Grasduinen in het Javaans
en de Bahasa Indonesia II
DANKZIJ TONG-TONG
KALANG-KIBUT
In "TONG-TONG" no. 16 van 1 maart
j.l. werd mij de vraag voorgelegd over
het ontstaan van het samengestelde
woord "kalang-kibut", waaraan ik gaar
ne wil voldoen. Het eerste woord "ka-
lang" betekent arena, strijd- of dobbel-
perk en ook de kring van deelnemers
of toeschouwers. Bij de vroeger gehou
den tijgergevechten tegen karbauwen,
wordt de binnenste kring gevormd door
drie gelederen knielende en staande
piekeniers met gevelde lansen, ter be
veiliging van het vorstelijk gezelschap
op de tribunes en het toeschouwende
volk. Bij hanengevechten hurkten de
deelnemende dobbelaars en het overi
ge publiek meestal in 'n kring rond het
strijdperk, waaruit de vechtende bees
ten niet mogen vluchten. Dat er som
wijlen een tijger in doodsangst zelfs
over de lansen heen kan springen, of
dat een amokmakende haaneigenaar,
wiens haan in de strijd is gedood in
een toestand van "mata-gelap" (dol
van uitzinnige woede) geraakt en on
schuldige toeschouwers om hem heen
neerkrist, blijft niet uitgesloten. Zo'n
man verkeert in een "kabut"-toestand
schemer, nevel) en ziet alles vaag
als door een dichte mist. In haar stuk
je gebruikt de schrijfster echter de
woordsamenstelling "kalang-kibut",
welk laatste woord een vervorming is
van het woord "ribut" (orkaan, wer
velwind), dat ook bij een in paniek
verkerende troep mensen van toepas
sing kan zijn. Een ander woord van
"ribut" afgeleid is "repot" en wie her
innert zich niet het gezegde: "Djangan
repot kaja tjina kebakaran djenggot!"
"wees niet overstuur als een Chi
nees, die zijn baard heeft gebrand!"
Wat konden wij smakelijk lachen om
dergelijke gezegden, of ook dat ande
re gezegde voor iemand, die een on
aangename of onmogelijke opdracht
moet volvoeren, van wie dan gezegd
wordt, dat hij "gendong Arab demem"
een koortsige Arabier moet dragen.
"SEPADA!" - "WERDA!"
De gebruikelijke roep van "Sepadal",
welke een onverwachte gast door de
geopende huisdeur zegt om attentie te
vragen voor zijn aanwezigheid is een
afkorting van het Javaanse woord
"waspada", dat samengesteld is van
"awas" en "pada" "let op". Onder
"ilmu waspada" moet men dus ver
staan "de gave der profetie of het
tweede gezicht, helderziendheid of
meer algemeen scherpzinnigheid.
Deze roep is dus geen afkorting
zoals velen denken van "siapa
ada?" "Wie is daar?, want het wordt
ook niet in vragende vorm gesteld.
Ook dacht men abusievelijk, dat het
afgeleid is van het Portugese "espada"
(d.i. zwaard, sabel, of klewang), omdat
het een privilege is van de "guarda"
waker) huisbewaarder om op het
woonerf gewapend rond te lopen, of
zodanig in zijn wachthuisjes gardu)
te verblijven.
Toen na de verovering van Malakka
de Portugezen uit dat land wegtrok
ken, werden hun bedienden en solda
ten, aan wie de vrijheid (mardheka")
is geschonken en ook de gunst om de
namen hunner gewezen meesters te
mogen dragen, Mardijkers genoemd,
die vrij hun taal, zeden, gewoonten en
gebruiken bleven voeren, dus ook het
gebruik der titels, zoals "Alpèrès")
voor alferes vaandrig; petor van
feitor opzichter; "gurda" van "guar
da" waker, oppasser, met welk
woord hij zich dan ook aanmeldt als
iemand zijn post nadert, alhoewel
enigszins verbasterd: Werda!" zo mili-
tairement mogelijk. ("Werda" is dus
geen Germanisme). De toegeroepene
van zijn kant, maakt zich eveneens
bekend door zijn naam of kwaliteit te
zeggen. Vreemdelingen, zoals Euro
peanen konden volstaan met het woord
"Pring!" vriend.
Het zal de lezer nu wel duidelijk zijn
dat ook het woord "gardu" van het
Portugese "guarda" is afgeleid. Mij is
slechts één wachthuisje bekend, dat
die naam niet draagt, n.m.l. de "djaga
monjet" of Apenwacht te Batavia.
Ten slotte nog enige bijzonderheden
over het voeren van de namen hunner
gewezen meesters door de Mardijkers
en de Papangers (afkomstig van het
eiland Luzon op de Philippijnen) die
deze later als hun eigen namen heb
ben aangenomen, soms met enige
variatie, zoals moge blijken uit het be
richt, dat de G. G. van Riemsdijk een
"anak mas" (aangenomen zoon)
had, die hij onder de naam Kijdsmeir
liet dopen.
Ook door het foutieve uitspreken en
daardoor schrijven der vreemde Euro-
pesche namen ontstonden er blij
kens de Javaanse babads nieuwe
namen, zoals b.v.: Totlomondo van
Toutlemonde, Sanèder van Snijders,
Hutjé van Wauthier enz., terwijl vooral
de naam van Kommandeur von Hohen-
dorff op tal van wijzen wordt verbas
terd t.w.: Hogendorep, Hogendrop,
Hondroep, Hoendroep en Oendoeroen-
der Mierenleeuw), waarschijnlijk
door het intensieve contact dat deze
In het nummer van "Tong-Tong" van
1 februari j.l. las ik met grote interesse
uw stukje over het personeel van de
sf. "Besito".
Ik ken deze fabriek van omstreeks
1930, toen ik vertegenwoordiger was
van de voormalige Pure Cane Molas
ses Cy, en de fabriek bezocht. Zoals
u weet is de fabriek gesloten in de
crisisjaren, en later ontmanteld. Ik
kwam terug op Java voor het laatst in
1965, en reed per auto van Surabaja
naar Koedoes-Semarang, bezocht Ren-
deng en het kwam zo uit dat ik dicht
bij de voormalige fabriek Besito een
oudgediende van mij opzocht. Van Be
sito is niets meer over dan enkele
kale muren, een afgeknotte schoor
steen en een stukje roestig zijspoor.
Waarom ik u schrijf? Wel, ik ben (als
hobby) enkele jaren bezig met de ge
nealogie van ons voorgeslacht. Een
broer van mijn grootvader vertrok in
1867 naar N.O.I., en van deze tak van
mijn familie ontbrak mij alle spoor. Ik
wist dat de broer van mijn grootvader
(Daniel Dondorp) in Indië gebleven
was, aldaar huwde (circa 1870) met een
Indisch meisje, en dat er nakomelingen
van hem moesten zijn. Ik weet dit, om
dat ik, toen ik uit het Jappenkamp re
patrieerde mijn familie bericht kreeg
van het Rode Kruis dat er vanuit Sin
gapore een Dondorp (mij onbekend)
zou repatriëren. Dat was einde 1945.
Sindsdien heb ik, via de bond van ge
pensioneerde Indischgangers, contact
proberen te leggen, maar het is me niet
gelukt.
Ik wist echter wel, dat wellicht een
zoon van bovengenoemde Daniel D.,
eerste machinist van Besito was ge
weest. Toen ik in 1930 in Semarang
was, en dus makkelijk een onderzoek
had kunnen instellen, was ik te jong
(ik ben van 1902), om daar veel belang
in te stellen, helaas.
En nu zie ik ineens de naam Don-
dorff (mijn overgrootvader schreef zijn
naam Dondorff, mijn grootvader maak
te er Dondorp van), in uw stukje over
"Besito". Dank u.
D. W. Dondorp
functionaris met het Solosche hof heeft
gehad gedurende de 3de Javaanse Suc
cessieoorlog. Somwijlen wordt iemand
bij zijn titel genoemd, b.v. Sakèber (ge-
(handdoek).
Door het Engelsche tussenbestuur
hebben ook Engelse woorden ingang
in de Indonesische talen gevonden,
doch deze zijn wel wat moeilijker te
onderkennen, b.v. "gudang" van go-
down magazijn, Gubis (kubis) van
cabbage (kool) en tuala van towel
(handboek).
W. F. W. SCHARDIJN
10