M Leven op meisjeskostschool „Bangkong" "n/M De foto van de meisjes uit deze school bracht vele herinneringen boven. Een paar, die erop staan ken ik persoonlijk of de zusjes ervan. Mies Pechler is mijn schoonzuster, bij wie ik vaak kwam op mijn vrije 3e zondag. Ande ren waren klasgenoten van mijn zuster. Toen ik op die kostschool kwam waren er o.a. Dee en Emma Delmaar, zusters Dora, Wies en Leen Muller, Virgenie Klein (vis door ons genoemd) Dee van Heeteren Wedding, Jenny Haag was er ook nog evenals Willy Egter van Wis- sekerke. De andere nieuwelingen wa ren o.a. Lies en Mien Kunkels, Jeanne en Wies van Polanen Petel, Noes Grutzmacher, Troel van Blommestein, Dee Gouwen, Thecla en Jet Niet uit Magelang, Nina Kluyver, Felie en Bea Lemette (2 m's?) Victorine de L'Etang, Nini Beers, Wies Portier, Nini Middel beek, die later een chambré naast me had en waarmee ik wel eens fluisterde, als we uit ons raam naar buiten keken. Niet te vergeten Jopie Looyaard. Al gauw raakten we gewend aan 't leven op zo'n kostschool. We werden gewekt door een kleine venijnige hand- bel, die Zuster altijd bij zich scheen te hebben. Een ochtendbad om 5 uur was genoeg om je klaar wakker te maken. Tegen 6 uur naar de kapel, hierna, nog steeds stilzwijgend, omdat praten al die tijd verboden was, weer naar boven om ons bed op te maken. Pas bij 't ontbijt kwamen de tongen los. In de grote en mooie eetzaal snaterden we als eenden; je weet hoe meisjes zijn! De schooluren waren van 7 u - 1 u, met twee uitspanningen. Bij de over loop van school tot hoofdgebouw trok een van de meisjes eerst aan de grote bel, direct gevolgd door een opwek kende mars vanwas het niet Betsy v. d. Handel? Na schooltijd moesten we onze tas naar de "stuud" (studiezaal) brengen waar we elk onze vaste plaats hadden en nog achterin een ruimte in de kast voor andere schoolboeken. Op ons dooie gemak slenterden we dan naar de eetzaal voor onze rijsttafel; waar we mekaar onze ervaringen van de dag vertelden. Verplicht was om even te rusten, dus liepen we weer naar boven voor een dutje. Er mocht niet geleerd worden, maar toch zagen sommige meisjes kans om een leerboek mee te smokkelen vooral in de repetitietijd. De toiletten waren beneden en we mochten tijdens de rust altijd gebruik ervan maken, doch op een dag leek 't wel, alsof we allemaal tegelijk moesten. Ik was een van de eersten, maar on derweg zag ik meer meisjes en naar boven gaande zag ik tot mijn verba zing de hele trap vol zittende meisjes, hun beurt afwachtend, terwijl zuster Evelien wantrouwig uit 't raam keek. Maar we deden niets en 't was even min afgesproken werk. Ik vermoed, dat 't personeel van de keuken daarna ondervraagd werd. Na een oproep van ons in Tong Tong om over kostschool- of kosthuiservaringen te schrij ven, heeft tot nu toe maar één lezeres gereageerd. We wilden dat het er meer waren. Waar blijven de heren? Vergeet niet dat in dat enorme eilandenrijk met meestal geen adequate on- derwijs-inrichtingen in veraf ge legen plaatsen bijzonder veel kinderen op kostscholen of in kosthuizen logeerden, ja zelfs voor bijzonder veel kinderen on derwijs haast synoniem was met "in de kost". De kosthuisjaren vormen dus een belangrijk onder deel van het Indische leven. Wie komt er met meer op de prop pen? - Red. Met alweer die vernijnige bel mochten we naar beneden voor ons tweede bad met eens in de twee weken op woens dag de gelegenheid om ons haar te krammas. Daarvoor stonden kleine emmertjes met merang water in een hoek. Wie herinnert zich de naam van de Zuster, die op een bank zat, bezig met allerlei kleine werkjes. We bleven wel eens bij haar praten als we op on ze beurt moesten wachten. Was ze niet van de fröbelschool? Een heel lief mens vond ik haar. Om drie uur begon "t studeren, zonder praten natuurlijk. Degene, die pianoles kreeg moest een half uur studeren. Daarvoor gingen we naar een lokaal aan de Peterongan kant, waar in drie kleine kamertjes een piano stond. In de middelste gaf een lange zuster les en als ze niets hoorde, kwam ze even kijken waarom je niet oefende. Het was in de tijd van Boemel Petrus, weten jullie dat nog? We mochten dit niet spelen noch zingen of neuriën. Driemaal in de week werden we ge lucht, ik bedoel, dat we een wandeling maakten op dinsdag en vrijdag in de Sompok omgeving en de zondag rich ting Hoogeraadslaan. Achter ons Zus ters Evelien en Josepha (kap dat?) die eveneens een luchtje schepten. Inderdaad was de zondag gezellig. Na Kerktijd en ontbijt brieven schrijven in de stuud en daarna mochten we doen wat we wilden in de lange gaiierij die begon aan de Peterongan en eindigde aan de Bangkongstraat (hoofdingang). Bij groepjes van 2, 3 of meer zaten we dan gezellig op de banken te vertellen over alles en nog wat. Zuster Evelien maakte soms hier en daar een praatje. O, en de Sinterklaastijd! Weten jullie nog hoe Zwarte Piet (een van ons) heel onverwachts te voorschijn kwam met lidi en goeniezak, helemaal zwart ge maakt gezicht! Kwam ze bij ons in de studiezaal dan sprongen we overeind, schreeuwend en gillend, mekaar opzij duwend weg van Piet. Ik wist niet hoe gauw ik 't raam uit klom, om buiten het bereik van de Piet te komen. Een andere keer kwam Piet, toen we 's avonds op de galerij waren. We renden alle richtingen uit sloffen wegschop pend om zo vlug mogelijk vóór Piet te blijven. Daarna lachten we ons ziek om de gekke wegloperij. Ik weet nog, dat Jeanne van Polanen Petel de bibbera- tie kreeg en opeens niet meer kon lopen, Arme Jeanne! 6 december was een vrije dag en mochten we snoepen zoveel we wilden, doch geen castoro- lie meer. Dat was afgeschaft. Om kwart voor acht 's avonds werden we bijeen geroepen om naar de kapel te gaan voor 't avondgebed. Zuster Hermanda (heel oneerbiedig Kambing gedoopt) leidde ons en zat achter ons. Het gebeurde weieens, dat een van ons opeens dacht aan iets koddigs en een hik gaf. Dat was 't sein om mee te hikken. We durfden elkaar niet aan te zien, bang om 't uit te proesten. Men zag schokkende schouders en rood aangelopen gezichten en 't duurde een tijdje voor we helemaal rustig waren. Na afloop van 't avondgebed liepen we zonder hardop praten tot onderaan de trap naar de slaapzaal. Een paar vroegen wel eens of ze mochten uit slapen en dat werd toegestaan. Zuster Dorica (Doris) kwam nog altijd 's zondags in de stuud om ons 't een en ander bij te brengen. Niet met gekruiste benen zitten, niet te hard lachen, geen gefluit, geen kabaal met. 't eetgerei en nog veel meer. Er werd een foto genomen van alle 60 kostschoolmeisjes in 1923 of zoiets. Wie van jullie heeft die nog? 't Zou erg leuk zijn om die te zien na bijna 50 jaar! Kun je 't je voorstellen? Ik dank mejuffrouw M. S. die hiermee begonnen is en ik hoop van harte, dat nog anderen over Bangkong gaan schijven. Naschrift. Zuster Evelien zag ik terug in St. Eli sabeth Ziekenhuis, Tjandi. Ook Zuster Antoine heb ik daar gesproken, beiden onveranderd. Zuster Dorica zag ik heel even, ze was toen zo teer en oud. Fragiel zou je zeggen. Later las ik in de krant van hun overlijden. Dat was ongeveer in 1947. Stans Th. of C.WallerDiemont-Thomson 13

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1971 | | pagina 13