EEN BEGRAFENIS TWEE JAAR GELEDEN
^EDe ^Perkoetcet
In de Tong Tong van 15 Nov. vorig
jaar schreef V. over een ervaring met
een perkoetoet op Bangka. Toen kwam
eens zo'n vogel op de rand van zijn
bed zitten (in de middag) en toonde
zich in geen enkel opzicht schuw of
bevreesd.
Na een kort gekoer te hebben If
horen, vloog de perkoetoet weer weg.
De Heer V. vraagt zich nog steeds af,
of de perkoetoet hem misschien een
boodschap kwam brengen (kort daarop
brak de oorlog uit).
Later ontvingen wij van F. M. Taylor
een soort verklaring die wij wel de
moeite waard vinden omdat zij ons wat
leert van het eiland Bangka:
Op Bangka komt deze vogel zeldzaam
voor maar in kooien des temeer, vooral
bij de Islamieten, want deze vogel
wordt door hen geheiligd, omdat de
perkoetoet een lievelingsdier is van
hun Nabi Mohamed. Ik had nl. een
vriend, wijlen de Heer de Rooy, ex-
Douane ambtenaar in Pangkal Balem
(Pangkal pinang), die wel 30 perkoe-
toets had in mooie kooien. Deze vogels
waren zó mak dat hij nu en dan een
vogel losliet en die 's middags terug
kwam in zijn kooi, immers deze vogels
waren niet meer gewend om zelf voed
sel te zoeken.
Toen de Heer de Rooy stierf, was zijn
laatste wens om de vogels de vrijheid
te geven. Ik was bij de begrafenis aan
wezig en zag de vogels loslaten door
Mevr. de Rooy. Verder werd naast het
graf het voer voor deze vogels ge
strooid. De vogels vlogen de bomen in,
die aan de weg van het kerkhof waren.
Toen wij naar huis gingen kwamen
kwajongens met hun katapults op deze
vogels schieten. De vogels vlogen toen
weg en vele kwamen terug in hun oude
kooi. Enkele verdwaalden en kwamen
terecht bij andere mensen, die de vo
gels 's nachts grepen en verzorgden.
Wijlen de Heer de Rooy had allemaal
Dochters en enkelen wonen thans in
Den Haag.
De stuntelige vertaling van de twee gedichten is
als volgt:
Bedenk, in deze gehavende caravanserai
Met beurtelingse poorten voor nacht en dag,
Hoe Sultan na Sultan met zijn praal
zijn uur of twee vertoefde, en weer heen ging.
Er was een Deur waarvoor ik geen sleutel
vond
Er was een gordijn waar ik niet doorheen
kon zien
En een beetje praat van mij en jou
Het leek alsofen toen waren jij en ik
er niet meer
Stuntelig, omdat zowel de oorspronkelijke gedich
ten van Omar Khayyam als de sublieme vertaling
van Edward Fitzgerald, van een nobele en statige
pracht zijn die niet te vertalen zijn. Omar Khayyam
leefde omstreeks het jaar 1100. Zijn verzenbundel
Rubaiyat is over de hele wereld beroemd en be
wonderd.
Di laatste eer wordt aan de overledene bewezen.
"Think, in this batter'd caravanserai
Whose Doonvays are alternate Night and Day,
How Sultan after Sultan with his Pomp
Abode his Hour or two, and went his way."
21 Jun'i a.s. zal het precies twee jaren
geleden zijn dat Soekarno overleed en
ten grave werd gedragen in Blitar. Wei
nig burgers uit het oude Indië en het
nieuwe Indonesië hebben zó tot de
verbeelding gesproken als deze man,
wiens heftig bewogen leven als be
zaaid was met fataliteiten in het breedst
denkbare gamma van menselijke mo
gelijkheden - en onmogelijkheden.
Zoals al vaker in de geschiedenis
der mensheid had het Lot een feilbaar
mens gëkozen om een volk te doen
ontwaken na vier eeuwen sluimer, en
op te stoten in de vaart der volkeren.
In een tijd tot aan de rand gevuld met
ontzaglijke verschuivingen, botsingen
en instortingen van hele beschavingen,
sprong Soekarno vooruit.
Hij slaagde. En faalde aan het slot.
Zijn Praal en zijn Val hebben weer
galmd om de hele wereld.
Daarom zullen zijn tijdgenoten hem niet
kunnen vergeten.
Voor ons, "Laatste Garde van het
voorbije Indische Rijk aan de evenaar"
is óók het einde in zicht van ons "hour
or two" in deze dierbare pasanggrahan
die "De Wereld" heet. Misschien daar
om zijn wij dieper doordrongen van de
vergankelijkheid van het Leven dan de
jongere generaties die nog verder moe
ten. Voor ons is Soekarno slechts
"vóór gegaan" in de eeuwigheid en rest
op het leven deze korte terugblik:
There was a Door to which I found no Key:
There was a Veil past which I could not see:
Some little Talk awhile of ME and THEE
There seem'd - and then no more of THEE
and ME.
Nabestaanden strooien bloemen op het graf.
10