0ero
-0ero
Herinneringen uit 3 tijdperken
O VILMA
laatste binnen.
Ons nieuw kamp, waarvan ik naam en nummer vergeten
ben, stond onder leiding van de Engelsen c.q. een Ierse
dokter, die warempel als tolk een Indischman had, die ik
kende vanuit Soerabaja, nl. Johann, de hotelmanager (nu in
Driebergen ook in hetzelfde vak). Het was een goed kamp
met voor mij prettig werk in de keuken, vnl. houthakken.
Daar maakte ik kennis met een Engelse sergeant Bob ge
naamd met wie ik goede vrienden werd. Dit kamp was goed
geregeld en er viel niets te beleven, 't Liep tegen Juli '45,
toen we bericht kregen dat we weer eens moesten vertrek
ken naar een ander kamp. Dit werd nu echt Siam dacht ik.
Inderdaad het werd Linson 203.
Op weg daar naar toe - het was al eind Juli begin Augustus
- zagen we veel treinen met troepen die voorrang verkregen
en we dus een heleboel tijd verdeden bij stations. Heel
lang hebben we in Linson niet meer gezeten. Ik werkte toen
bij de smederij samen met Eysbroek en Persijn. Toen kreeg
ik een malariaaanval, meldde me bij dokter Verburght en
kreeg 5 dagen vrij en een dosis bittere kinine. Ik lag net te
bekomen van een koortsaanval toen ik in de Engelse tent het
"God save the King" hoorde zingen, even later gevolgd
door ons Wilhelmus uit onze barak.
Geen "ge-goerah, goerah" van de Jap hierop, alleen doodse
stilte. Plotseling het bericht van "We are free, We have won
the war. Japan has capitulated unconditionally". Overal
handen geschud. Bram Tuinenburg en ik keken elkaar aan.
We hebben het er levend afgebracht. "Wordt jij maar gauw
weer beter," zei hij. Ik kroop weer op mijn tampatje en
wachtte de volgende koortsaanval af. De volgende dag
bleven we thuis, niet naar het werk. Een dag vol nieuws.
Atoombom" was zo'n nieuwtje. Wat zoiets was, wisten we
niet. We zagen geen enkele Jap en ons werd ook verboden
de Jappen op te zoeken (om ze af te rossen). Een gelukkige
maatregel vond ik, want stel je voor dat de Jap amok maak
te. Zij hadden nog steeds de wapens in handen.
De daarop volgende dag werden we op transport gesteld en
kwamen na een lange reis, over de Wampobrug (opgebouwd
uit bielsen en krakend toen de trein er over reed) en langs
vele verlaten kampen naar Tamuan. Eindelijk was ik in een
basiskamp terecht gekomen. We moesten nog een klein
eindje lopen. Ik voelde me nog wat slap van de malaria en
toen ik de poort binnen stapte, kwam warempel dr. Mreynen
op me af en hielp me met het dragen van mijn spulletjes;
ondertussen nog wat nieuwtjes uitwisselend.
In dit kamp overat ik me aan snoep, lag spoedig met darm-
catarh op mijn tampatje. In dit kamp zag ik vele, vele vrien
den terug (doodgewaand en nu toch weer springlevend),
maar ik zag ook velen nooit meer.
Ze lagen begraven langs de voor ons zo beruchte doden-
spoorlijn. En dit is het einde van mijn lang verhaal.
J. J. den Outer
Ik vergelijk Tjalie's Overpeizingen in
T.T. met ngoero-oero op papier. Sinds
ik me voor het eerst van mijn omge
ving bewust werd, ben ik gek op oero-
oero. Laat me je het volgende beeld
eens schetsen:
De tijd: magrib; plaats: voor de keu
ken in de bijgebouwen van het onder
officiershuis in laan Trivelli. Ik had nog
geen adiks, dus was ik ca. drie jaar
oud.
Tjang had me op haar schoot, terwijl
ze op een dinklik zat voor een hout
vuur waar de rijst in de dandang stond
te stomen. We warmden ons aan de
gloed van dat vuur bedian heet
dat, weet je nog wel? Zelfs Batavia
kan bij avond in de regentijd wel eens
kil zijn. Soezend, maar vechtend tegen
de slaap, leunde ik tegen Tjangs
schouder. Ik voelde haar bewegingen
toen ze haar kinang oftewel sirih-pruim
klaarmaakte onder zachtkens neurieën.
De scherpe geur van gekneusd siri-
blad, de gambir drongen me in de
neus; vergeet ik m'n levenlang niet
meer. Zó vertrouwd, zó dierbaar. Af en
toe moet ik zijn ingedommeld, maar ik
bleef me halsstarrig verzetten tegen de
slaap om zo lang mogelijk te genieten
van die ogenblikken. De koesterende
warmte van het vuur, van Tjangs li
chaam, de geuren van haar kain, haar
sirih, van het smeulend hout; de regel
matige deining van haar schouder als
ze de slendang over me bewoog om
de njamoeks weg te houden. Haar stem
die van het neurieën was overgegaan
op ngoero-oero. Het klonk als een wie
gelied zo teer, maar de woorden wa
ren niet die van een wiegelied. Dit ge
zang-dat-geen-zingen-is, maar een ge
dachten-onder-woorden-brengen op 'n
spontaan opkomende melodie, was een
getuigenis van hoop en berusting, van
wijsheid en bezonkenheid. Want dit
ngoero-oero ja lui, is als de adem van
Tijd en Ruimte omdat het geen begin
en geen einde heeft. Daarbij altijd be
zinnend van inhoud, nooit droef-stem
mend. Melancholisch, maar niet hope-
loosklinkend. Vin-je het zo gek dat ik
Tjalies overpeinzingen hiermee verge
lijk?
Of wat te zeggen van b.v. onze
Pang, die op het be-tjèktjok van de
jongeren alleen maar vermaant: soeda
toh, laat maarswijht maar stil
Hod slaap niet. waarmee hij alleen
maar tot "stil Godsvertrouwen" be
doelt te manen. Zouden alleen maar
de simpelen-van-geest tot grote wijs
heden kunnen komen? Je zou het bijna
denken.
Lin Scholte.
Lin, daarvan ben ik overtuigd. Bij
de intrede in de Dood zijn de kansen
van alle mensen gelijk. Ik kan mij ten
minste niet voorstellen dat mensen
met eind-H.B.S. of meer, welkomer
zouden zijn in het Paradijs dan mensen
van de sekolah djongkok! M.a.w. ook
simpele mensen zullen de sleutel kun
nen vinden naar de gewetensrust van
de eeuwigheid. Omdat zij minder ver
ward zijn door intellectualisme vinden
zij fundamentele waarden sneller en
zuiverder. Mijn ervaringen in contacten
met primitieven onder de boslopers
van de Komering Oeloe, de Dajaks in
Borneo, en ongetelde velen in kam
pongs en jachtterreinen in Indonesië
hebben mij daar absoluut van over
tuigd. Wat zijn in vergelijking daarmee
massa's erudieten vaak zinloze ge
leerde wauwelaars
T.R.
Zelden herhalen wij een aanprijzing
van een goed boek in Tong Tong, maar
voor dit boek (van de hand van een
Grand Old Man van onze tijd, Margono
Djojohadikusumo) maken wij graag
een uitzondering. Dat wij nimmer ver
geten - en ook ons nageslacht tot in
drie geslachten toe - dat ons afscheid
van Indië ook ons broedervolk grote
offers gekost heeft.
Het is een boek, waarmee U ook de
boekenkasten van Uw kinderen en Uw
kleinkinderen na U goed doet. Het kost
f 24,50 plus 1,50 porto. Aarzel niet.
Een uitgave van de Moesson Reeks
verkrijgbaar bij Boekhandel Tong Tong
f 5,90 f 0,50 porto.
21