BALLING Snapshot Uit Suriname ka. school als ze 1/8 Haw. bloed heb ben; vroeger niet. Maar ja, de Haw. mengen zich meer en meer. De werkers hoeven niet Haw. te zijn, in de pup- school werk ik met Amerikanen, Japan ners, Portugezen, 1 Spaanse, Filipino's; dezen zijn dan alle Amerikanen, maar afkomstig oorspronkelijk van Japan, Philippijnen en zo, als je snapt wat ik bedoel. De school is opgezet met geld van Prinses Panahi Bishop; ze stamde nog in rechte lijn af van Koning Kamekame- ka en erfde dus veel land. Ze trouwde met Bishop, een Amerikaanse jongen, waar haar ouders eerst erg boos over waren. De ruzie is later gelukkig weer bijgelegd. Bishop was eerst ook maar een havenklerk, toen hij hier kwam van de Mainland, later werd hij bankier. Ze hadden geen kinderen en zij besloot haar erfenis na te laten aan de Haw. kinderen, om ze een opvoeding'te ge ven, daar ze inzag, dat haar easy-going Hawaiïans meer en meer ten achter zouden komen bij al de geïmporteerde volken van China, Japan en Philippijnen, die hier ingevoerd werden als werkers op de suiker en annanas-plantages. Ze stierf nogal jong, haar man over de 90 (meen ik); stierf in de Mainland, maar werd begraven in dezelfde tombe als zijn vrouw, hier in Honolulu. Al was hij geen alië (edelman), de Haw. waren zo kinderachtig niet. Op haar verjaardag houdt de hele school een ceremony; haar graf wordt met leis (bloemslingers) bedekt, spe ciale liederen worden gezongen, erg Soms denk ik wel eens; "Wat doen jullie ons, ballingen uit het Paradijs, aan, met jullie Tong Tong!" Je pro beert je zelf aan te praten, dat het hier wel uit te houden is: per slot van rekening ben je hier geboren, er heerst welvaart, je hebt een schat van een vrouw, je kinderen zijn ge lukkig getrouwd, enz. enz. Maar dan komt Tong Tong en het heimwee is er weer naar dat geze gende land, waar je zo lang mocht zijn En je ruikt weer de geuren, je ziet de blauwe bergen in de vroege morgen, je hoort de schorre roep van je tokkeh, die het nooit negen of elf keer wou doen! En dan bedenk je, dat je straks hier in die koude grond wordt ge stopt, in plaats van in de gezegende aarde van Tuan Allah, en je krijgt weer eens gruwelijk de p aan dit "dierbaar plekje grond" met zijn stank en zijn politici en zijn gedis cussieer. En dan zegen je toch weer Tong Tong en de mensen, die je door hun geschrijf en hun onver woestbaar optimisme op de been houden met herinneringen aan daar ginds, ondanks de vele handicaps, waar zij mee te worstelen hebben. F. LETTINGA (P.S. laatste conrector van het C.A.S. Lyceum) ontroerend, vooral als je bedenkt, dat 't hier gaat om een verdwijnend ras, net als wij Indo's. Mevr. G. E. Oost Een uitstekend stukje ethnologische observatie! We wilden wel dat AL onze lezers in landen met gemengde bevol kingen zo wilden schrijven. Even een voudig, even openhartig en DUS even begrijpelijk en "huiselijk". Bij deze in viteren wij al onze "buitenlandse" a- bonnees om het toch echt eens te pro beren. U doet er Uw mede-lezers een massa plezier mee! Het zal al onze lezers getroffen heb ben dat in copy over andere gemengde volken NOOIT gezeurd wordt over "heimwee" of "assimilatie" zoals hier in Holland. Onze lezers in Amerika merken er in hun nieuwe vaderland ook nooit wat van, tenzij... in contacten met Hollanders (zelfs bij de consula ten!). Die angstvallige bezorgdheid om toch maar vooral helemaal wbg te assi mileren (wat biologisch overigens TO TAAL ONMOGELIJK is!) is gewoonweg ziekelijk. Om maar te zwijgen over dat stupide gezeur over "heimwee" met daarnaast volslagen blindheid voor vele interessante en nuttige waarden uit het Land van Herkomst. Het blijft allemaal zo DOM! En doet ons aan den lijve voelen dat "tegen de domheid ook de Goden tevergeefs vechten."... Welke Hollander-van hier schrijft nou over de Indischman zoals Mevr. Oost schrijft over de Hawaiians? Merkt U het verschil?! T.R. Lettinga hoeft eigenlijk zijn identiteit in Indonesië niet te vertellen. Wie hem gekend heeft, zal hem niet vergeten. Sommige leerkrachten hebben ergens een greep op hun leerlingen gehad vér buiten de strikte (en beperkte) lessen uit! L. begrijpt iets van de "Indologia", die Vasconselos aan zijn lezers open baart: het ingeboren verlangen bij elk mens naar de Tropen. Die ondefinieer bare "lali djiwo" die in het Westen met zijn super rationalisme en super-mate- rialisme niet bestaan Misschien is het inderdaad het best duidelijk te maken met de "ballingschap buiten het para dijs", waarin men alleen gedoemd kan zijn tot werken en alle zorgen daarom heen. T.R. DE VLUGSTE MANIER van bestellen bij Tong Tong: be stelling op de giro schrijven, giro zenden naar Tong Tong, Prins Mauritslaan 36, Den Haag. Dus NIET in de girobus doen, duurt soms 4 dagen voor wij de giro ontvangen! Wij verzenden uw bestelling direct na ontvangst van uw giro, incasseren komt later. Op deze manier kunt u de barang binnen 3 dagen thuis hebben! Tijdens mijn verblijf bij de kinderen in Par'bo, placht ik al om 10 uur 's mor gens koelte te zoeken onder het huis. Ik schreef al eens dat de meeste woon huizen daar op neuten staan van wel drie meter hoog. In die kolongs was het meestal meer 'silir' (koeler-door- een-briesje-en-schaduw) dan in huis. Daarbij nog nuttig ook om in de regen tijd er de kleren te drogen te hangen. Maar wel bewaken met het oog op dief stal, als de waakhond er weer eens van door was. Dat was dan ook mijn zelfopgelegde taak: bewaken van de was. Intussen spelend met de kleine meid, haar bezig houdend, de planten inspec terend rondom het huis. En zitten of liggen in de hangmat, djaga anak. Zali ge bezigheid, joh. En dan maar naar de straat koekeloeren; geen brede straat maar zo'n smalle, pretentieloze djalanan weet je, en nogal sepi. Kijkend naar voorbijgangers. Uitgaande me vrouwen, van de pasar thuiskomende dienstmeisjes. Een enkele keer een oude Javaanse vrouw die tikars ver kocht. Dan weer een Hindoestaanse vrouw met een enorme waskom op het hoofd, waarin ze verse vis had die ze luid aanprees. Jammer genoeg nóóit djoewallans van djadjanan zoals op Ja va. Dat was een gemis waarom mam het land kwalificeerde Is: "garing, ka- koe". Op mijn vraag wat dan wel garing en kakoe was, zei ze droogweg "ilaté". Tegen elf uur of zo, kwam dagelijks de Hindoestaanse groenteman langs op zijn fiets. Aan het stuur en op de ba gagedrager hingen de tassen en kar- biezen met groenten. Van ver hoorde je hem zijn waren al opsommen. mooie malse kouseband, lekkere rooie tomaten... boulangér mevouwl..." Ik vroeg mijn dochter wat die man in hemelsnaam verkocht. Grinnekend leg de A. uit "Doodgewone tèrong mam, dezelfde die ze in Holland aubergine noemen". De man vond niet veel af nemers daar hij doorgaans veel te hoge prijzen vroeg. Net als die ene dag, dat hij kennelijk vreesde te zullen blijven zitten met z'n handeltje. Het liep al tegen twaalven, de zon zengde, de hitte sloeg terug van alles wat wit was 's Mans stem klonk mat toen hij mono toon afriep: "Klaroen, dagoblad, selde- rei en sjalot, amsoy, paksoyrot- soyKasian hij. Inderdaad om moedeloos van te worden als niemand van je schijnt te willen afnemen, die rotzooi Klaroen onze bajem; dagoblad (dago hond) onze kankoeng; kou seband katjang pandjang; paksoy en amsoy zijn onze sawi idjo en sawi poeti. LIN SCHOLTE 15

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1971 | | pagina 15