TOENTANG cl-let cYlgaloep Dit onbeduidende, doch voor afvoer van ondernemingsprodukten toen be langrijke plaatsje, ligt in een dal, ge vormd door de uitlopers van verschil lende bergen, door welk dal de kali Toentang stroomt. Niet ver van 't plaatsje bevindt zich de Rawa Pening, een moeras, voor het grootste gedeelte begroeid met water planten, waarin van regeringswege ver schillende zoetwatervissoorten worden gekweekt. Uit deze Rawa Pening ont springt de kali Toentang, die bekend heid heeft gekregen door de Toentang- waterval, met een val van 40 m, welke door de A.N.I.E.M. wordt benut voor haar elektrisch bedrijf, dat Semarang en omstreken van elektriciteit voorziet. Vóór de intrede van het motorver- keer, stond nabij het spoorwegstation Toentang een weegbrug, waarop de produkten van de omliggende cultuur ondernemingen, als koffie, cacao, note- muskaat, suikerrietbibit enz. werden gewogen, alvorens in de spoorwagons te worden geladen. Het transport van het grootste deel der produkten uit het rijke achterland van Semarang, werd verzorgd door de Nederlands Indische Spoorwegmaatschappij met haar breed- spoorlijnen Semarang-Vorstenlanden en Kedoengdjati-Magelang. In verband met de omstandigheid, dat Semarang geen zeehaven rijk is en Soerabaja wel, werd nog een goed deel van deze achterland-produkten per Staatsspoor Soerabajawaarts vervoerd. Dit feit deed de N.I.S. besluiten tot aanleg van een normaalspoorverbinding Goendih-Soerabaja, waardoor zij nu als het ware het monopolie verkreeg van het vervoer van bedoelde produkten, aangezien de S.S. wagons, wegens het nu veel kortere traject, te Goendih wer den afgekoppeld om mee te rijden in de N.I.S. trein. Het werd een goudmijn voor de N.I.S. waardoor zij zich de uitgaven voor de bouw van een modern station te Ta- wang en 't schitterende, luxueuse kan toorgebouw aan de hoofdweg Bodjong, gemakkelijk kon veroorloven. Vechtende voor haar gemeenschap pelijke belangen hebben naderhand de N.I.S. en de stad Soerabaja er alles op gezet, om de Semarangse Zeehaven plannen te doen mislukken hetgeen haar wonderwel is gelukt. Gedurende de Japanse bezettingstijd werden alle breedspoorlijnen veranderd in normaal- spoor. Toentang heeft na de intrede van het motortransport veel aan belangrijkheid ingeboet. M. Busselaar Het bekende Hotel Kalimatan" in Salatiga dat velen, die in Salatiga en om geving hebben gewoondzich ook zullen herinneren om het heerlijke, erbij gelegen zwembad. Over de ontstaansgeschiedenis van dit hotel vertelde de Heer M. Busselaar in T.T. no. 8, pag. 19. Pas enige tijd later kregen wij de beschikking over het dichtbij Salatiga gelegen plaatsje Toentang. (Voortekens, die men hecht aan het Horen, het Zien, het Gevoelen en het Dromen van iets bijzonders, als een te verwachten Geluk of Ongeluk). Als een gevolg van hun dikwijls kinderlijk bijgeloof, hechten de Javanen ook waarde aan allerlei geluiden, voor al aan de klagende en akelige, die door mens of dier soms worden voortge bracht. Dit voortbrengen van zonder linge of vreemde geluiden, dat "nga- loep" of "ngatap" wordt genoemd, is voor hen dikwijls het voorteken of de voorbode van een of andere gebeurte nis, die naar gelang van bijkomende omstandigheden geluk of ongeluk, vreugde of verdriet, enz. aanbrengt of voorspelt. De mensen-ngaloep beschrijft de Ja vaan als volgt: krullend haar (brintik), achteruitsteken- de billen (bokong njentik), die bij het lopen erg bewegen, rode ogen (mata merah), opgewipte neus (songol langit), met een trippelgang (ngetiplik), soms klein en misvormd (badan ketjil dan bantjeng), soms ook alleen met bo vengemelde kentekens. Deze soort mensen zitten dikwijls te huilen met een akelig geluid of kra men allerlei nonsens uit, zoals verwen singen, soms in dichterlijke taal, soms maken zij gegronde aanmerkingen op karakter, houding of kleding van an dere mensen, enz. De Javanen lachen wel eens om dergelijke mensen, doch gewoonlijk is dat niet gemeend, daar zij hen erg vre zen als de voorboden van een of an dere ongelukkige gebeurtenis, indien zij hen toevallig ontmoeten. Onder de dieren vindt men het nga- loep bij buffels, koeien, stieren, scha pen, geiten en hoenders, doch voor namelijk (en hieraan hechten de Java nen veel waarde) bij honden, de boe- roeng prendjak, de boeroeng dandang en de boeroeng gagak, die wij afzon derlijk zullen beschrijven. De buffel, koe en stier doen 'n kla gend geloei horen, de schapen en gei ten een angstig geblaat, de kippen een akelig en angstig gekraai en gekakel op onbepaalde tijden en soms niet lan ger dan een of twee dagen, terwijl het ngaloep van de hond, de boeroeng prendjak, de boeroeng dandang en de boeroeng gagak gehoord wordt op een en hetzelfde tijdstip (waktoe) van de dag, gedurende enige dagen achtereen. Als ngaloep van de haan wordt be schouwd het angstig gekraai in de na- avond, terwijl in de vooravond het een tonig geluid van de boeroeng kolik, de boeroeng daradasih, de boeroeng se- rakmajid, de boeroeng koewek, de boeroeng beloek en de boeroeng da res, wanneer zij zich op het erf van iemand ophouden, als ngaloep be schouwd wordt. De Javanen verklaren het ngaloep als een door het dier geuite verwen sing op het ogenblik, dat het door een kwade geest bezield is, daarom be tekent het ngaloep zelden iets goeds. Krijgt een der huisdieren eigenschap pen van het ngaloep, dan wordt het gewoonlijk dadelijk gedood, om de kwade geest te noodzaken dadelijk het lichaam te verlaten; de mensen echter, die ngaloep zijn, worden dikwijls erop nagehouden door vorsten, op wie het ngaloep volgens het geloof van de Javanen geen slechte invloed heeft. (Uit: H. A. van Hien: De Javaanse Geestenwereld) Pecunia est ancilla, si seis uti; si ne scis, hera. Geld is dienstmaagd, als gij het weet te gebruiken, meesteres, als gij dit niet weet. Publilius Syrus, Sententiae. 20

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1971 | | pagina 20