£Mm oJVlm lo de rijksoverheid vraagt Weerzien met de Costa Del Sol BOJANUS secretaresse 16 Dit jaar heb ik na elf jaren Zuid- Spanje weer terug gezien. In de jaren '58 en '59 ontwikkelde ik er de plannen voor de bouw van een "Indisch dorp" na heel wat omzwervingen om geschik te grond te vinden, die uiteindelijk in de olijvenboerderij El Atabal bij Malaga gevonden werd. De naam El Atabal (De Pauk) lokte uiteraard extra omdat hij associeerde met Tong Tong. Het idee van een Indisch dorp sprak des te meer aan omdat de verhoudin gen tussen Nederland en Indonesië snel verslechterden. Uitgebreide con tacten met in steeds toenemende mate teruggekeerde Indischgasten (o.a. de "spijtoptanten", voor welke ik met Kees Stolk samen de repatrierings- stichting NASSI van de grond hielp) hadden mij ervan overtuigd dat (onaf hankelijk van welke bijgedachten ook) Holland voor massa's Indië-klanten "niets gedaan" was. Intussen kwam ook de emigratie naar de Ver. Staten op gang, waaraan Tong Tong met zijn volle inzet mee werkte. Ook hier één sterke drijfveer: een be ter klimaat dan Holland en een wijder horizon. Toen tenslotte de contacten van Nederland met Indonesië totaal verbroken gingen worden vestigde ik mijn hoop op de stichting van een "bruggehoofd" met ons stamland en vestigde ik me in Californië. (Met a.h.w. "de blikken gericht op Indonesië aan de overkant van de Pacific"). De jaren gingen emotievol voorbij. In de N.V. "Robigo" ontstond bij de verdere aanpak van El Atabal verschil van mening over de opzet, waarbij de anderen liever een bungalow-dorp na streefden van een minder goedkope opzet. Dit week totaal af van mijn ide aal: een "door en door Indisch" dorp met een grote sector voor Kleine Boengs in een werksector voor tuin bouw, pluimveeteelt, techniciens en klein-industrie (tahoe, tempeh, trasi, enz.). Toen er zelfs enkele stemmen opgingen dat voorkomen moest wor den dat het "een kampong" werd, was de maat vol. En ik verliet de N.V. en keek er niet meer naar om. Intussen was de bestaansstrijd voor Tong Tong steeds critieker geworden, deels omdat ik niet in Holland was, en uiteindelijk was ik genoodzaakt naar Den Haag terug te keren om mij ge heel te wijden aan het herstel van Tong Tong. Eerst de vorige maand dus zag ik Zuid Spanje weer terug. Het weerzien was verbijsterend. Stranddorpjes als Torremolinos, Fuengirola en Marbella waren uitgegroeid tot optorende ont spanningscentra. Het slapende Malaga was een daverende hardwerkende stad geworden, die zich voort "gegeten" had tot aan El Atabal. Het rustige en dromerige van de Costa del Sol had plaatsgemaakt voor een ontzaglijke drukte als een verstoord mierennest. Toeristen van alle windstreken ter we reld krioelden in de winkelstraten met volgetaste moderne winkel-etalges. Al les was mondain. Al is deze Spaanse Kust van de Zon nu een door velen begerenswaard va- cantie-object geworden, voor mij was de lol er totaal af. Ben ik ouder ge worden? Mij trok de landelijke lust van het dieper in gelegen Miralmonte, dat direct deed denken aan de serene rust van een Trètès, een Depok. Dagen en nachten lang klonk er alleen het ge kwinkeleer van vogels, de verre roep van een landman op zijn akkers, een heel ver verwijderd motorgeronk van een autobus. In tegenstelling met El Atabal dat be hoorlijk dicht opeen gegroeid raakt, is in Miralmonte nog een wijd erf om elk huisje en buiten de nederzetting een wijd uitzicht op de glooiende dalen en heuvels van het rustieke landschap. Op de landwegen nog herders met kudden geiten, boeren met pakezeltjes, in slo ten langs de weg wassende vrouwen. In de dorpen Alhaurin en Coin, waar door de Miralmontenaren geblandjaad wordt, de typische gemoedelijkheid van stadjes als Grissee of Sidoardjo. Heeft El Atabal een Wassenaarach tig aspect met zijn vaak prachtig aan gelegde tuinen, zijn altijd op visite ge klede bewoners, zijn vele auto's, Miral monte is veel landelijker, de tuintjes zijn sederhana, de bewoners lopen in losse of nuttige werkkleding, waar geen tuintjes zijn groeit alang-alang, wat het geheel toch wel een pionier achtig voorkomen geeft. Er wordt door een enkeling ajams gehouden; in plaats van de bloementuin domineert de groententuin. Toch zien alle huisjes er van binnen up to date ingericht uit. Hier is nog uitgroeiïng nodig tot een vól dorp (ettelijke percelen zijn nog on verkocht) met een werkzame oude dag, waarin men een actieve rol vervullen kan in het gemeenschapsleven. Oef, het wordt tijd dat ik een lotje uit de loterij trek! Al kepingin, weet je... T.R. "Zoudt U zo vriendelijk willen zijn voor mij postzegelverzamelaars te willen oproepen die met mij postze gels zouden willen ruilen. Ik kan postzegels van (haast) de gehele wereld geven in ruil voor Indone sische (Indische). Als muziekhande laar in Batavia, Soerabaja, Medan, Cheribon, Semarang heb ik 30 on vergetelijke jaren in dat echte para dijs mogen leven en werken". Wilhelm Bojanus (81 jaar) Zo'n gewoon verzoek eigenlijk en wat een lawine van heerlijke herinneringen aan ons muziekleven doet de naam "Bojanus" wakker worden. Wie heeft postzegels en wie heeft herinneringen? voor het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie te Amsterdam Indische afdeling. Vereist: MULO/MAVO-opleiding; typediploma. Salaris, afhankelijk van leeftijd en ervaring, max. f1180,- per maand. Tel. inlichtingen (020) - 24 3312. Schriftelijke sollicitaties onder vacaturenummer 1-1421/1544 (in linkerbovenhoek van brief en enveloppe) zenden aan de Rijks Psychologische Dienst, Prins Mauritslaan 1, 's-Gravenhage. AOW-premie voor Rijksrekening. De salarissen zijn exclusief 6% vakantieuitkering

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1971 | | pagina 16