OOST-WEST MARKT DEN HAAG
HOUTRUST 26 JUNIt/m 1 JUL11972
14e
PASAR MALAM
SANDRA ANDRES
TANTE PIM EISINGER
DE NACHTSIRENEN o.l.v. Guus Becker
THE DUTCH RHYTHM STEEL BAND
met limboshow en vuurvreter
CCC Inc.
ANNEKE GRÖNLOH
THE BEACHCOMBER
The Continental Uptight Band
Demonstratie Kempo bond (chin, vechtsport)
Films, kermis, waarzegster, kindercrèche jonge-
renhoek, tropische tuin
"HOMO LUDENS"
Dit jaar kunt u voor het eerst zes dagen genieten van die
unieke Pasar-Malam-sfeer: de meer dan 100 stands, de
gevarieerde Indische en Chinese gerechten, het show
programma op twee podia met o.m.:
INFORMATIECENTRUM OVER INDONESIË met UITGEBREIDE
FOTO-EXPOSITIE
Wilt u telefonische inlichtingen, belt u dan NIET naar het
INDISCH TIJDSCHRIFT TONG TONG, maar stelt u zich recht
streeks in verbinding met de PASAR MALAM, Lange Voorhout
25b, Den Haag, bereikbaar onder de nummers (070) 18 05 85 en
64 52 49.
klein aantal chinezen, die op de zero enkele
weken achtereen verblijven. Een Chinese
jonk, waarmede het personeel van Bagan
naar de zero wordt gebracht brengt dezelf
de ploeg weer terug, echter met dat ver
schil, dat de terugtocht behalve de crew
een volle lading gevangen ikan tri omvat.
Aan de wal wordt de ikan tri uitgevloerd op
grote van bamboe matten vervaardigde
oppervlakten, ondergaat een verrottings
proces, vandaar die stank, om vervolgens
na toevoeging van enkele ingrediënten een
knedingsproces te ondergaan. Dit proces
voltrekt zich- door het stampen met de
voeten van het hiervoor bestemde perso
neel, waarbij de voeten echter wel voorzien
waren van speciaal hiervoor bestemde
voetzolen.
De uiteindelijk verkregen trassie werd in
zeer grote hoeveelheden, verpakt in kisten,
vanuit de haven per schip naar vele gebie
den vervoerd, doc'h wel voor het grootste
deel naar Britsch-lndië.
Dit wat de trassi betreft. Er valt over deze
haven nog veel meer te vertellen. Mocht
U hiervoor belangstelling hebben dan zend
ik U gaarne in een volgend artikel deze
meerdere bijzonderheden, o.m. over het
leven van de Chinezen, de verhouding van
chinezen tot de andere bevolkingsgroepen,
het t.z.t. verdwijnen van de plaats Bagan
Si Api Api door overheveling naar een
gunstiger oord voor de scheepvaart enz.,
enz.
Van Seventer
(wordt vervolgd)
Dit gezegde betekent: "De mens
speelt" en duidt sinds eeuwen op het
vermogen van de beschaafde mens om
zijn tijd niet alleen te verdoen met
slaafse arbeid, maar ook om speels te
"relaxen" met speciaal voor dat doel
"uitgevonden" spelen met wetten en
regels. Deze laatste moeten niet opge
vat worden als akelige beperkingen of
dwarszitterijen, maar verhogen de aan
trekkelijkheid van het spel. Zelfs op
het primitieve hardlopen, springen,
werpen en boksen van de Oude Grie
ken konden Olympische Spelen wor
den gebouwd die sportiviteit en eer tot
hoogste waarden verhieven en later de
volken der wereld in vriendschappelij
ke ontmoetingen bijeen konden bren
gen.
In het begin van deze eeuw waren
beoefenaren van sport en spel nog
veelal zij, die behooorden tot de bour-
goisie: academici, studenten, officieren
enz. maar reeds was de sport bezig
om de Grote Massa's te veroveren
en werd langzaamaan ook wat anders
duidelijk: datgene wat prof. Huizinga
noemde: de encanaillering van de
sport. En nu, 70 jaar later, is het al
heel normaal dat wedstrijden ontaar
den in vechtpartijen, dat geld verdie
nen met de sport hoofdzaak is en om
de wille van enorme verdiensten bv.
voetbalwedstrijden doodlopen in zg.
"cement-voetbal", waar de laatste
vreugde geheel uit verdwenen is, maar
verkrampte sport elke zorgeloze,
vreügdevolle ontplooiing onmogelijk
maken.
"Homo ludens" bestaat al lang niet
meer. Men verdient in de prof.-sport en
zelfs (al knoeiend) in de amateursport
(die spoedig wel zal verdwijnen als een
atavisme). Ongemerkt zijn we weer ge
naderd tot het eind-aspect van de sport
en spel in de tijd van de ineenstorting
van het Romeinse Rijk. Toen op het
laatst niet meer de gladiatoren der
Romeinse legioenen in de arena's kwa
men, maar opgekochte slaven die el
kaar vermoordden ten aanschouwe van
duizendkoppige menigten.
Het gaat allemaal langzaam. En met
voorbeeldig chauvinisme gooien we net
zo lang de schuld op buitenlandse ath-
leten tot ook hier de verwording en ge
weldpleging niet meer ontkend kunnen
worden. Al lezen we nog steeds met
zoetsappig gezicht zulke krantenbe
richten als waarin Atje Keulen-Deelstra
getuigt: "Ik heb me kapot gereden.
Steeds maar gedacht: "rijd haar in de
vernieling, rijd haar in de vernieling!"...
De gemiddelde Indischman is (zon
der zich vrij te pleiten, hoor!) zich al
lang aan het herorienteren op de sport.
En daarnaast op de hele moderne be
schaving, waar wij vroeger zo tegen op
zagen vanuit het landelijke Indonesië.
En een angstig voorgevoel bevangt
ons als we onszelf afvragen: "Waar
leidt dit heen?" T.R.
17