H.K.H. Prinses Beatrix "HALF" FONDS 60 000? OP ZOEK NAAR WAARHEID ontzet over de krenterige wijze waarop wij de zeldzame keren dat we op schietoefening gingen, elke patroonhuls moesten natellen en later (toen de Jap al kwam!) lamlendige geweeroefenin gen maakten (aan-af, aan-af, aan-af tot je er dol van werd), terwijl Nippon met ontzaglijk bliksemende speerstoten recht op Soebang aankwam!... En nu, op de trottoirs van Den Haag, ontmoet je wel eens een officier-in- ruste in burger, egaal opgaand in de massa ,door zijn haast aangeboren etiquette alle bazigheid of luidruchtig heid van "the man in the street" mis send, dus nooit opvallend mijn God, hij bestaat niet eens meer! Hij komt en hij gaat, in een flits is hij voorbij alsof een leven van uitmuntend officierschap niet bestaan had. En terwijl je nog net even te laat groet, denk je aan Tarakan, Bandjermasin of Soebang, en prevelt alleen nog maar: "Adieu, adieu!" Nogmaals, wij plaatsen deze foto op ons omslag zonder maar één officier van deze groep te kennen. Meer dan dat: er is misschien onder de officieren die T.T. lezen niemand meer die alle namen kent, zó ver (meer dan dertig jaar) ligt deze foto achter ons. En zo als met vele voortreffelijke dingen in het verleden die voorgoed heen moes ten gaan, dringt pas dan tot ons door hoe blind en ondankbaar wij vaak leef den. En nóg leven, terwijl alleen nog vele Indonesische officieren met dank baarheid en respect terugdenken aan menig Indisch officier uit onze tijd. Onwillekeurig denken we aan het lied: "Old soldiers never die; they just fade away!" en NU begrijpen wij het: de soldaat die voor het heil van zijn natie sneuvelt op het veld van eer, die wordt herdacht en geprezen. Maar de soldaat die alle veldslagen overleeft en dus langzaam "weg-ieeft", die vervaagt en wordt vergeten. "Is dat het einde?" denk je ontevreden, maar pas als je aan de Kamers denkt met al hun ge scheld en getier, hun verdachtmakingen en sluwe "krijgscampagnes", dan besef je: er is inderdaad geen beter einde voor de officier dan het ongemerkt ver vagen. Omdat immers alles verloren mag worden, behalve de eer. T.R. P.S. Een Indische dame die op onze redactie deze foto zag staan, zei maar één woord: "Mannen!" En U begrijpt wel dat ze daarbij dacht aan de vele moderne baard-ontwikkelaars die zich alleen "als man voordoen". Ter gelegenheid van de verjaardag van H.K.H. Prinses Beatrix op 31 janu ari bieden wij onze Kroonprinses, die door haar aanwezigheid bij de 15 au gustus herdenking een speciale plaats in de harten van vele oud-lndisch- gasten heeft verworven, onze eerbie dige en oprechte gelukwensen aan, en spreken wij de wens uit, dat zij deze dag nog vaak temidden van de haren mag gedenken. Vooral zo aan 't einde van een veel bewogen jaar gaan je gedachten onge breideld van de larie. Zie je, ik ben erg teleurgesteld eigen lijk over je oproep voor die f 60.000, want totnutoe nog niet volgetekend, hoe toch? Ondanks dat sommigen, zeg liever velen, extra hebben en hadden ingetekend! Masa'toch, dat na zo lange tijd die 6000 abonnees nog geen 10,p.p. kunnen opbrengen. Ik kan er echt niet bij! Normaal zijn wij toch niet van de krenterige kant, tenminste nog niet te voren vertoond. En dan lees je in de krant van die Mrs. Cornelia Vanin-van Breemen in Australië! Binnen de maand na oproep in de Telegraaf, bèrès en dan kan deze mevrouw schrijven aan de landgenoten hier: God bless everyone! Fantastisch toch! Ma'af boeng als ik ben doorgedraafd, maar eigenlijk moét het bij ons ook wel kunnen nietwaar? Maar wat niet is, kan nog wel komen zegt men, quien sabe? Afwachten maar in 1971! A. V. H. Sébo Zeer waarschijnlijk hebben de mees te "Telegraaf'-lezers ook niet ingete kend voor Mevr. Vanin, maar een heel klein percentage van een half miljoen lezers kan al méér zijn dan alle lezers van TT bij mekaar. Maar ik begrijp wat S. wil zeggen: JUIST DAAROM moet de inspanning van ons veel groter zijn. Zonder pessimistisch te zijn stuur ik voorlopig maar aan op een HALF Fonds 60.000 en laten we aan de tijd over om de volle 60.000 volgestort te krijgen. De Tijd kan veel onwil of vergeetach tigheid weer goed maken! Het vol krijgen van het Fonds 60.000 (we zijn nog niet op de helft!) is uitsluitend een kwestie van Poekoel Teroes! Zet éven door, want er kunnen na ons nog duizenden wezen en behoeftigen van profiteren! DENK ER OM I Uiteraard is in onze boekhan del (evenals in elke andere boek handel) niet elk verlangd boek direct voorradig. Houd dus bij het bestellen van een boek altijd rekening met een bezorg-speling van pl.min. vijf dagen. Voorplaat van Tong Tong van 15 juni, nog eens afgedrukt in het nummer van 1 december j.l. met de commentaar van Hugo (Goh) Hamar uit Florida. Inderdaad, zoals de redactie al schrijft, de fantasie van Hamar is on aannemelijk. We behoeven niet te fan taseren. We weten dat de Indonesische vrouw de Raden Aju van Japara is met vier van haar kinderen. Door haar man gefotografeerd op een picknick, geen jaartal. Zeker begin van deze eeuw, niet later. Sarong kabaja met een Eu ropese hoed was niets bijzonders in die tijd. Er zijn in de verzameling van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land en Volkenkunde, Stationsplein 10, ver schillende van zulke foto's, ook van Europese dames in sarong kabaja met zo'n hoed op. Ik herinner me er één van een aantal dames voor het primi tieve hotel in Tosari (1906), maar er zijn er meer. Wist u tussen twee haak jes dat het Instituut te Leiden de mooi ste en uitgebreidste collectie Indische foto's bezit die in Nederland is? E. Breton de Nijs Door geduldige gedachtenuitwisse- ling is in Tong Tong al menig misver stand en vaag begrip uit de weg ge ruimd. Zoals de trouwe lezer eerlijk kan getuigen, is Tong Tong in vele op zichten een geduldige opruimer van verkeerde voorstellingen die (al dan niet luchthartig of kwaadwillig) in de Indische samenleving bestaan t.a.v. vele waarheden, waardoor velen onzer rondlopen met ernstige misverstanden omtrent veel facetten van het Leven dat hun zo dierbaar is. Ook zal het vele lezers zo zoetjes aan wel duidelijk geworden zijn dat wij in Indië in massa's opzichten "slordig" geleefd hebben. En verder: dat de tijd veel sneller gaat dan wij denken. Vele maatschappelijke verschijnselen die een halve eeuw geleden nog vanzelf sprekende realiteit waren, herinneren wij ons alleen nog omdat anderen ons eraan helpen herinneren. En als zulke mensen er niet zijn en ook foto's ont breken, verzinkt de historische werke lijkheid vaak volkomen in sprookjes achtige schimmen! Waar wij het allemaal wel over eens zijn is, dat wij dankbaar zijn dat wij samen Tong Tong hebben mogen ma ken en daarmee voor de geschiedvor ser in de toekomst (dus voor de tijd van onze nakomelingen!) veel vrucht baar studiemateriaal hebben achterge laten. 3

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1971 | | pagina 3