TIJGERBALSEM POLYCORN" OBAT-MATJAN Drie verhaaltjes Sommige verhalen die je in je jeugd gehoord hebt en waarvan je vaak de juiste context niet meer herinnert, blij ven je je leven lang bij. Omdat ze "uit zichzelf" mooi of aangrijpend zijn of omdat ze "iets te vertellen" hebben? Je weet het niet. Hier een paar voor beelden van zulke "bij-blijvertjes" van de zesde klas L.S. Tijdens de Grote Revolutie van Fran krijk, waarbij de Franse adel werd af geslacht en uit propvolle gevangenis sen karlading na karlading edellieden werd afgevoerd naar de guillotine, werden op een dag weer de namen afgeroepen van de volgende groep die onthoofd moesten worden. Toen een bepaalde naam werd afge roepen, traden er twee heren naar voren. Geirriteerd checkte de beul bei der namen en voornamen, maar werke lijk: beide edellieden heetten zo en een leeftijd was niet vermeld. Tja, slechts één van de twee moest de beul hebben en de heren moesten zelf maar Uitmaken, wie het slachtoffer moest zijn. Daarop ontspon zich een discussie tussen de beide veroordeel den. De oudste zei: "Ik ben toch al oud en zal spoedig sterven Gaat U maar, U heeft nog een heel nuttig leven voor de boeg." Maar de jongeman ant woordde: ,,U heeft al een heel leven met veel beproevingen achter de rug. Waarom zouden we U Uw oude dag niet gunnen?" Aangezien zij beiden niet tot een vergelijk konden komen, ver loor de beul tenslotte het geduld en voerde beiden af naar de guillotine. Verhaal uit. Tijdens een der vele kleine veldsla gen tussen Oostenrijk en Italië viel het onverschrokken gedrag van een tam boer op, die telkens als de Italiaanse troepen teruggedreven werden, zijn compagnie weer voorging om ze al trommelend weer ten aanval te leiden. Toen ten leste de overwinning behaald was en de Oostenrijkse troepen terug geslagen waren, zocht men de trom melslager, maar hij was nergens te vin den. Pas toen men alle lijken der ver slagenen onderzocht, vond men hem terug. Hij leefde nog en men bracht hem direct naar het veldlazeret, waar de dokter constateerde dat zijn onder been verbrijzeld was en direct geam puteerd moest worden. Dit gebeurde en toen een nieuwe dag opging, lag de tamboer doodsbleek en verzwakt maar behouden op zijn 'krib en vernam men dat hij pas vijftien jaar oud was. Toen die dag de bevelvoerende gene raal op de zaal kwam waar de jeugdige tamboer lag, liep de generaal recht streeks naar hem toe en onderhield zich enige miniuten met hem. Daarbij biggelden de generaal de tranen over de wangen en ten overstaan van zijn staf nam hij zichzelf de medaille voor moed van de borst en spelde hem de jonge tamboer op de borst. Verhaal uit. Ik geloof dat het verhaaltje heette "De Sardinische Trommelslager" en misschien zullen vele moderne mensen dit verhaal en het vorige "sentimen teel" vinden, zoals zovele stoere mo dernen het "hard zijn" adoreren (rus tig thuis bij een kopje koffie) maar sentimentaliteit hóeft geen weekheid te zijn. Nummer drie. Abd-el-Kadr, Emir van Algerije, streng bestrijder van de Fran se koloniale legers in Noord Afrika, gaf tenslotte de ongelijke strijd op en werd verbannen naar Damascus, waar de emir gehuisvest werd in een met lusttuinen omringd doch ommuurd kas teel en het hem aan niets ontbrak. Maar in Libanon ontbrandden periodiek hevige gevechten tussen de Christe nen en de Mohammedanen in de stad en bij één van die rellen vluchtte een groep Christenen naar het "hol van de leeuw Abd-el-Kadr", klopte aan en werd binnengelaten, waarna de poorten weer gesloten werden. Op dat moment naderde de bende achtervolgers de poorten van des Emirs verblijf, rammei de de poort en eiste toelating teneinde af te rekenen met de Christenen. Ein delijk vlogen de deuren open en trad de Emir zelf naar buiten, met getrokken zwaard en klaar om zich elk moment op de binnendringers te werpen. De aanvallers deinsden terug, terwijl de Emir hen toeriep: "In de Naam van Allah eist de Profeet van mij dat ik allen bescherm die op mijn erf mijn gast zijn. Ik zal dat doen als men mijn gasten aanvalt." De bende trok af. Verhaal uit. Eerlijk gezegd snap ik nog steeds niet, waarom deze drie verhaaltjes tel kens weer aankloppen aan mijn her innering. Heb ik ze destijds gelezen in grote emotie? Of zijn het toch wel de Moraliteiten in het algemeen die steeds vragen om aandacht, nu overal de mo raal steeds verder inzakt en Immorali teiten de Grote Mode zijn? Als wérke lijk een stem weerklinkt in deze ver haaltjes, is het zeker de Stem eens roependen in de Woestijn, nu ongeli miteerde wraaklust zelfs door pacifis ten "unverfrohren" wordt gepredikt... WAROENG SOEBOER „MAKAN ENAK" en MURAH Bij „Soeboer" steeds verse toe voer U eet koninklijk in de Koningstr. 16, Rest. en Toko Indisch eten, kant en klaar om mee te nemen in uw eigen pan of in onze dozen! Bami, Nasi goreng, Nasi Rames (voldoende voor twee personen). Met kip. Ook ter plaatse te ge nieten! Geopend van 12 uur tot 10 uur 's avonds. Ook zondags van 12 uur tot 10 uur. Grote be stellingen worden thuis bezorgd. tTel. 60 41 42. Elke dag vers. Niets [uit blik of plastic! WIJ ZOEKEN EEN GOEDE KOKKIE! '4 Dinsdag gesloten Op 29 april j.l. overleed, oud 71 jaar mijn enige broer Anton Marie Jantinus ROELOFSMA Zijn levenspad ging niet over rozen. Moge hij in deze incarnatie zoveel Karma hebben afgewerkt, dat hij verlost is van het Wiel van reincarnatie en zijn Ziel het Pad naar de Euwige Vrede en Rust nu aanvangt. Mies Roelofsma mede namens zijn oudste zoon Hans Roelofsma Christchurch Nw. Zealand en onze volle neef C.L.E.F. van Swieten Auckland Nw Zealand Met grote droefheid geef ik U kennis, dat na een kortstondige ziekte voor mij nog onverwacht is overleden, na voorzien te zijn van het H. Sacrament der Zie ken, mijn innig geliefde man, broeder, behuwdbroeder en Oom Johan Jacob Heinrich Kamper in de ouderdom van 75 jaar. A. Kamper-Meijer Kampen, 18 april 1972 J. H. Kokstraat 33 99 Een geopend potje Tijgerbalsem in kleding of boekenkast enz. geeft maandenlang bescherming tegen het binnendringen van motten, motten- larven en andere insekten. Dit middel voorkomt de nadelen van aantasting door insekten. 14

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1972 | | pagina 14