Genealogie De Van Riemsdijks en de Van Swietens, een uitgebreide familie Wie is de familie van wie? Zo zou je het kunnen noemen, wanneer je het over genealogie hebt. Jarenlang was er in Tong Tong de rubriek van NAVORSER, wijlen Jurriaan van TOLL. Na zijn overlijden hield dat op en nu kortgeleden stond er weer eens een genealogie van ERPECUM in Tong Tong. Verder had er een advertentie in T.T. gestaan van iemand, die graag het dikke boek WILLEM VINCENT HELVE- TIUS van RIEMSDIJK wilde overnemen. In dit laatst genoemde boek gaat het over de naaste familie en de afstamme lingen. Achterin het boek staat 'n lijst van alle namen dus alle afstammelingen en familie, die er in het boek genoemd worden. Ik heb ze geteld, het zijn er ongeveer 1100 (elf honderd). Die elf honderd namen zijn dus alle maal familie van elkaar en komen voort uit het geslacht, waarvan het eerste lid in september 1735 in Indië kwam. Het boek werd samengesteld door wijlen Blois van Treslong Prins en Jhr. P. R Feith, met behulp van C. E. Straeter en D. W. Veenstra. Het gaat dus over een periode van 200 jaar. Willem Vincent Helvetius kocht in 1778 of 1779 het TJAMPEA complex, dat een oppervlakte heeft van de provincie Utrecht, van de O.I.Compagnie. Wie was W. V. H. van RIEMSDIJK? Zijn grootvader was dominee in Bunnik bij Utrecht, zijn grootmoeder heette Bogaert van zichzelf, ze hadden een zoon, dus de vader van Willem V. H. van Riemsdijk, die Jeremias van Riems dijk heette en op 18 october 1712 in Utrecht geboren was. Toen hij 22 jaar was, in februari 1735 vertrok hij als sergeant met het schip TROOSTWIJK, naar Indië, waar hij driekwart jaar later op 24 september 1735 aankwam. Hij overleed op 3 octo ber 1777 te Batavia als GOUVERNEUR- GENERAAL. Maar de meeste bekendheid heeft hij als "Kapitein JAS". Die naam dateerde uit de periode van 4 januari 1743 tot 9 juli 1747 toen hij kapitein van de kasteelpennisten was. Hij had toen een hem toebehorend stuk grond aan de Gelderse weg te Batavia, achter de Buitenkerk, verkocht om tot begraafplaats te dienen. En toen later iemand daar begraven werd, zei men: "Daar gaat er weer een naar het land van kapitein JAS". (Afgeleid van J-ere- mi-as). Of kortweg "naar kapitein JAS". En zo werd het langzamerhand een legendarische figuur voor de volgende generatie van mensen, die de oor sprong van deze uitdrukking niet ken de. Hij ligt zelf begraven vanuit het KAS TEEL BATAVIA op het Holl. Kerkhof, waar hij in kelder 3 ligt. De na hem komende generatie dacht, dat hij een beschermheilige van de be graafplaatsen was en dat leidde er toe, dat men hem later ook zag optreden op de begraafplaats Tanah Abang te Weltevreden, waar een heester vpl met ex-voto's en een marmeren plaatje, waarop Kapitein JAS, de herinnering aan deze figuur levendig houden zou. Tot zover over de geschiedenis van de voorouders van WILLEM VINCENT HELVETIUS van RIEMSDIJK. Nu de DJOJOBOJO is bewaarheid door het vreugdevolle bezoek van onze JU LIANA en haar man PRINS BERNHARD aan Indonesië, is het misschien goed zo via de genealogie ons weer te rea liseren welke eeuwenoude banden wij in Nederland hebben met de gordel, van Smaragden. Realiseer je eens, dat er bijna 1100 namen aan dat van Riems dijk-geslacht zitten, aan die sergeant, die GG. werd. Van de kant van Tong Tong werd on dergetekende gevraagd ook eens een bijdrage te geven. Ik zal me dan maar eerst eens bekend maken. Ik ben de dochter van kapitein D. Roe- Jofsma, die in 1914 als secretaris met voorzitter majoor de Gaay Fortman in Tjimahi de Ned. Indische Officiers Vereniging hielp oprichten, zoals in het november 1971 nummer van TT weer te berde werd gebracht door de foto, die Generaal Majoor bd. KNIL. P. SCHOLTEN aan TT. stuurde. Ja ik herinner het me nog goed, we woonden toen op Baros 6 en de majoor op Baros 4. Hij had blijkbaar geen plaats in zijn stal voor zijn paard (of misschien had hij 2 paarden, maar in ie der geval er stond bij ons in de stal een paard van de majoor. En wat hebben mijn broer en ik genoten van dat paard, we waren volgens mijn moeder er niet weg te slaan. Mijn moeder was Fransisca Mathilde Caroline van SWIETEN van de Indische militaire tak van Swieten. Haar vader dus mijn grootvader sneuvelde in 1876 in Atjeh toen mijn moeder 2 jaar was. Haar moeder, mijn grootmoeder, was nog nooit in Holland geweest. Ze heet te Bernardine Francisca Josephine Hen- riette THIJSSEN en was een dochter van de architect van de soesoehoenan van SOLO en een Indonesische vrouw, ik vermoed een regentendochter, want mijn moeder was in 1912 toen wij in Gombong woonden zeer bevriend met de regent van Karanganjer en bij oude foto's, die ik enige jaren geleden na het overlijden van haar zuster mw. A. Kop- penol, weduwe van R. J. Koppenol, gepensioneerd in de dertiger jaren als gouverneur van de Molukken, bij die foto's waren er van een regent van Demak, met achterop het handschrift van mijn grootmoeder. Omdat mijn moeder overleed toen ik 16 jaar was, weet ik er niet veel van, evenmin als mijn neef Overste KNIL bd. C. L. E. F. van SWIETEN, die in Siam knijp heeft gezeten en in 1946 als 2iC van de Gadjah Merah naar Bali kwam. Zijn vader overleed een half jaar na mijn moeder en hij was toen nog maar net 14 jaar. Oma van Swieten-Thijssen, was pas 33 jaar toen zij weduwe werd, ze ging met haar 3 dochters en 2 zoons, waar van mijn moeder de jongste was naar lees verder volgende pag. Klokketoren op het landgoed Tjam pea, dat in 1778 door Willem Vincentius Helvetius van Riemsdijk werd aangekocht. 14 •XvV

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1972 | | pagina 14