Grasduinen in het Javaans en de Bahasa Indonesia Hoe die kèn - Samber-(l)ilèn? Deze klacht werd in het nummer 10 van Tong-Tong met betrekking tot het ontstaan van het woord "Samer-(l)ilèn geslaakt en daarom wil ik bij deze trachten het ontstaan daarvan uit de doeken te doen. Om te beginnen, wat wordt er onder die naam verstaan? Het is de naam, die men aan een cicade, een glanskever heeft gegeven; een soort van Spaanse vlieg (Mylabris Cichorei Fabr.) of "andol-andol" of ook wel "dendangan" genoemd, die als aphrodiciacum veelal in liefdesdranken wordt verwerkt t.w.: de "djamu gan- drung" maar die vanwege zijn hoge ge halte aan Cantharidine niet geheel on gevaarlijk is bij onmatig gebruik ervan, wegens de aantasting van maag en in gewanden. De vraag rijst nu: is het daarom, dat dit insect als juweel of sieraad bij wijze van "azimat" (djimat) wordt gedragen om liefde bij het andere geslacht op te wekken of te stimuleren? Ik weet het niet. Uit de naam kunnen we niet afleiden, dat men hier met een kever of vlieg te doen heeft, zoals het wèl het geval is bij de "laler-wilis" (blauwe aas vlieg) of "tawon endas" (grote wesp, die het altijd gemunt heeft op het hoofd van zijn slachtoffer). De naam is uit twee delen samen gesteld, die de eigenschappen van het insect benadrukken. Welke zijn nu deze eigenschappen? Het eerste gedeelte van de naam is "samber", hetgeen van de grondvorm "sabur" of "sambur" (samber) (blik sem) betekent en zoals het bij derge lijke woorden met sterke expressie het geval is wordt het veelal verdubbeld met een synoniem ervan, zodat al gauw het samengestelde woord "samber- petir" of "halilintar" (felle bliksem straal); "samber-glèdèk" (ratelende donderslag); "samber-kilat" (weer licht) en ten slotte "samber-lembur" (ochtendgloren, het uitschieten van de eerste zonnestralen bij het aanbreken van de dageraad) ontstaan. Al deze woorden hebben betrekking op natuur verschijnselen. Maar laten wij verder zien, dan bemerken wij, dat het woord "samber" ook wordt geassocieerd met dierennamen, dan krijgen wij: "samber- galeng" of "samber lajang" (gier zwaluw of salangaan, Maropteryx longi- pennis), die in bliksemsnelle vlucht haar voedsel weet te bemachtigen. Welke gedachten-associaties hebben er nu een rol gespeeld bij de benoe ming van de "samber-(l)ilèn"? Als men in aanmerking neemt, dat vele woorden in de Indon. talen voortgekomen zijn door geluids-, kleur-, magische- en an- Reeds vaker werd in corres pondentie met ons gewaagd van de "taalkundige" W. F. W. Schar- dijn. Wel, Schardijn is geen taal kundige en geen tolk, maar een AMATEUR op het gebied van taal- en geschiedenis-onderzoek. Dat wil volstrekt niet zeggen dal Schardijn uit welk oogpunt ook minder goed zou zijn, want uil diverse studies in Tong-Tong blijkt dat hij zeer goed gedocu menteerd is voor een "amateur'' en in elk geval nooit maar wat raak gist, wat men in onze krin gen nogal gauw denkt van men sen die niet academisch ge schoold zijn. Schardijn werkte o.m. ook als rechterhand van de bekende oudheidkundige en ken ner van de Javaanse cultuur Ir. Maclaine Pont te Trowulan. en zal van deze naarstige speur der wel de techniek hebben ge leerd van exact onderzoek. Schardijn is één van onze wijdst belezen en ijverige medewerken en wij hopen hem nog zeer lang te behouden voor ons blad. T.R. dere associaties, zoals "Tjitjak" (kleine muurhagedis), "Tokèh" (gro te huishagedis), "pipit" (witkop non netje of bruine rijstdiefje), "gaok" (kraai), "goak" (blauwe reiger), "ga- gak" (raaf), "bur-tjèt" (naar de roep, die de watersnip maakt als zij opvliegt); met kleur-associaties, maar met wijziging van het begrip, zoals "beludru" (paars, thans tapijt); met gemengde associaties zoals: "uang abang", (Ng.) "njotro abrit" letterlijk (rood geld in de betekenis van woeker geld of van de Bank geleend geld) "duwit-abang"; zelfs samengetrokken, dus vereenvoudigd is de oorspronke lijke samenstelling nog te herkennen, zoals in "klabang" "kala-abang" (het rode gevaar) voor duizendpoot, kala-djinkang schorpioen; "pitik- walik" geen omgekeerde kip, maar een hoen met gekrulde veren of wel een toneelstuk, dat opgevoerd wordt als straattoneel en zo zijn er voorbeel den te over. Maar laten wij "terugkeren naar onze schapen", hier de GLANS- kever. Glans (schittering) in de B.l. vertaald wordt "gilang-gemilang" of af gekort ook wel "lang-lang". We zouden dan de samenstelling kunnen maken van "samber-lang-lang" (bliksemen de glans, schittering, schoonheid) maar een bijna gelijkluidend woord hebben wij hierboven reeds aan de gierzwaluw gegeven en trouwens "lang-lang" ligt niet prettig in het gehoor en de herha ling van dezelfde consonanten in één woord wordt zoveel mogelijk vermeden, omdat ze niet welluidend klinken dus bedacht men hiervoor andere uitgan gen, die meer welluidend zijn. Voor beelden: "kolang-kaling" (vrucht van de arènpalm); "gulang-guling" "durèn"; "surian" wordt "surèn"; "sa- djian" wordt "sadjèn" (offergave), welke uitgang ook wordt gebezigd bij de naamgeving van onze glanskever de "samber-(l)ilèn". T.a.v. het woordje "uls" (pag. 21, nummer 13) legt Schardijn nog verder uit: Ik had het in mijn bijdrage over spe cifiek INDISCHE WOORDEN, dus geen Maleise of Javaanse of wat dan ook, omdat deze woorden nu reeds in on bruik zijn geraakt eenvoudig omdat de autochtone bevolking ze niet kent. Het was bij ons INDISCHE jongens in om loop en juist deze woorden wilde ik vastleggen. Uit het Maleise gezegde: "Belum tentu si-Upi, si-bujung" d.i. letterlijk vertaald: "Nog niet zeker is het meisje van haar jongen" is in het woorden boek, waaruit U dat gezegde heeft op getekend niet komen vast te staan, dat Upi meisje, omdat de auteur van het woordenboek slechts de betekenis er van heeft gegeven. Maar inderdaad Upi (upik) is meisje in het Maleis, ech ter "gadis" in Palembang, Djambi en Lamponse Districten en op Java heb ben de woorden 'nduk, (genduk), Beng, Ning, Rara, enz. die betekenis. Het woord ULS is dus specifiek INDISCH, dat wij Indo-jongens onder elkaar ge bruikten. Weet U, dat ik mij soms erger om de vele fouten welke er in Maleise woordenboeken staan? Zo ziet men onder het woord TONGKOL de verta ling MAKREEL staan, moet zijn TONIJN; NJAI Inh. huishoudster, moet zijn "VROUWE, MEVROUW, aanspraaktitel van Inh. dames onderling, later pas kreeg het de betekenis van huishoud ster (concubine) van Europ. of Chi nees". POLOK "gulzig eten" staat er, dus fout, want "polok" is - ik zou haast zeggen - het tegengestelde er van. Het is het met zorg samenstellen met de vingers van een hap rijst opge sierd met de diverse ingrediënten, die erbij zijn geserveerd; gulzig eten, schrokken is PADJUH. BEIasar balasar. Om het bestaan van het woord "be- lasar" of "balasar" (dwalen, dolen) te bewijzen behoeven wij gelukkig niet bij tukang penatu's via halve hempie's te rade te gaan, eenvoudig omdat het Javaanse woord voorkomt in het Ja vaanse woordenboek van de Heer P. Jansz. Het is afgeleid van de stam "sasar" (Jav.) en "sesat" (Mal.) ver dwalen. De afleidingen van deze grond vorm eindigen alle op "sar" zoals "ter- sasar", "Kesasar" dolen, of verdwa len, "belasar" wil zeggen "op de ver keerde weg zijn, verdwalen, verwron gen en "bekisar" betekent "bastaard" uit een boshaan en een tamme huishen. 10

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1971 | | pagina 10