Het bezoek van Koningin Juliana Dit artikel over het bezoek van het Vorstelijk Paar aan Indonesië plaatsen wij graag als een voorbeeld van objec tieve en toch meelevende reportage. Wat een verschil met de serviel anti- koloniale Nederlandse pers-reportages! En toch is de schrijver van dit artikel één van 'de oudste en onverzettelijkste anti-kolonialen geweest toen Indonesië vrijgevochten moest worden! Maar Moh. Roem is ook een gentleman die zijn hormats onverminderd brengen kan! - Red. Vertaald door Drs. H. D. van Pernis) Nog nooit viel een buitenlands staatshoofd een ontvangst ten deel als Koningin Juliana. Dit is niet alleen de mening van schrijver dezes, het is een in brede Kring gedeelde opvatting. Het is een makkelijk te controleren feit, want zolang de Indonesische Republiek haar plaats inneemt onder de vrije volken, is er dikwijls bezoek geweest van buitenlandse staatshoofden. De ontvangst van buitenlandse staatshoofden is gebonden aan strikte protocolaire voorschriften. Het staats hoofd, de gastheer, is daarbij zelf aan wezig op het vliegveld, er worden met een kanon 21 saluutschoten afgevuurd en de erewacht wordt geïnspecteerd door de Hoge Gast. De volksliederen van de beide landen worden gespeeld, het gehele corps diplomatique en de hoogste regeringspersonen geven acte de presence en "diluar pagar" (op een afstandje buiten de afzetting) staat het publiek te "nontonnen". Het aantal toekijkers hangt af van de belangstel ling van het publiek zelf, dan wel van het "geleid" zijn door de regering zoals in de tijd van Soekarno. In die tijd kregen de kantoren, bedrijven en scho len bevel om te sluiten en alle ambte naren, arbeiders en studerenden moes ten massaal naar het vliegveld gaan of langs de kant van de weg staan. Ge lukkig is het beleid van President Su harto anders. Hoe strikt de hand werd gehouden aan het protocol zagen we ook vlak nadat Koningin Julina op het vliegveld Kemajoran was aangekomen. Toch vonden we dat er een verschil was, niet in het aantal aanwezigen, of de nauw keurigheid waarmee het protocol werd gevolgd, maar wel in de vrolijke, spon tane sfeer. Voor het eerst bezocht het Neder landse Staatshoofd Indonesië, maar de bezoekster was eigenlijk een oude kennis en in de term "oud" ligt ook de eeuwenlange overheersing besloten. Kan uit een periode van overheersing, d.i. een onnatuurlijke verhouding tus sen twee volken die intussen verbro ken is (omdat er geen vreedzame op- door Mohamad Roem lossing was, moest het wel met bloed vergieten), kan uit zoiets iets goeds komen, dat zich manifesteert bij het bezoek van de Koningin? Het antwoord is: ja. Het bezoek van Koningin Juliana was aanleiding tot veel overpeinzingen. Het Wilhelmus werd ten gehore gebracht. Voor een deel van het Indonesische volk dat aH wat op leeftijd is, is dit geen onbekend lied. Wij kenden het allang, 't Is voor ons niet zomaar een willekeurig lied. Wij kenden het als het "volks"lied, met "volks" tussen aanha lingstekens. Met dat lied begonnen wij vroeger bepaalde evenementen of plechtigheden, zoals we dat nu doen met het Indonesia Raja. En we eerden er de komst van hoge personen mee. Toen hadden we nog geen eigen volks lied. Toen wij zelf een volkslied wilden hebben en Soepratman in 1928 dit componeerde, werd het door de kolo niale machthebbers verboden. Het ging met de geschiedenis van het Indonesia Raja ais met de geschiedenis van onze vrijheid. De Koningin eerden wij met het Wilhelmus en daarna hoorden wij ons eigen volkslied weerklinken. Daarmee zijn wij gekomen tot een meer natuur lijke toestand. Omdat wij van jongsaf het Wilhelmus hebben gekend, zongen wij in stilte mee, maar nu in een bereid willige stemming. Bij het diner dat door de Koningin werd gegeven ter ere van President Suharto en diens echtgenote, mevrouw Tien Suharto, zat schrijver dezes aan een ronde tafel met acht personen. Een groot deel van de gesprekken ging er die avond over hoe hoog het bezoek van de Koningin was te waarderen. Alle aanwezigen waren van mening, dat de ontvangst die de Koningin was be reid, buitengewoon was, buiten alle verwachting. De schrijver dezes zat naast de Commandant van de Djakar- tase politietroepen, Djaya Widodo. Aan hem vroeg ik of er nog moeilijke of gevaarlijke ogenblikken waren geweest in verband met het handhaven van de orde en de veiligheid. Hij antwoordde dat er geen groep was, hoe klein ook, die Koningin Juliana niet welkom heet te. De zorg voor de veiligheid leverde geen moeilijkheden op. Ik zat naast Prof. Sarwono. Deze verklaarde dat buiten de officiële relaties er vroeger ook gewone intermenselijke relaties groeiden op het gebied van weten schap en studie. De Nederlanders en de Indonesiërs kennen elkaar en we ten van elkaar wat de sterke en zwakke plekken zijn. Die wederzijdse bekend heid leidde ertoe, dat de beide volken elkaar in het persoonlijke vlak konden waarderen, en toen Koningin Juliana kwam, stond de ontvangst dan ook in het teken van die gezindheid. Prof. Sarwono voegde er aan toe dat Prins Bernhards bezoek vorig jaar aan Indo nesië en de houding van de Prins te genover het Indonesische volk dat hem ontving, zowel officieel als niet officieel, de weg bereid heeft voor het bezoek van de Koningin nu. Mej. Ma joor Coidenhoff, van de Indonesische zeemacht, die als adjudant was toege voegd aan de Koningin, vertelde dat gedurende de reis van Djakarta naar Bandoeng, er steeds publiek stond aan de kant van de weg om de Hoge Gast te verwelkomen. En de Vorstin was er steeds op bedacht deze begroetingen telkens met gelijke aandacht te beant woorden. Hoewel de adjudant van de Koningin zelf al eens in Indonesië was geweest, zag hij dit alles met verbazing en de ontvangst die de Koningin overal ten deel viel, was voor hem ook buiten alle verwachting. In Djokjakarta werd onder leiding van Sultan Hamengku Buwono aan de Vorstin een ontvangst bereid zoals nog nimmer was gebeurd zolang de Repu bliek bestond. Schrijver dezes zag alles op de TV en las er veel over in de kranten met een gevoel van dankbaar heid. De parade van de Koninklijke Garde van Djokjakarta die werd gehouden ter ere van Koningin Juliana, was nog precies als wat ik in de koloniale tijd zag. Toen was ik nog jong en tamelijk anti-feodaal en anti-koloniaal gezind. Ik lachte om die parade, die meer op een groepsdans leek dan op een mili taire exercitie. Maar ik begreep toen tertijd dat de koloniale regering het niet goed zou vinden als de Koninklijke Garde werkelijk exerceerde en zich militair oefende. Dat zou als gevaarlijk zijn beschouwd voor de positie van de koloniale regering. Nu maakte deze parade en al de kostbaarheden uit de kraton van Djok jakarta, die in geen 40 jaar meer door een mensenoog waren aanschouwd, deel uit van het ontvangstceremonieel. Dit alles behoort tot een oude, cultuur- verrijkende traditie. Met de beste be doelingen werd dit schouwspel gebo den ter ere van het Hoofd van een be vriende staat, een Staatshoofd dat hoe de betrekkingen vroeger ook geweest waren, nu kwam met een uiterst bemin nelijke, innemende houding. Intussen werd 't duidelijk dat het de houding van de Koningin zelf was ge durende het 11 dagen in beslag ne mende, propvolle program, die ertoe leidde dat de ontvangst overweldigend was. Toen er veel mensen waren, op officieel en niet-officieel niveau, die de Vorstin een hand wilden geven, had 6

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1971 | | pagina 6