De Lenong, Doger, Ondel-Ondel, Ronzebons En Tandjidor: Attributen Welbekend Aan De Anak Betawie TIJDIG AAN GEDACHT ZENDINGEN VAN CHRIS 4,60 Zij die ooit in Djakarta hebben gewoond zullen ongetwijfeld van de lènong hebben gehoord, ofschoon zij zo'n lènong voorstelling misschien nog nimmer hebben bijgewoond. De lènong is nl. een Bataviaanse openlucht volksopera. De muziek op de achtergrond voor dit soort van "theater" wordt opgebracht door de bekende gambang kromong, d.i. een muziekinstrument bestaande uit twee rijen van 10 tot 14 omgekeerde bronzen potten. Enkele jaren geleden werden lènong voorstellingen uitsluitend opgevoerd in de randge bieden van Batavia. Thans worden zo nu en dan lènong voor stellingen gegeven in de Taman Ismail Mazuki (een notorious componist), waar vroeger de Dierentuin heeft gestaan op Tjikini. Iemand die zijn zoon of dochter wenst uit te huwelijken of een besnijdenis feest wenst te geven liet vroeger weieens lènong spelers roepen om de genodigden te vermaken. Ook kon men een groep muzikanten huren compleet met hun dogèr als partners voor de manlijke gasten, indien deze wens ten te ngibing, d.i. "dansen met een dans meid zonder haar evenwel aan te raken!" Dan bestaat er nog een andere Bata viaanse volkskunst die we in ons geheugen terugroepen, te weten, de ondèl-ondèl. De deuntjes waarop de ondèl-ondèl dansten waren steeds opgewekt; de begeleiding geschiedde door de Tandjidor, waarop hieronder uitvoeriger zal worden ingegaan. De ondèl-ondèl is bijna identiek aan de barongan van Bali of, men zou het kunnen vergelijken met, de barongsai van de Chi nezen. Men vermoedt dan ook dat de ondèl- ondèl tot stand is gekomen onder Chinese invloed omstreeks de 18e eeuw. De ondèl-ondèl bestaat uit twee aange klede poppen met los zwaaiende armen. De personen die deze poppen bespelen en erin zijn gekropen zijn van de buitenkant niet te zien, behalve dan hun benen. Een van de poppen is een manspersoon, de andere een vrouwspersoon die altijd de naam draagt van Siti Rojane. De ondèl-on dèl kan men thans zien opgesteld in een van de zalen van het Museum in Djakarta aan de Djalan Merdeka Barat (vroeger Koningsplein West en daarna Gambir Barat geheten). Eens in de twee weken wordt in diezelfde zaal "rasechte" Bataviaanse volks muziek ten gehore gebracht. De ondèl-ondèl, die vroeger werd ge roepen om huwelijks- en besnijdingsfeesten op te luisteren, bezit ook een mystieke kracht. Ze werden gebruikt om afgestorven voorouders op te roepen, zodat deze de feesten eveneens konden bijwonen. Ook hadden ze ten doel boze geesten te verja gen, opdat de feesten een vlot verloop zouden hebben en het bruidspaar of het besneden kind beschermd zou worden door God de Almachtige. Terugkomende op de tandjidor, het woord is van Portugees makelij, en wel van tange- dor, hetgeen een samenraapsel moet zijn geweest van Europese muziekinstrumenten begeleid door een tandji, d.i. een grote trom of pauk. Tot voor kort werd met dit woord tandji, in Djakarta en omgeving, aan geduid de muziek of het orkest "an sich terwijl dor als onomatopee wordt gezien: de klanknabootsing van de doffe slag op de grote tamboer. Behalve een grote tam boer (trom) namen de rondtrekkende mu zikanten op hun rondgang door de stad nog een tamboer van kleiner formaat mee, een trompet of piston, klarinet, hoorn en trom bone. In een ander gedeelte van Djakarta is de door deze rondtrekkende muzikanten voortgebrachte muziek bekend onder de naam musik pet-per-dor! Zo is het Nieuwjaarsdag geweest of het tandjidor-gezelschap is verdwenen om pas bij het volgende Nieuwjaar op te duiken. De spelers van zo'n tandjidor-gezelschap zijn afkomstig van plaatsjes rondom Dja karta, gelegen tussen Tambun en Tjisalak. Het komt veelvuldig voor dat de leden van zo'n tandjidor-korps niet op elkander zijn ingespeeld, hetgeen dan aanleiding geeft tot een kakofonie van geluiden, die minder strelend werken op de gehooror ganen. Behalve met Nieuwjaar speelt een tandji- dor-orkest ook vaak op huwelijksfeestjes in de kampungs. Indien er niet wordt ge musiceerd keert een ieder weer terug naar zijn oorspronkelijke beroep. Het repertoire dat de tandjidoristen ten gehore brengen, bestaat uit populaire volks liedjes zoals Kembang Katjang, Djali-Djali en andere Sundanese liedjes. Bekend zijn hun marsen van eeuwen her, door hen trou wens gepromoveerd tot mars bulukan of "beschimmelde marsen"! De mars, die het meest ten gehore wordt gebracht, is het Wien Neerlands bloed door d'aderen vloeit, meer bekend onder de benaming Mars Se- lamatan of "Heilmars". De muzikanten zijn er zich volstrekt niet van bewust dat deze mars een koloniale erfenis is... A. Ed. Schmidgall-Tellings straatslijpers in het oude Betawie zullen deze lènongs in allerlei bezettingen en sa menstellingen gezien hebben overal waar de meer afgelegen pasars toch wel veel avondbezoek hadden, b.v. Tanah Abang (en het daarachter gelegen Kampung Kota, Ta nah Rendah, Tanah Njonja, allerlei buurten in de Kota en langs Molenvliet en Sawah- besar. Het kleinste dat ik zag bestond uit drie personen en een man (welke laatste met zijn bedoeg het accompagnement lever de voor de diverse liedjes), die elkaar af losten met een minimum aan make-up voor een toneel dat bestond uit een touw waar aan twee groezelige lappen, het "doek", en verder niets. Ikzelf wist altijd te weinig af van de oorsprong en de culturele plaats van de lènong, maar vergeleek ze direct met mid deleeuwse marktstukjes uit Europa (Elck- erlyck, de Buskenblaser, Lanseloet, enz), zoals ik ze kende uit de Nederlandse lite ratuur. Wat bij al die lènongs opviel, was de onverstoorbaarheid waarmee geacteerd werd onder vaak onbarmhartige (zij het altijd lachwekkende) critiek, terwijl het vaak gebeurde dat de spelers met snaakse ge zegden of antwoorden de critiek van het publiek betrok in het spel waardoor het geheel een apart, springlevend cachet kreeg. Mijn eerste kennismaking met het Neder landse toneel (een "cultureel" stuk) met zijn houterige "over-acting" en zijn boekjes- taal was gewoon een stortbad. En vooral het TV-toneel vind ik nog steeds "valse namaak" van wat goed toneelspel zijn kan. T.R. W. E. Grashuis heeft er tijdig aan gedacht van het Staatsiebezoek van Koningin Julia na en Prins Bernhard aan Indonesië tapes te maken van de TV-uitzendingen, die hij ter beschikking stelt van iedereen die er copyen van willen maken. Het zijn vier tapes van ieder twee maal een uur bolak balik, dus tweesporig, snel heid 9,5 cm./sec. mono. De opnamen omvatten o.a. de aankomst op Kemajoran, gevolgd door de rit naar het paleis, de tafelredes van Koningin Juliana en President Soeharto tijdens het galadiner, straatgeluiden van Djakarta (verkeer, tu- kang patri, kroepoekverkoper, vogelverko per met de diverse vogelgeluiden enz.), een vraaggesprek met de commandant van de Siliwangidivisie, de intocht in Bandoeng, in Djakarta nog het bezoek aan de oorlogs graven, bezoek aan blindeninstituut en Ne derlandse bibliotheek met interviews, de tocht naar de Tangkubanprahu, aankomst in Jogjakarta, het bezoek aan de Borobudur, documentaires van het kaliballet van W.S. Rendra in Jogjakarta, bezoek batikkerij, straatzangeres, zilversmederij, verblijf van H.M. Koningin Juliana in Tampaksiring, Bali, verblijf van Prins Bernhard op Sumatra, persconferentie en dankwoord van H.M. Koningin Juliana en Prins Bernhard, korte samenvatting in de N.O.S. uitzending. De totale duur is acht uur. Uiteraard kunnen ook gedeeltes worden overgenomen. Ge gadigden kunnen zich telefonisch of schrif telijk met de heer Grashuis in verbinding stellen. In principe leent hij de tapes niet uit, gegadigden dienen dus met hun tape recorder of cassetterecorder bij hem te komen. Ook overdag door de week, of eigenlijk bij voorkeur overdag door de week, kunnen dan samen de tapes samenvallen. Maar natuurlijk kan ook door de week 's avonds worden opgenomen. Alhoewel er wel de nodige snoeren Zijn, verdient het wel aanbeveling eigen snoeren mee te nemen. De heer Grashuis is te bereiken: Paltrok- laan 59, Rotterdam 3012, (Schiebroek), tel: 010-22.58.01. Kas verantwoording Saldo per 1-9-71 f 24,20 Ontvangen t/m 24/9: Tong Tong f 100,Mevr. M. H. Ie Fèvre- Lepp f 25,—; Mevr. A. G. H. Groenewegen f 10,Mej. C. ten Winkel f 25,Mej. S. G. Terlaak f 50,—; N.N. f 30,—; Mevr T. O- vereem 10,250, Uitgaven: 1 paikk. Sukabumi 2 Bandung 2 Djakarta 6 Surabaja inhoud pakpapier Saldo per 25-9-71 274,20 f 18,— f 19,60 27,80 f 118 188,— f 86,20 Om verwarring te voorkomen heb ik een nieuwe rekening geopend. Zij, die in de toekomst willen bijdragen, kunnen dit stor ten als volgt: Postrekening: 817791 Bondsspaarbank Nijmegen t.b.v. rekening Nr. 932037909 t.n.v. Chr. Simon. 10

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1971 | | pagina 10