Op Reis met een
Round The World Ti
ket: Djakarta
Pas na 4 weken verblijf in Djakarta
voelde ik de lust en de moed om deze
notities over Djakarta en Indonesia te
beginnen.
Djakarta, waar we in het verre ver
leden (voor het eerst 40 jaar geleden
en nadien nog herhaaldelijk, vooral
ook na de oorlog zoveel tijd, werk er
varing, vreugde, moeite, vrienden heb
ben achtergelaten, waar zo enorm veel
is gebeurd en veranderd, dat bij Indo-
nesiers en bij buitenlanders zozeer het
centrum van Indonesia is geworden,
deze stad weer te zien is een sensatie
die vraagt om een bijzonder oordeel.
Wat voor indruk maakt Djakarta, is
een vraag die niet alleen onze vrienden
in Nederland ons zullen stellen, maar
die onze Indonesische vrienden ons
herhaaldelijk stelden, met enige ge
spannen verwachting.
Het is eenvoudig niet mogelijk, hier
op een kort zwart- wit antwoord te
geven. Het best is nog te spreken van
een stad van tegenstellingen. Naast
prachtige monumenten, skyscrapers,
geweldige verkeersaders, parken, wijd-
se kantoorgebouwen, 'n enorm verkeer,
duidelijke welvaart en vooruitgang
een internationale allure, ook bittere
armoede, bedelaars, volgepakte stra
ten met betjaks, volgepakte buurten en
kampongs met bouwsels die het woord
behuizing niet verdienen, opgehoopt
vuil, hitte, stof, vieze sloten.
Maar, na het opmaken van de balans
van al deze tegenstellingen, en nog
eèn aantal andere elementen, toch wel
beslist een positief resultaat: Djakarta
leeft! En is sterk vooruitgegaan, ook
vergeleken bij de koloniale tijd
En de verbeteringen gaan dagelijks
door, vooral dank zij de tovenaar van
Djakarta, de, zich nog steeds waarne
mend noemende, gouverneur van deze
4 (of 6?) miljoen tellende reuzenstad.
Aii Sadikin, die steeds maar weer
nieuwe projecten opstelt en uitvoert
en zijn medewerkers weet te inspire
ren, en nog het geld er voor weet te
vinden ook, soms op de meest wonder
lijke manieren, want de gewone belas
tingen leveren niet genoeg op, er zijn
te veel manieren om deze te ontduiken,
en een goede administratie is nog niet
op te zetten door gebrek aan getraind
kader.
O, er valt zo veel te praten over
Indonesia, alleen al door een verblijf
van een maand in Djakarta. Pijnlijk
soms, maar heel realistisch ook, wordt
je gewaar, dat de voor een westerling
normale manier om iets gedaan te krij
gen of om iets te regelen, in het alge
meen niet opgaat, en al gauw raak je
er aan gewend dat iedereen eigenlijk
leeft van een "bijverdienste", en dat
deze bijverdienste, naast een tolerante
en toelaatbare vorm, soms ook heel
vaak een vorm van corruptie aanneemt.
En "tawarren" (loven en bieden) is nog
steeds een geliefde methode om tot
zaken te komen.
Als we zo eens nagaan waarmee we
geconfronteerd werden bij ons bezoek,
dan beginnen we met het begin. Tijdens
de vlucht van Singapore naar Djakarta
voelden we toch wel een vreemde
spanning. Hoe zou het zijn? Hoe zou
onze aankomst zijn? Zou er iemand
zijn?
De verrassing was groter dan we
hadden durven dromen. Het was ge
woonweg een feestelijke intocht. Er
waren zeker 12 mensen, oude en nieu
we vrienden, gastheren en gastvrou
wen, met aan de vliegtuigtrap al een
delegatie die permissie had al onze
zorgen, formaliteiten, bagage, enz. over
te nemen, zodat we de aankomst onge
stoord konden "vieren" in de aan
komsthal, met alle hartelijkheid en
vrijmoedigheid die alle reserve weg
nam. En bij ons eerste gastvrije lo
geeradres zaten we temidden van een
vriendenkring, die merkwaardig alle 16
jaren van afwezigheid deed vergeten.
Wat ouder, wat dikker of magerder ze
zaten er weer. En wat het nog meer
vertrouwd maakte, het huis waar we
logeerden was hetzelfde huis waar ik
40 jaar geleden ook een jaartje ge
woond had, en onder de oude beken
den waren er twee, die dat nog hadden
meegemaakt. De jaren vielen weg. En
dit herhaalde zich na 4 dagen, toen
een speciale reünie van deze en nog
vele andere oude vrienden, op dezelfde
plaats gehouden kon worden, waarbij
ik de gelegenheid had op meer gere
gelde wijze iets te vertellen over ont
wikkelingen buiten Indonesia, in het
bijzonder over de "Indische mensen"
in Nederland, en een boeiende en
intelligente gedachtenwisseling kon
plaatsvinden.
Na deze eerste oriëntatie en ontmoe
tingen een reeks van dagelijkse nieuwe
kleine ervaringen en herkenningen, mo
gelijk gemaakt door vrienden en gast-
vrouwe, met auto of jeep, maar soms
ook op eigen gelegenheid per betjak
of bus, door de hele stad in alle hoe
ken en gaten, maar ja, de stad is zo
groot, dat je onmogelijk alle oude en
nieuwe plekjes kunt bezoeken. Wel
ontmoeting met veel mensen, die toch
allemaal, na de gezamelijke reünie, wel
graag willen hebben dat je nog eens
apart komt praten.
Op onze reis door Japan ontmoetten
we een Amerikaan, die ook in Djakar
ta geweest was, en op onze uitlating
dat we daar een maand zouden verblij
ven, toonde hij daarover zijn verbazing.
Hoogstens twee dagen, vond hij was
genoeg want Djakarta was een "filthy
crowded city", waar maar weinig te
zien was.
Ja, voor jou wel, maar voor ons ging
het niet om die paar monumenten, waar
je in een ochtend langs kunt rijden,
maar om de mensen! En dat is wat
we in Djakarta intens hebben gedaan,
mensen gesproken. Mensen, individu
eel en op bijeenkomsten, hoofdzake
lijk Indonesiërs, en wij waren zo ge
lukkig zoveel Indonesiërs te kennen of
te leren kennen. Mensen van allerlei
kaliber, van de Sultan Hamengku Bu-
wono af, met wie wij een geanimeerd
gesprek mochten hebben, tot nauwe
lijks het hoofd boven water houdende
oude gepensioneerde Indonesische of
WN vrienden toe, waarvoor we soms
diep de kampong in moesten. Maar
toch, ook de eenvoudigste en minste
bemiddelde, heeft het nu een beetje
beter dan onder het Sukarno regime,
men is het tegenwoordige regime dank
baar, alleen al omdat de inflatie be
dwongen is.
Mensen, kooplieden (meestal van
Chinese origine), en prijai's (vooral de
Javanen zijn van huis uit prijai's, ksa-
trijas's), trachtende een nieuwe samen
leving op te bouwen met de elementen
van oude historische tradities, kolonia
le restanten, ontwikkelingshulp, trach
tende een middenstand te scheppen,
daarbij tevens een nieuwe elite pro
ducerende, waar het Nederlands nog
veel wordt gebruikt, maar waarvan de
jonge generatie het Engels prefereert.
Toch is er veel belangstelling voor de
Nederlandse taal ook onder de jonge
ren, getuige de cursussen in het Eras
mus Huis aan Menteng Raya 25.
Wie over Djakarta praat mag niet
nalaten ook over de betjaks te praten.
Erger dan de taxi's in Manilla, volko
men onverschillig voor gevaar, draai
ende en kerende tussen auto's en
trucks, voorrang nemende, alle regels
negerende, soms tegen het verkeer
in rijdende, beheersen de betjaks het
verkeer van Djakarta, en beheersen
de betjakvoerders de straatpolitiek.
Want geen automobilist zal het riske
ren een betjak aan te rijden, want dan
komen nu of de volgende dag thuis,
alle collega's opdagen en is de auto
mobilist zijn auto en zijn leven niet
zeker. Ze hebben ook de sterkste vak
bond en voelen zich onkwetsbaar. Voor
je instapt wel de prijs afspreken, je
leert al gauw wat je moet betalen, en
dan houden de heren zich ook aan de
afspraak. Betjak rijden in Djakarta, al
lijkt het spelen met je leven, is niet on
veiliger dan autorijden of lopen.
Hlll*01"
9