Belandja bij Toko Tong Tong RAMPOKKERS BLADVULLINGEN eoer the twain ól\all meet Misschien hebben onze lezers onthouden wie Chris Simon is. Hij stuurt kledingpak- ketten naar allerlei adressen in Indonesië als U hem de kleren toestuurt én de ver zendkosten. Voor 15,zoekt Chris voor U kleren bijeen (wat U zendt, is welkom!) en hij pakt alles in en gaat ermee naar het postkantoor (vooral die laatste dingen vindt menigeen "lastig"; Chris offert er vrije tijd voor op!). Mocht U willen helpen: hier is zijn adres: Chr. Simon, Cantatestraat 102, Nijmegen. Geld sturen naar Postrekening 817791 v.d. Stichting Bondsspaarbank Nij megen t.b.v. Chr. Simon. Maar goed, niemand merkt hier wat van. En dan opeens komt er een brief van Soe- rabaja waaruit wij de volgende passages optekenen: ...die Chris Simon is een pracht van een vent. Zijn pakketten beginnen al binnen te komen en het bestuur heeft de handen vol. En te bedenken dat hij dat helemaal belangeloos doet! Het moet een hoogstaand iemand zijn. God zegene hem! We hebben het momenteel erg druk vanwege de Kerst endoor hém! Maar we schrijven hem zeker. We vin den hem allemaal een mieterse vent! Toen we deze complimenten van Dr. Soet- jahjo aan Chris overbrachten, was hij juist bezig een brief aan ons te schrijven over een ander onderwerp, maar hij plakte deze woorden eraan vast: ...Ik ben blij dat Oom Soetjahjo ge lukkig is met die kleding. In het begin schreef ik hem een brief waarin ik hem uitlegde dat al deze zendingen mogelijk worden gemaakt door de goedgeefs heid van anderen. Mocht Oom Soetjahjo in Tong Tong een woord van dank willen zeggen, laat hem dan in de aller eerste plaats die mensen bedanken die voor het geld hebben gezorgd. Ik ben maar het instrument om de boel verder te dirigeren. Al lezen we nóg zoveel tijdschriften en kranten, zelden of nooit komen we zulke uitwisselingen van kalme, goede gedachten tegen als de bovenstaande. Weet U, zulke gedachten vormen de "backbone" van héél het Tong Tong-werk. Want mensen als Chris en "Oom Joop" Soetjahjo zijn geen uitzon deringen, maar hebben we véél meer in onze lezerskring. Ik wed dat er uit deze kring ontelbare paketten naar Indonesië zijn gezonden voor Lebaran en Kerst. Maar wie geen pakket heeft kunnen stu ren, kan het alsnog doen in deze eerste maand van het nieuwe jaar. Wat een prachtig begin, nietwaar? Als Uzelf niet naar de post kunt gaan, stuur dan vijftien pop naar Chris. Hij BEUKT, wat je noemt. Maar als U hem helpen wilt, stuur dan zélf wat: een half uurtje inpakken (U heeft tang- goeng oude, maar goede kleding), een half uurtje naar de post, pakket aangetekend versturen naar Jajasan Gita Kirtti, Djalan Pemuda 64, Surabaia, Indonesia en hij is voor een heel lange tijd "voor de bakker"! En wij geven hiermee tastbare gestalte aan Kipling's definitie van ware vriend schap tussen Oost en West... „though they come from the end of the earth!" Letterlijk en precies. Indonesië ligt 20.000 km van ons af - de volle wijdte van de aarde - en onze wil om te helpen legt die volle afstand af. "And here we meet!" Saluut aan de stille werkers van Tong Tong. Saluut! T.R. Toen Mevr. C. de Bont-Stikkel zich op een foto in het Kerstnummer van Tong Tong zag staan (Concordante Kleuterschool pag. 25), stuurde ze direct een foto van haarzelf met haar kroost op. Hierboven ziet U de vrolijke schare in warmer dagen. Leuk, die klamboe's, ja? Medio december jl. stapte ik bij deze toko binnen om zo'n flamboyanttegeltje als Kerstcadeautje te kopen. En daar ontmoette ik een Indische dame, met wie ik cirtca 21A jaar op hetzelfde kantoor had gezeten en raakten wij dus met elkaar in gesprek. Deze dame was blijkbaar ook een kennis van Lilian, want deze interrupeerde onze kout, door aan mijn gesprekspartner te vragen: „Kent U deze man?" en na de bevestiging: Nou, dat pleit dan niet voor U, want hij kan wel eens zeer ondeugend zijn!" Onderdrukt gegrinnik van T.T.-medewerksters en ook de glimlach bij enkele aspirant-koopsters was het succes dat Lillian boekte. „Ik kom hier eigenlijk voor dat tegeltje en een fles "stroop-serbat" praatte ik erover heen. De stroop was niet verkrijgbaar, maar wel Sekoteng waarmede je hetzelfde kon bereiken. „Goed, geef dat dan maar erbij". Toen het op afrekenen aankwam vroeg ik Lillian:: ,,Lo-ah tjéh?" Door haar niet begrij pende blik herhaalde ik: ,,Lo-ah tjéh?" „Wat is dat nou voor een taaltje; dat ken ik niet, zeker weer iets gemeens?", was haar ietwat wantrouwige vraag. Kalmerend antwoordde ik: „Neen hoor, het is gewoon passer-chi nees en betekent: hoeveel". Nog wat ach terdochtig: „Nou zes en drie maakt negen gulden." Ik trok mijn portemonnaie en telde demonstratief uit: „let, djie, seng, sie, goh, lak (zes) plus iet, djie, seng (drie), maakt kau (negen) toen (gulden)." Dezelfde "grin- niksters" en aspirant-koopsters had ik toen op mijn hand. Lillian dankte voor de uitgetelde "glodaks" en ik voor de mij overhandigde pakjes. Bij het verlaten van de toko, kón ik het niet nalaten om nog even aan Lillian te vragen: Apropos, heeft U nog iets ter waarde van "toen-iet" of "sie-toen-poin". Haar ogen zeiden toen: „Stik pestkop!", maar haar mond sprak gelukkig: Tot ziens Botja Semawis In 1942 met de inval van de Japanse troepen werd o.a. door dessamensen flink gerampokt. Eén mijner kennnissen zag een grobakvoerder de naven van de wielen flink in de boter zetten. Op een vraag, wat hij daar deed en wat hij ervoor gebruikte, was 't antwoord: "Gemook roda ndoro, damel èntèng." (Wagensmeer om 't soepel te maken.) Een andere man had een tikmachine buit gemaakt en zat 't geval te bekijken aan de kant van de weg. Een voorbijganger werd door hem aangesproken: "Niki mesin nopo. Koh saget notol!" (Wat is dit voor een machine, die pikken kan.) C.A. Si Ventje komt op bezoek bij de familie Pieters. Het gaat daar nogal lawaaierig toe, want twee groepjes spelen tegelijk krontjong of wat erop lijkt: één groepje in de voorgalerij en één in de achterkalerij. Ventje neemt maar de vlucht naar het paviljoen bij Oom Pong, die kijkt als zeven dagen onweer. Vraagt Ventje deelnemend: "Als zo, hoe deze Oom Pong!" Zegt deze: "Als zo dóór, ik lapporteert po litie, Tjih! Biar di kena ah dahen op de pot!" (hij bedoelt IN de pot). R'l probeert een telefoonjuffertje te strikken en na een paar minuten over en weer coquetteren komt de afspraak: "Dus straks om vijf uur bij de eerste lantaarn van de Palmenlaan. Draag een witte anjer." Het meisje, Toeti: "Lo! Waarfoor anjer deze!" R'l (Karei): "Lo, als lelijk jij, ik smeert 'm natier- IijkToeti: "Ah, als zo, ik wil nieieiet! 9

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1972 | | pagina 9