mr y Frits Bisschof maakte een jubileumgeschenk voor Koningin Wilhelmina fM'ét". AM «lJ Een grote doos van Sonokelinghout, een houtsoort verwant aan het ebbenhout, waarvan het deksel was bewerkt met motieven voorstellende de geschiedenis van de Indische archipel vóór, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog. De doos was ingelegd met 32 bewerkte kenarienoten, de op het deksel aangebrachte elk een bepaald Indonesisch volkstype uitbeeldend met ernaast het daarbij behorende type woonhuis. De op de wanden van de doos aange brachte noten hebben een wajangvoorstel ling als motief. Zo fijn zijn de kanariepitten bewerkt, dat ieder detail er duidelijk op is te onderscheiden. Aan de binnenkant van het deksel is de kaart van de Indonesische archipel uitgesneden met in de rechterbo venhoek een uitgesneden camée van Ko ningin Wilhelmina. Het hierboven beschreven kunstwerk was het geschenk dat door het KNIL in 1948 aan Koningin Wilhelmina ter gelegenheid van Haar gouden regeringsjublileum werd aangeboden. Het idee ervoor was afkomstig van de vaandrig F. Bisschof en bij de uit werking ervan werd hem alle vrijheid ge laten. Het gereedschap waarmee hij de doos maakte was hetzelfde dat ook in krijgsgevangenschap door hem werd ge bruikt bij de bewerking van kenarienoten (Zie Tong Tong, no. 9, blz 13) Acht maanden lang werkte de Heer Bis schof dag en nacht om het geschenk op tijd voor de grote dag klaar te hebben, en op 16 augustus, vijf dagen voor het vertrek van de delegatie van Indonesië naar Neder land legde hij de laatste hand eraan. Het gereedschap waarmee de doos werd gemaakt bestond uit: een wielspaak van een motorfiets, een stuk balein uit een schacht van een laars en een paar naalden. Hem viel de eer te beurt, om de fraaie doos met een fotoalbum over het KNIL persoon lijk aan Koningin Wilhelmina aan te bieden. Als lid van de KNIL delegatie die onder leiding stond van Generaal Buurman van Vreeden maakte hij alle plechtigheden en festiviteiten mee die plaatshadden in ver band met het gouden jubileum en de daarop volgende inhuldiging van Koningin Juliana. Ook de vier prinsesjes werden niet ver geten en kregen ieder een in hout gesneden servetring met 'n batikservetje, met 'n daar op (door Mevrouw Bisschof) geborduurd kroontje. De regering achtte het werk van de Heer Bisschof van zó grote waarde, dat besloten werd dat het Tropenmuseum in Amsterdam de definitieve bewaarplaats zou worden voor de doos met het album. Na de souvereiniteitsoverdracht vestigde Frits Bisschof zich in Manokwari op Nieuw- Guinea om zich een nieuwe toekomst op te bouwen. Ook hier verwierf hij de reputatie van de "man met de gouden handen", door dat hij voor de Protestantse kerk in deze plaats de avondmaaltafel, de kansel en het doopvont vervaardigde, die alle ook weer van groot vakmanschap en de kuntzin ge tuigden. Tot zover de "stof-opzoeker" Ch. Man- ders. Tjalie Robinson acht deze kenarienoten- kunst één van de zeer weinige typische Indo-kunsten. Die zich ontplooien kon om dat wij in krijgsgevangenschap en vooral in het IVde en Xlde Bataljon, het zogenoemde "Indo-Bat", geen positie hoefden te kiezen tussen verplichtingen aan de Nederlandse of de Indonesische maatschappij, zodat wij \x-* f* \Wv 1 VvV Boven links: De doos van boven gezien, langs de rand 16 met de hand uitgesneden kenarienoten. Boven rechts: details van het deksel. Beneden links: binnenkant van het deksel met daarin uitgesneden de Indonesische archipel, in de rechterbovenhoek, eveneens in een kenarienoot gegraveerd een camee van Koningin Wilhelmina. In de doos is het album te zien door het KNIL aangeboden, gebonden in Palembang-kain. Beneden rechts: de doos met batikservetjes, die aan de vier Prinsessen werd aangeboden.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1972 | | pagina 16