LANGS TIJGER PADEN HET GELUK VAN HET JAGEN Tenggher Polèh(V) Lex Denninghoff Stelling moessOn "De jacht behoort tot het zuiverste repertoire van het menselijk geluk" JOSé ORTEGA Y GASSET (Wat Madoerees is voor: "Schiet nog's 'n keer!") De volgende morgen was ik al vroeg wakker. Eerst kijk je wat vreemd en slaapdronken om je heen, maar al gauw dringt het tot je door: "O ja, ik ben ergens op de goenoeng Smèroe en deze plaats heet Besuksat". Mijn eer ste werk was het houten raampje open gooien, de zuivere berglucht diep in ademen en kijken. Naar omlaag en recht vooruit. Erg veel was er echter niet te zien. Een rij ronde kalistenen, gerbera's, koffiebomen, kladi, ketela pohong en rambat, pisang en wat lage klapperbomen. Vlug kleedde ik me aan, ging de tuin in en de desaweg op voor een ochtendwandeling. Ik kwam een paar kleumige tani's tegen, de sarong kouwelijk over het hoofd getrokken, sabbelend op een klobot, torsend een wloekoe, aan een tali een sapi mee voerend. Ze keken verbaasd toen ze me zagen en ik kon ze a.h.w. hóren denken: "Allemachtig! Waar zou die snuiter nou wel vandaan komen". Twee tekoekoers zaten me vanaf hun hoge zitplaats, een blarak (droog klap perblad) nieuwsgierig op te nemen. Even later begon er een te koeren, als om hulde te betuigen aan deze nieuwe dag: Trr-koe-koek-koek! Trr-koe-koe- koek! Ik genoot! Het was zo'n heerlijk rustig geluid om naar te luisteren. Overal stond de Coffea Robusta in bloei en weer kon ik hier voor me het wonder van de tropen zien; aan een en dezelfde tak blad, knop, bloesem, jon ge en rijpe vrucht. En natuurlijk kon ik het niet laten zo'n felrode koffiebes te plukken en 'm in de mond te steken. Waarom? Niet voor de smaak. Och, zo maar. Gewoon sentimenteel sabbelen geloof ik. Ondertussen was ook Rachmad ge kleed. Neen. we ontbeten niet met "Bums Dwars Gebakken", Het enigste dat je weggooit is de Inhoud", Marga rine gemaakt van een Arreslee" of meer van die flauwekul, maar oerdege lijke, solide warme ketan. Overdekt met een dikke laag spierwitte vers ge raspte klapper en begoten met een paar lepels verrukkelijke goela aren stroop. Een paar pisang soesoe daarna en nog een mok bikkelharde kopi toebroek en je kon er voorlopig weer tegen. We klommen in de jeep, welke ons langs een nogal slechte, maar vooral steile weg naar de post van de mete orologische dienst bracht. Hier werden we weer onthaald op kopi toebroek. (Je blijft drinken, maar ik vond het wel okay). De mensen hier zitten werkelijk in een uithoek van de wereld en het was dus geen wonder, dat ik alles vertellen moest van DE gebeurtenis van het jaar, de reis naar en de landing van de Ame rikaanse astronauten op de maan welke enige tijd geleden had plaatsgevonden. Was dat allemaal te zien op de televi sie? Adoeh! Kok pienter jol Hoe ging dat eigenlijk? Liepen ze nou zo maar op die maan? Ajo, vertel! En ik vertel de, zo goed en zo kwaad als ik kon wat ik had gezien. In het Indonesisch, doorspekt met Javaans. En dat valt om de dooje dood niet mee. Met veel arm en beenbewegingen en toen ik einde lijk op de maan was aangekomen, imi teerde ik de waggelende, moeilijke gang van Houdini. U weet wel, net als iemand loopt die blokken lood aan z'n voeten heeft hangen. We bleven niet lang ngobrollen, lieten hier de jeep staan en gingen te voet verder. Van deze post kon je duidelijk de heuveltop zien van waar ik de vo rige dag de tjeleng geschoten had. Diep beneden. Vandaag deden we het wat kalmer aan. Geen jachttocht, maar meer een wan deling. De geweren hadden we echter wel bij ons. Je kon immers nooit weten? Het begon al spoedig te oedjannen en op een gegeven moment was ik Rach- Sterk verlaagd in prijs Thans slechts f 4,f 0,50 porto mad kwijt, zodat ik alleen verder moest. Ik heb me echter geen moment verveeld. Daar waren de vele, vele sporen, waaronder zeer grote van tje- lengs, prenten van kidangs, gemeks (Javaanse vechtkwartels) die vlak voor je voeten opvlogen. Ik luisterde naar het schorre gekraai van de talrijke boshanen en hoorde overal het helde re, doordringende tet, tet, tet, van de betet. Voeg daarbij de machtige natuur overal om je heen, de hellingen, diepe met boomvarens dicht begroeide djoe- rangs, je raakte er niet op uitgekeken, neen, ik heb me geen moment ver veeld. Wel en toen kwam ik een Javaanse jongen tegen. Die tegen me zei: "Me neer, als je nou maar door blijft lopen, ben je drijfnat. Kom bij me schuilen tegen de regen, daarzo". Ik ben met 'm meegegaan. Hij bracht me naar een soort bamboe afdak, mid den in een djagoengveld. Ik ging zitten op een kleine boomstronk, terwijl m'n gastheer een vuurtje aanmaakte. Nadat dit goed brandde, liet hij het weer uit gaan om vervolgens in de nog na gloeiende takjes en hete as tot mijn grote blijdschap een paar jonge dja- goengkolven te bakar. Af en toe moest je wel een duik nemen in de vrije lucht vanwege de ontzettende smook en had je het gevoel veranderd te zijn in een bandeng asep, maar de regen joeg je al spoedig weer naar "binnen". Eindelijk was de djagoeng gaar. Je pak te zo'n gloeiende kolf aan, eerst met de ene, dan met de andere hand omdat te panas, pellen en de korrels niet naar de mond brengen, maar ze er in gooi en! De helft loepoet tuurlijk. Die komen in je nek terecht. Maar op deze manier is het wel veel echter. Buiten tikte de regen tegen het bamboe afdakje, bin nen zaten twee mensen, zittende op boomstronken, met beroette hand n djagoeng te kluiven. Soms naar adem snakkend vanwege de rook. Mense, mense, ik had deze ervaring voor geen geld willen missen! Het was precies als toen floeher. Om de paar minuten sprong onze jon geling overeind, rende zijn djagoeng veld in, waar hij heel hard in de handen begon te klappen onder het roepen van: HOOOl HOOOl HOOOIM Waarom deed hij dat? Om de bètèts te verja gen? Neen. Apen! Ik kon er een paar triomfantelijk zien wegrennen met een veroverde djagoengkolf. Hier moet je een goede tjies hebben voorzien van een doelkijker en als munitie een doos je Long Rifle Hollow Points. Wat nog steeds de beste medicijn is tegen ro vende keteks! Ik heb als souvenir een paar maiskol- ven in m'n zak gestoken," waarvan ik wat korrels in m'n tuin in Eindhoven heb uitgezaaid. Het zijn hele planten geworden, dat wel, maar vrucht heb ik er niet van geoogst. Deze djagoeng wil de zon en de regen hebben van de 18

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1971 | | pagina 18