat wou je toch beginnen
zonder wapens, alleen met je enthousiasme! Voor je in
de stad bent, hebben ze je weggevaagd. Onze leiding gaf
toen prompt de order uit; "Niemand verlaat de kazerne".
De Jappencommandant werd opdracht gegeven met alle
beschikbare middelen de opstand de kop in te drukken.
Als hun dat niet zou lukken, dan zouden wij er ons mee
bemoeien, met alle voor de Jap onaangename consequen
ties daaraan verbonden.
Na enige uren werd het inderdaad rustiger, maar de kiem
was gelegd en het vuur zou in de komende dagen wel
oplaaien. En zo ging het ook. De rebellen hadden nu de
sleutelposities van de stad in handen, terwijl de Fransen
zich in hun wijken hadden geconcentreerd. Op straat was
het voor iedere Fransman levensgevaarlijk. En wij? Wij
liepen overal rond en als het ons ergens lastig gemaakt
werd, riepen we "Hollandais" en de zaak was in orde.
Voor ons hadden ze respect en waarom? Omdat we overal
ongewapend liepen.
De meeste Fransen hadden een Hollandais in huis, waar
ze beveiliging van verwachtten...Onze jongens hebben in
die dagen prachtig werk gedaan. Overal zag je Hollanders
aan het werk. Overal in de hospitalen waar doden en ge
wonden werden binnengedragen. Maar de Fransen zelf sta
ken geen hand uit. Jonge jongens en meisjes liepen maar
rond, bezochten café's en dancings en de ex-krijgsgevange-