Hertenjacht volgens Bonthainse Adat
Bonthain was in de dertiger jaren de grootste plaats aan de Zuidkust van Zuid-
Westelijke (Makassar-) poot van Celebes. De verschillende B.B.-ambtenaren
hadden ieder een ambtelijk jachtterrein in hun ressort en ook de verschillende
kraèngs. (Hoogste Indonesische B.B.-ambtenaren). Om de beurt gaven ze een
jaarlijkse jachtpartij. In 1936 gaf de administrateur van de ondernemingen Balom-
bessi-Balangriri, de zeer sympathieke Heer L. op zijn beurt zo'n jachtpartij volgens
Bonthainse adat. Een bepaalde tijd vóór de jachtpartij werd het wild naar een
geschikte plaats in het bos gedreven en daar bijéén gehouden door die plaats
af te grenzen met een koord zonder einde van aan elkaar geknoopte jonge licht
gekleurde klapper bladeren, op de juiste hoogte boven de grond vastgemaakt.
Het eigenaardige is nu dat het wild zich door zo'n omheining van eigenlijk "niets"
gevangen laat houden. Waarschijnlijk door de eindeloosheid van dat onbekende
witte koord!?! Of de onbekende mensengeur aan dat koord?
Voor de jachtpartij is een Langkeean
planken-bamboevloer gebouwd in
een geschikte boom aan de rand van
een open alang alang veld. De gasten
op de Langkeean verkorten de tijd met
bridgen, ngobrollen en grammofoon
muziek. 200 ruiters, gewapend met
een piek met aan het andere eind een
lus stonden de herten op te wachten
aan één van de randen van het open
alang alang veld; ongeveer 500 drijvers
dreven op een gegeven moment het
wild in de richting van het open alang
alang veld. Zodra het eerste hert het
open alang allang veld op vluchtte ren
den de ruiters, elkaar verdringende,
direct achter het hert aan, want degene
die het eerst een hert voor de Lang
keean ving zou een prijs krijgen. De
ruiters deden dan ook alle moeite om
naast het hert te rijden de lus over de
kop en gewei en dan om de
nek van het hert te krijgen. Daarna
werd de lus aangetrokken en het hert
ten val gebracht. De ruiter stapte dan
af en gaf het dier met de piek de
genade stoot.
De winnaar kreeg op de Langkeean
als prijs een short, een shirt en een
pietjie. Bovendien mocht hij één greep
doen op een presenteerblad vol plat
liggende munten. Alle ruiters en drij
vers hadden van huis meegenomen
een groot model ketoepat en een als
kruik uitgeholde modjo vrucht vol toe
wak; met etenstijd kregen ze voor hun
ketoepat: baloetak in bloed gekook
te ingewanden, klaargemaakt met zout
en gerapte klapper. Daarbij dronken
ze hun eigen toewak.
Maar als van een kampong niemand
daadwerkelijk meegeholpen had aan
het vangen van één der herten, dan
waren alle ruiters en drijvers van die
kampong zo maloe dat ze geen warme
baloetak namen maar met stille trom
verdwenen. Voor de Langkeean gasten
werden voor de nassi behalve baloetak
ook satee's klaargemaakt door de vrou
wen van het ondernemingspersoneel;
op de foto ziet men: links een dame
met een satee Langkeean (vuist grote
brokken van uitsluitend binnen haas)
en rechts een dame met een normale
satee van gewoon Djongnga (herte)
vlees. Herte vlees smaakt van nature
al zoetig; maar van een opgejaagd hert
smaakt het duidelijk zoet want om te
kunnen werken krijgen de spieren van
uit de lever een extra hoeveelheid glu
cose (druivensuiker) als brandstof toe
gevoerd. De gasten kregen voor zover
de voorraad strekte, bij het naar huis
gaan een kipas (poot en daarbij beho
rende romp spieren) mee. Toen ik de
kipas weigerde en alleen de binnen-
haas vroeg keek de voorsnijder-verde
ler mij niet begrijpend aan. De "Bon-
thainers" (Zuid-Celebesianen) wisten
niet wat lekker was, laat staan lekker
koken. Ik ken dan ook geen enkel
lekker Zuid-Celebes gerecht of snoep
"Specialité de la Region" tida ada.
Raar maar toen helaas waar.
O. H. Kiliaan
We hebben het uit nieuwsgierigheid
toch maar opgezocht in Mustikarasa,
het Grote Indonesische Kookboek, uit
gegeven door het Ministerie van Land
bouw van Indonesië in 1967. En inder
daad heeft Kiliaan gelijk: van Bonthain
wordt geen enkel autochtoon recept
vermeld. Maar dat heel Sulawesi (Ce-
De gasten van de jachtpartij op de langkeean
planken bamboevloer) bij het bereiden van
de satee van hertenvlees. De dame links met
een reuzensatee (satee Langkeean, vuistgrote
brokken van de binnenaas)
lebes) op het gebied van de kookkunst
weinig presteert, zoals velen denken,
is per sé niet waar getuige het hier
volgende lijstje.
Uit Menado komen de gerechten:
Papare, Tutu ruga penju, Petola daging,
Ajam masak paniki, Ritja ritja, Ritja ritja
ajam, Ritja ritja ikan, Ritja ritja rodoh,
Siram lombok, Tumis Terasi, Ikan woku,
Tahu saun, Sate udang, Agar-agar siri-
kaja.
In Makassar moet men zijn voor:
Parape, Pallu mara tjakalang, Ikan dita-
pa, Sajur sibulung pulung, Gulei welie,
Djuku kambu, Ituwu, Patjua, Buranga-
sa, Dokodoko Benni, Kampaio, Kapu-
rung, Pallu mara, Palu kesang, Pallu
kaloa, Otak otak, Nasu likku, Gagape
ajam, Djuku kambu, Bundu daging,
Bundu ajam, Beko kanbu.
Afkomstig van heel Sulawesi selatan:
Pallu tjella,Pallu sanroh, Pallu katji,
Kue bidji nangka, Legese Ikan.
Gerechten met het Toradja stempel
zijn: Papa kembong, Nasu tjemba, Tol-
lo pamerasan, Piong duku bai, Piong
duku manuk, Dodoro dale.
Uit Gorontalo komen: Biluluhe, Bili-
tango, Pilitode, Jilabulo. Binde biluhuta.
Tenslotte komen uit Bugis: Kek oang,
Pentjok buwe, uit Buton: Dumpi kebo
en Kapusuk nosu en uit Sulawesi uta
ra tengah Kue bidji bidji.
Alleen spijt het ons bij deze opsom
ming niet te kunnen watertanden omdat
wij deze gerechten nooit geproefd
hebben. En dan merk je ook dat een
goede receptuur toch eigenlijk niet
veel helpt. Nu begrijpt U ook dat de
heerlijkste Indische kookboeken de
Hollander van hier niets doen
T.R.
De met pieken gewapende ruiters staan de herten op te wachten aan de rand van het open
alang veld bij het begin van de jacht.
Het vol krijgen van het Fonds
60.000 is uitsluitend een kwestie
van Poekoel Teroes! Zet éven
door, want er kunnen na ons nog
duizenden wezen en behoeftigen
van profiteren!
15