DAGWERK IN INDIË
hun onbegrip én liefde - de fatale fout maakt te denken dat Man
veilig zal zijn, thuis zal komen en voorgoed aan haar zal toe
behoren als het legendarische everzwijn is gedood. Tjoek gaat
daarbij zover, zoals wij weten, dat zij zelfs meent Si Badak zélf
te kunnen doden, met het geweer van Man, dat eens aan de
andere jager Elmo Wyatt had toebehoord. En wij kennen het eind:
de schim van Man ziet zij voor Si Badak aan (zó leken die beide
op elkaar, of waren ze één??)en het is daardoor Man die zij doodt.
Daarna, thuis gekomen, "rolde ze zich op in haar bed, de armen
geslagen om de opgetrokken knieën, waartegen het hoofd leunde
(de houding van een ongeboren kind in de baarmoeder)... Insla
pend in de veilige schoot van het Verdriet". De Man kan waar
schijnlijk niet zonder De Vrouw, zelfs al begrijpt zij hem vaak niet
en kan zij 'hem niet altijd volgen als hij op Jacht gaat, maar De
Vrouw zonder De Man is als "een ongeboren kind". Die beiden,
ieder voor zich de wereld en het leven ziende in een ander per
spectief, hebben elkaar nodig. De één is niet belangrijker dan de
ander, geen van beiden hebben ze volkomen gelijk, ze zijn com
plementair, ze dienen elkaar in evenwicht te houden. Want eerst
dan krijgen ze hun wezenlijke funktie. Zoals in het bekende Yin-
en-Yangsymboo'l twee "visjes" van precies dezelfde grootte elkaar
"in evenwicht" houden en samen één cirkel vormen, of ook wel
een wiel, het énige dat in staat is de mensheid voort te rollen naar
De Toekomst, de enig wezenlijke Toekomst.
Rest mij nu nog te verklaren waarom Man eerst het achterover
liggende Christusbeeld van zijn grootvader's graf moest loshakken
alvorens naar Het Grote Kerkhof en Het Grote Moeras te gaan om
Man de Jager te worden. Hier voel ik mij minder zeker, maar ik
zie er iets in van een "vrijmaking". De werkelijkheid van een
kapot beeldje zonder waarde" was voor Man veel minder pijnlijk
dan de idee van een Christendom en een Christenheid, die na ruim
twintig eeuwen nauwelijks beter weten te doen dan een beeld van
Christus in een marmeren blok achterover liggend te plaatsen op
een graf: "reddeloos verloren en beroofd van de mogelijkheid tot
wederopstanding".
gaan, zich niet een te klein doel in het leven mag kiezen. Het feit
dat Man, ofschoon nog een jongen, jagend op Si Badak zijn doel
evenmin bereikt, zou kunnen worden uitgelegd als hoogmoed en
als een voor zijn kunnen te 'hoog grijpen. Hij dacht als jongen
te kunnen bereiken wat Go als volwassen en ervaren jager in
zeven jaren niet gelukt was. Het is onzeker of Man wél geslaagd
zou zijn indien Tjoek er niet was geweest, maar zonder Tjoek zou
hij niet zó om het leven zijn gekomen.
Ik dacht dat het ook van belang was er op te wijzen, dat Si
Badak het reusachtige everzwijn als een legendarisch dier wordt
voorgesteld. Niemand heeft hem werkelijk gezien, maar men blijft
op hem jagen. Wordt hiermee het typische karakter van het Jager
schap van De Man aangeduid? De Grote Idee die hem aantrekt,
Het Grote Werk dat hem boeit en dat hij verwezenlijken wil? En
is het niet zo, dat hij zich daarbij heel vaak afzondert, zich isoleert,
maar bij zijn pogingen toch weer De Vrouw op zijn weg vindt?
De Vrouw die het zachte, beschavende element vertegenwoordigt;
die hem steunen, troosten en helpen wil? Die hem moet corrigeren
en in evenwicht houden en zonder welke waarschijnlijk noch het
Jagen zélf noch de Jachtbuit enige Zin zou hebben? De Vrouw
echter ook, die vaak niet begrijpt dat zónder De Jacht de zin aan
héér bestaan zou worden ontnomen en die tragischerwijs De Jager
niet alleen soms hindert, maar tevens De jacht op 'n ongeoorloofde
manier doet uitbreiden tot andere doelen dan 't legendarische zwijn
en dat wat voor het menselijk bestaan nodig is alléén? Ik moet
natuurlijk denken aan Tjoek en aan het Chinese graf, dat zij van
een Hol tot een Huis maakte, en aan haar gesprekken met Man.
Merk op, dat het graf leeg was totdat Tjoek er kwam, maar zie
tevens óók dat het graf symbool was van De Moederschoot. Daar
voelde Man zich veilig en van daar uit ondernam hij zijn jacht-
tochten. Maar daar hadden tevens plaats "die eindeloze twisten
over het doden van dieren. Terwijl hij aanvankelijk - toen Tioek
er nog niet was - alleen maar doodde wat hij eten moest om te
leven. Maar nu tienmaal zoveel moest doden om dit bestaan te
betalen en te sparen voor de toekomst. En dat was haar fout en
haar fout alleen." Omdat het hier ging om het bestaan zoals zij
zich dat voorstelde en om de door héar gedachte toekomst.
Ik moet er ook aan denken dat Tjoek - als zovele vrouwen in
M. De Loos-Haaxman, "Dagwerk
in Indië, Hommage aan een ver
stild verleden",
Uitgeverij T. Wever, Franeker
"Dagwerk in Indië" beschrijft de erva
ringen van een Nederlandse vrouw die
in het tweede decennium van deze
eeuw naar Indië vertrekt met haar man
- jurist - en daar tot 1939 blijft. De man
wordt eerst bij de rechterlijke macht
in Padang geplaatst, waar de aanra
king met de bevolking beperkt blijft
tot de dagelijkse omgang met de be
dienden. Overgeplaatst naar Java be
gint die omgeving enige vorm te krij
gen, maar Indië krijgt eerst gestalte
wanneer de echtgenoot leraar wordt
aan de Opleidingsschool voor Inlandse
ambtenaren in Madioen en het komt
tot ontplooiing wanneer hij in gelijke
functie in Batavia, Westers-cultureel
centrum van het oude Indië, geplaatst
wordt. Mevrouw De Loos vindt daar
tevens passend emplooi voor haar
diepste belangstelling.
Zij heeft een opleiding in de kunst
geschiedenis gevolgd en kan daarvan
nu eindelijk de vruchten plukken. On
der haar leiding worden de portretten
van de goeverneurs-generaal gerestau
reerd, die thans in Nederland zijn - de
miniaturen naar deze portretten zijn
intussen nog steeds in Djakarta ten
toongesteld in het museum Oud-Bata-
via aan het Stadhuisplein - en zij maakt
zich zeer verdienstelijk door haar ar
beid in de Bond van Kunstkringen. De
organisatie van schilderijen-exposities
in samenwerking met Regnault is gro
tendeels haar werk: voor de eerste
maal is moderne Europese schilder
kunst in het Bruikleenmuseum voor ie
der toegankelijk gemaakt. Deze activi
teiten worden letterlijk en figuurlijk ge
ïllustreerd door zeer fraaie reproduc
ties van schilder- en tekenwerk, mits
gaders door foto's van Kunstk>ngten-
toonstellingen.
Kern van de illustraties vormen een
serie aquarellen van een oud-officier
van het KNIL, Jhr. van Rappard, uit het
midden van de vorige eeuw, thans be
zit van de Stichting Cultuurgeschiede
nis van de Nederlanders Overzee.
Mevrouw De Loos is een groot be
wonderaarster van Van Rappard, ge
tuige het feit, dat niet alleen zwart-wit
reproducties van zijn waterverftekenin
gen zijn opgenomen maar bovendien
reproducties in kleuren. Was het niet
mogelijk geweest de afbeeldingen in
zwart-wit te laten vervallen en te ver
vangen door nog meer interessant ma
teriaal?
En passant babbelt de schrijfster wat
over andere culturele manifestaties in
het voormalige Batavia. Zij kruidt haar
verhaal met tal van anecdoten, zowel
wat betreft haar eigen ervaringen als
die van bezoekende artiesten.
Mevrouw De Loos moet tegen de
tachtig lopen, als zij deze gezegende
leeftijd niet reeds heeft overschreden.
"Miralmonte" (Spanje), december 1971
G. L. Cleintuar
Dit feit op zichzelf is voldoende reden
tot bewondering niet alleen voor haar
energie, maar ook voor het feit, dat
haar causerie nog zo fris uit de verf
komt (om in de stijl van het onderwerp
te blijven). Dankbaarheid tegenover
haar tweede vaderland inspireerde haar
tot dit getuigenis. Dat zij er in haar
babbeltje wel eens naast grijpt zij haar
dan ook gaarne vergeven. Schrijven
kan ze - en dat is niet te verwonderen,
wanneer mijn veronderstelling juist is,
dat ze de dochter is van een eertijds
zeer bekend Haags journalist.
De uitvoering van "Dagwerk in Indië"
is zeer fraai, maar dat mag ook wel,
want het boek kost niet minder dan
vijf-en-dertig gulden. Een heel bedrag
voor verreweg de meeste van haar In
dische tijdgenoten, voor wie dit zoveel
ste boek over een voltooid verleden
toch in de eerste plaats bestemd lijkt.
J.H.R
ZIJDEN SHAWLS ZIJN NIET UIT
DE MODE!
Ze zijn er nog steeds in de
beeldigste kleuren en motieven
om japon of jas de "finishing
touch" te geven die ze nodig
hebben. Juist in de zomer. Altijd
een dankbaar cadeau!
9,50 en 11,50 (met zijden
franje) TOKO TONG TONG