EEN GEHEIMZINNIGE ROTS OPINIES BLABAK n.v. Azië Zwitserland Technisch Bureau HENNEMAN gebouwd, dat op 1 juni 1871 in gebruik werd genomen. Bij de opening waren de landvoogd, mèt adjudanten en doch ters aanwezig. Evenals zendeling Coolsma hield ook ds. Schuurman een rede. De G.G. Mijer schonk aan de school het portret zijner vrouw, die inmiddels overleden was. Bovendien beval hij de gehouden toespraken, sierlijk gedrukt aan de wanden van het schoollokaal op te han gen. Dgl. eigenaardige schoolwandver- sieringen kwamen toen wel meer voor. Nadat Schuurman negen jaar te Ba tavia en elders hij ondernam zelfs een reis naar Kediri in Oost-Java, wat in die tijd geen kleinigheid was be gonnen zijn gezondheid en die zijner vrouw het op te geven. Hij had hard gewerkt. In 1877 vertrok het gezin naar het vaderland. Doch reeds in 1879 keerde hij terug, hoewel zonder zijn echtgenote. Hij is toen met een nuttig, maar in die tijd een hoogst bezwaarlijk werk bezig geweest, n.l. het organiseren der eerste Zendingsconferentie in Indië, een instelling, die tot aan de tweede wereldoorlog heeft stand gehouden. Helaas kon hij de eerste conferentie, die in 1880 plaats vond, al niet meer bijwonen. Zijn zwakke gezondheid had hem gedwongen voor goed te repatri ëren. in Nederland nam hij toen een beroep aan bij de Evangelisch-Lutherse kerk in Leiden. Doch hij kwam reeds op 17 mei 1881 te overlijden. Een merkwaardig, verdienstelijk man was heen gegaan, tè vroeg, zouden wij zeggen. Christelijk Indië, zowel Euro pees als Inheems, had veel aan hem te danken. Zijn plaats bleef voorlopig onvervuld. "Ik ben in hart en nieren pro-Neder lands. Ik vind het plezierig om Hol lander te zijn - al zijn er een aantal symptomen die mij, met veel andere Nederlanders, op het ogenblik veront rusten: ik denk dan aan de onver draagzaamheid, aan de uitspattingen die men "moderne kunst" noemt, aan de religieuze wanorde, de politieke verdeeldheid, de wijze waarop vaak veel te fel gereageerd wordt op aller lei zaken." (Minister Luns in een vraag gesprek met H. F. van Loon van de 'Telegraaf'.) Z. Exc. denkt er net zo over als ve len van ons, maar óns noemen kwaad sprekende mensen anti-Nederlands. "Door het werk van mijn man kom ik nu ook bij de andere standen over de vloer. Ik kan TJ zeggen: die zijn niet anders. Er is veel jalouzie, alle mensen zijn even klein." (Mevr. Lanser, echtgenote van de voorzitter van het Chr. Nat. Vakverbond.) Als jong sergeant werd ik van de kaderschool geplaatst op het 1e batal jon te Magelang en ingedeeld bij de Ambonnese compagnie. Omdat ik toen nog boedjang (ongehuwd) was, werd ik regelmatig gedetacheerd te Rem bang. Als boedjang was je altijd de pineut. Ik geloof dat het nu nog zo is. Maar goed, de detachering duurde meestal één of anderhalve maand. Het bracht even een kleine afwisseling in het leven in de kazerne en in het garnizoen met zijn Hoofdwacht, Kam- pementswacht of de wacht bij de Tidar. En heus die vierentwintiguurs-wachten waren niet bepaald plezierig. Mijn werkzaamheden in Rembang bestond uit het controleren van het werkvolk dat bezig was aan de bouw van pillboxen, commandoposten, loop graven en wat dies meer zij voor de verdedigingswerken. De controle ge schiedde op een dienstfiets: het goed koopste vervoermiddel. Je reed de hele weg af en stopte zo nu en dan bij een concentratie werkvolk, bleef daar een poosje, keek hier en daar, maakte een praatje met de mandoers en controleerde zo de vorderingen of tekortkomingen van het werk. Een van de objecten in mijn ressort was de kampong Kebonnan. Deze kampong stond dicht aan zee. Door de kampong liep een vrij brede weg. Aan het eind van die weg stond een rots. Deze had de grootte van een eengezinswoning. Ik meen kira-kira 5 meter hoog en een beetje grillig gevormd en loopt spits omhoog. Er was in het geheel geen begroeing. Menig maal liep ik langs die rots als ik naar het strand moest. Veel aandacht schonk ik er niet aan. Ach waarom ook? Het was een gewone kale rots die niet eens voldoende schaduw bood om tijdens de enorme middaghitte te kunnen schuilen. Op een dag moest ik weer naar het strand en moest dus weer die rots passeren. In de verte zag ik dat een Ambonees fuselier bezig was met ste nen over de rots te gooien en na elke gooi zijn hoofd schudde. Nieuwsgierig wat het wei kon zijn bleef ik op een afstand staan om het tafereel te aan schouwen. Ik zag dat die soldaat een steen over de rots gooide en dat de steen weer terug kwam aan de zijde vanwaar hij werd gegooid. Dat was dus de reden dat de soldaat elke keer na elke gooi zijn hoofd schudde. Ik vroeg hem of ik het ook eens mocht proberen. "Met alle plezier", zei hij, "maar ik weet zeker dat het U ook niet lukt." Ik gooide enkele malen met alle kracht van mijn jonge armen, met de bedoeling om de steen over de rots te krijgen. Maar hoe of ik ook mijn best deed, de steen kwam niet over de rots. Alle stenen kwamen netjes terug aan mijn kant. Ik begreep er niets van. Tenslotte kwam ik met Alfons, (zo heette de soldaat) overeen dat ik het zou proberen met mijn kattepult. (Tja, welke Indische jongen, die zich zelf respecteert, had vroeger in het vrije veld GEEN katapult bij zich) biar hij sersan, ja toch?). Dus ik geprobeerd met mijn kat. Maar niks hoor. Ook deze stenen kwa men niet over de rots, maar zeilden met een mooie boog terug naar onze kant. Tenslotte gaven wij het op. Niets be grijpend van de wonderen der natuur. Of moet ik zeggen van de "STILLE" krachten van moeder aarde. Ik weet het niet. In het bivak vertelde ik het verhaal aan onze vaandrig. Volgens hem moest het hebben gelegen aan het feit dat boven de rots een "luchtledig" veld was. Nou, ja,, hij verdiende meer dan ik - toen - dus moest ik hem wel ge loven maar overtuigd was ik niet. Met vacantie in Italië en gecampeerd aan het Gardameer met zijn vele rots formaties, moest weer terugdenken aan deze geheimzinnige rots in kampong Kebonnan in Rembang. F. A. V Van verscheidene kanten wijst men ons erop dat in het artikel over de Badplaats Blabak een vervelende fout is geslopen, omdat erin gesproken werd over Bladak (met een d). Onder zoek wees als "schuldige" aan de typ- kamer, maar met excuses aan schrijver Juul Pothoff stellen wij hier duidelijk vast, dat de badplaats Blabak heette (met een b). "HERINNERINGEN" uit het oude Indië 18901917 door W. Ch. J. Bastiaans Verkrijgbaar bij Boekhandel Tong Tong 4,90 0,40 porto Handel MIJ. Sinds 1916 ELECTR1SCHE-, CENTRALE VERW ARMINGS- EN SANITAIRE INSTALLATIES, TEVENS GASFITTERS specialisten in onderhoud en vernieuwingen van installaties in reeds bestaande huizen. Volledige garantie, prijs offerten. Atjehstraat 68-72 Den Haag Telefoon 55 03 00 (3 lijnen) 7

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1971 | | pagina 7