VOETSTAPPEN IN 'N ANDERE WERELD
DE,, BAD AN ALOES"
DE VERRUWING OP DE
VOETBALVELDEN
Technisch Bureau HENNEMAN
19
!IM!
We woonden altijd in Dapoean en toen
mijn vader een baan kreeg bij het Staats
spoor konden wij een dienstwoning krijgen
in Patjar-keling. Het was in 1930, want ik
was 5 jaar oud, welke maand weet ik niet
meer, maar het moet in de eerste helft van
dat jaar zijn, toen mijn ouders naar het
aangewezen huis gingen kijken. Het huis
lag in de 5e gang, nummer weet ik niet
meer.
Toen ze dus het huis gingen bekijken,
kwam de buurvrouw, een javaanse, die heel
goed Hollands sprak, en die we later tante
Soemo noemden, en vroeg aan mijn moe
der, of ze hier kwam wonen. Toen mijn
moeder "ja" zei, zei ze: ik wil U niet bang
maken, maar dit huis ,,makan anak".
Iedere familie, die hier in dit huis komt te
wonen, verliest kinderen. Ik woon hier al
lang, en ik heb dit alles meegemaakt. Daar
om kom ik U waarschuwen."
Mijn ouders, gelovige mensen en trouwe
kerkgangers, nog nooit met "black magie"
in aanraking geweest, glimlachten beleefd,
dankten voor de waarschuwing en trokken
niet lang daarna met hun vijf kinderen in
het huis. Op 30 juni van dat jaar beviel mijn
moeder van een tweeling. Niet lang daarna
werd ik ziek. Ik had een wondje op mijn
rechterscheenbeen, heel onschuldig, maar
ik kreeg wondroos, wat zich verder en ver
der uitbreidde en niet lang meer of mijn
hele rechterbeen zat helemaal vol. Ik moest
om de andere dag naar de CBZ in Simpang
en dan werd alles gecompressed met Buro-
wi water; meters en dan ook meters ver
band, vanaf m'n voet tot m'n lies. Ik zie mijn
moeder, als s'middags het compres ver
nieuwd moest worden, al dat verband op
nieuw goeloeng, en daarna weer aanleggen.
Een van de tweeling stierf toen het 3 weken
oud was, zomaar in mijn moeders armen,
na de voeding. Ik hoorde mijn moeder gillen
en huilen, en ik in mijn lange stoel, want
lopen kon ik al niet meer, wist niet wat er
aan de hand was en later hoorde ik het.
Mijn ziekte werd erger, ik kreeg er hoge
koortsen bij en ik ging nog altijd met één
van mijn ouders trouw de gang naar het
CBZ zonder enige verbetering. Later hoor
de ik van mijn moeder, dat op een gegeven
moment, ik niet meer hoefde terug te ko
men, want er was voor mij geen genezing
meer mogelijk.
Toen ging mijn moeder op een ochtend een
poosje weg om iets te regelen, ze baadde
de andere helft van de tweeling, voedde
haar en legde haar neer, met de woorden:
„Zoet zijn ja, mama gaat even uit. Ik ben
zo terug" Ik herinner me, dat toen mijn
moeder thuis kwam, haar eerste vraag was,
of adik al wakker was. Nee, zei ik, adik
was erg zoet zelfs. Mijn moeder waste haar
handen, en ging naar de baby kijken met de
woorden, „adoeh, mijn kindje is zo zoet ja,
is niet gaan huilen"; totdat ze bij de baby
kwam en moest constateren, dat de baby
dood was.
Dat mijn ouders wanhopig waren, kunt
U wel begrijpen. Twee kinderen dood en
het derde opgegeven. Toen moest ze weer
aan de woorden van tante Soemo denken.
We hadden ook een oude baboe, die alles
had meegemaakt. Op een middag, sprak ze
tegen mijn moeder, nja, non Wennie tidak
sakit biasa. Zal ik een doekoen voor U
roepen, misschien dat de non nog gered
kan worden. Direct zei mijn moeder: „roep
die doekoen, als mijn kind maar gered
wordt. Ik lag 's avonds met hoge koorts in
bed, toen een lange, donkere man binnen
kwam, mij aankeek en om een ei en een
prapèn met vuur vroeg. Die werden aange
dragen, wierook werd op het vuur gestrooid
en hij haalde een 'kris te voorschijn, haalde
hem uit de schede, hield hem in de rook
en prevelde iets. Het ei legde hij op mijn
navel. O, ja, ook nog een glas water werd
bij het vuurtje gedaan. Het ei werd later
weggegooid.
Het water moest ik opdrinken en op slag
was ik koel, geen koorts meer. Het bleek
dat in de hoek van onze kamer een "badan
aloes" woonde, die onder geen voorwaarde
geplaagd wilde worden. Ik had met een bal
gespeeld, die onder het bed rolde, en toen
ik hem wilde halen, had ik hem „geseng-
gol". Hij maakte me ziek totdat ik dood zou
gaan. De doekoen gebood hem weg te
gaan, maar hij bleef halsstarrig. Wel beloof
de hij geen kwaad meer te zullen doen, als
hij een hoekje van de kamer kreeg waar
niemand meer mocht komen. En zo gebeur
de
Een grote zware kast werd in die bepaal
de hoek geplaatst, zodanig dat er een hoek
je vrij kwam en wij kregen orders nooit in
dat hoekje te komen. Alles was nu goed
en toen wij van dat huis weg gingen, werd
het verder verteld aan de volgende bewo
ner.
In 1961 ben ik nog naar dat huis negaan en
er naar gekeken. Het was leeg...
Zou de waarschwing niet verder zijn ver
teld?
Winnie
Zelfs niet-voetballers nemen perio
diek kennis van diverse soorten van
verruwing op de voetbalvelden, waar
de sportiviteit vaak ver te zoeken is.
Terwijl ook het publiek zidh regelmatig
niet onbetuigd laat, met flessen en
blikjes smijt en soms het veld opstormt
om zelf "het recht" in handen te ne
men.
Hoewel zelf eens een echte voetbal
fan geweest zijnd, heb ik me hier in
Holland zelden op voetbalvelden laten
zien. Vanwege het gebrul en geblaas
op toeters, waardoor horen en zien
een ieder vergaat. Om nog maar te
zwijgen van eventuele vechtpartijen en
het gooien van rookbommen of vuur
werk. Zo erg als het hier staat, is het
natuurlijk maar zelden. Maar voetbal
cumuleert regelmatig tot onbeschaafde
en grove vertoningen. Waarna ijverig
gespeurd wordt naar de schuldvraag
om een mede-sportsman aan de
schandpaal te nagelen.
Wie van voetbal alleen thuis kennis
neemt door de sportpagina's in elk
blad, ontdekt na een poosje dat een
grote boosdoener en opruier de pers
is, tuk op schandaaltjes, graag vage
geruchten de wereld in zendend, en
vaak ook doodgewoon door het bezi
gen van taal die "uit zichzelf" al kwaad
bloed zet. Waarom wordt b.v. graag
van verliezende clubs gezegd dat zij
"vernederd" zijn? Of dat zij "door de
knieën gegaan" zijn? Is dit nou sport?
Waar men vroeger de verliezer de
hand reikte? Gaat men tegenwoordig
echt de deur uit om elkaar te vernede
ren? Ik geloof NIET dat voetballers dat
doen.
Hier ligt de fout uitsluitend en alleen
bij de pers, die zich zonder schroom
van onsportieve en grove termen be
dient. Twee grote bladen heb ik on
langs geschreven over dit "journalis
tieke" gebruik, maar tot mijn verba
zing zagen de heren redacteurs hier
helemaal niets onaardigs in en daarom
wilde men mijn ingezonden stuk niet
plaatsen. Is dit nu een volk dat zo
graag kampioen wil zijn voor verdrukte
volken en zo erg tegen slavernij is?
Binnen onze landsgrenzen bloeit in
elk geval die mentaliteit van minach
ting en veroordeling nog steeds. Zo
lang de sportvoorlichting niet verbe
tert, zullen wantoestanden op de sport
velden blijven bestaan.
Rawit
N.V. Azië Zwitserland
Handel Mij.
Sinds 1916
ELECTRISCHE-, CENTRALE VERWARMINGS- EN
SANITAIRE INSTALLATIES, TEVENS GASFITTERS
specialisten in onderhoud en vernieuwingen van installaties in reeds
bestaande huizen.
Volledige garantie, prijs offerten.
Atjehstraat 68 - 72
Den Haag Telefoon 55 03 00 (3 lijnen)
Bij bestellingen van de oude boe
ken, niet direct de giro overma
ken. Er is in de meeste gevallen
maar 1 exemplaar in voorraad en
misschien is een ander U net
voor geweest! Dus bestelling per
briefkaart, betaling na ontvangst!