ik
STUDENTEN IN INDONESIË
Pak Pittie vertelt
ik ik
Nu over Uw vraag betreffende bloemen
en geld op kruispunten. Zoals u wel
weet, is in de maand Roewah de 15de
de dag om de graven schoon te maken.
Enkele families zijn echter afkomstig
van andere streken en hebben daar de
graven van hun familieleden en kunnen
zij deze graven niet schoonmaken. De
ze graven worden dan door andere fa
milieleden schoongemaakt. Om toch
aan hun verplichtingen te voldoen
wordt er op kruispunten dus bij een
viersprong bloemen gestrooid met erbij
een paar centen, zijnde een soort af
koopsom voor hun nalatigheid. Zo
doende bereiken deze bloemen dan de
verlaten graven.
Met het einde van de maand Puasa
worden er bloemen gestrooid op de
graven, en thuis wordt dan in een
hoekje van de kamer een tafeltje ge
plaatst en daarop een kopje koffie,
een bordje met koek, iedere dode een
Ketoepat met daarbij de gerechten,
verder wordt dit verlicht door een sen-
tir (Lamp) die de gehele nacht blijft
branden. Ook vanzelf bloemen, dit noe
men zij kirim (zenden aan de doden).
Al deze dingen, natuurlijk ook bloemen
en wierook zijn bedoeld om de doden
aan te bieden (Kirim).
Ook bij een slametan thuis krijgt de
Lebbe (Bidder) een bordje met bloe
men en onder de bloemen een paar
centen. Hier is het geld bedoeld als
wang saktie (getuigen geld).
Nu over batikken. In mijn jonge jaren
ging mijn moeder zelf batikken. De mo
tieven kon je vroeger kopen bij een
Javaanse toko. Je hebt verschillende
motieven, ieder met naam, n.l. Barong,
Parangroesak, Kawoeng, Redjeng,
Roedjak sinte, Limaran, Djocja Oekel,
Nitik, en nog vele modellen. Deze
modellen worden eerst op de kain met
potlood getekend en daarna met een
tjanting overgetrokken. Voor de oorlog
was de bekendste batikkerij die van
Mevr. van Zuijlen te Pe'kalongan. Ie die
tijd kostten haar kains nog 60,per
stuk. Terwijl de gewone kains slechts
hoogstens 15,kostten.
Toen ik op de Cacao Onderneming
"Asinan" zat bij Toentang, kocht ik
voor mijn mensen Kains uit Amfoarawa,
per koddie van af 25,tot 50,
een koddie bevat 10 kains en grote
koddie 20 stuks kains. Ik verkocht
deze kains tegen de zelfde prijs op
afbetaling, als voorschot. Toen wist ik
al de namen maar nu 50 jaar later ben
ik heel wat vergeten.
F. M. Taylor
Van een abonnee kregen wij (vertaald) on
dervolgend bericht uit de "Neue Zürcher
Zeitung" van 2 April:
Ook onder de Indonesische studenten ko
men lang haar en flinke baarden steeds
meer in trek. Men kleedt zich uitzonderlijk,
discussieert over academische en sexuele
vrijheden, zingt "We shall overcome" en
probeert zo nu en dan een "sit-in": een
herhaling van wat 15 jaar geleden op de
Amerikaanse universiteiten is begonnen.
Voorop gaan meestal de zonen en dochters
van welvarende en vaak ook machtige
families. Drugmisbruik wordt modern, de
stof is rijkelijk voorhanden (hasjish uit het
op Sumatra geproduceerde gandja).
Mag hier van een zekere verwestersing wor
den gesproken, dan blijft er toch een groot
verschil tussen de westerse en de Indo
nesische jongeren: aan de ene kant de
langharige, keurig geklede en gewassen,
vrolijke Indonesiër, aan de ander kant de
vaak bewust slordig optredende bezoeker
uit Europa, Amerika of Australië, met zich
zelf en met de wereld ontevreden.. In het
politieke zijn de verschillen nog groter,
en op de universiteiten zijn er geen "re
bellen" die zich openlijk aan het commu
nisme van Moskou of Peking overgeven.
De invloed van de Amerikaanse New Left
blijkt m.n. waar men zich inzet voor de
burgerrechten: de afgelopen jaren hebben
studentengroepen herhaaldelijk met zeer
aannemelijke leuzen geageerd tegen machts
misbruik door de regering, de militairen en
de politie, tegen corruptie en tegen het
tekort schieten der politici.
De regering heeft op deze spontane onrust
tot nu toe elastisch maar met vaste hand
gereageerd: kritische geluiden in school en
universiteit worden toegelaten, spectaculai
re "buitenparlementaire reacties" worden na
een poosje toekijken verboden. Dit beleid
bleek haalbaar wanneer de "repressieve
maatregelen" begeleid werden door lange
discussies met afgezanten van oppositionele
groepen. Grote ontstemming ontstond n.a.v.
de in hechtenisneming van enige actieleiders
die de studentenleeftijd al ontgroeid waren.
De regering spreekt over geheimzinnige
mannen op de achtergrond en onderstreept,
dat het gevaar van "linkse ondermijnende
activiteiten" uit Westelijke landen niet min
der ernstig genomen moeten worden als de
infiltratie van communistische denkbeelden
uit Rusland of China.
De grootste last van de strijd tegen de
vroegere koloniale macht werd gedragen
door de "generatie van 1928", waartoe ook
Soekarno behoorde. Deze groep is intussen
afgelost door de "generatie van 1945" die
thans de sleutelposities in de staat in
neemt. Maar onmiskenbaar heeft zich al
een nieuwe groep, de "1966-generatie van
de nieuwe orde" aangemeld. Bij het aftre
den van Soekarno vormden "45ers" en
"66-ers" toen nog één front: vele Indone
sische studenten herinneren zich nog vol
trots het toen gesloten buitengewoon ver
bond tussen academici en militairen. Maar
die herinnering is aan het verbleken, en
de vervreemding tussen de beide partners
valt gemakkelijk te verklaren. De studenten
voelen zich de behoeders der idealen die
bij Soekarno's val plechtig werden gepro
clameerd, terwijl de regering onder de
gegeven omstandigheden gedwongen is
pragmatisch op te treden. Toon en stijl
van het jongerenprotest mogen overigens
dan wel revolutionair lijken, hun doelstel
lingen zijn eerder "revisionistisch". Ietwat
overdreven kan men zeggen dat de resolute
studentenleiders op aanstekelijke leuzen
van de president wachten; maar Soeharto
is geen volkstribuun.
De massa der jongeren, vooral in de over
wegend landelijke gebieden, heeft weinig
politiek profiel. De jonge mensen volgen nog
immer het beginsel van traditionele onder
geschiktheid aan de dorpsoudsten. Religi
euze en nationalistische jeugdverenigingen
waren meestal aan politieke partijen ge-
oonden. Pas in de laatste tijd tonen de
jeugdverenigingen het begin van een eigen
politiek bewustzijn.
Buiten de studiezalen biedt Indonesië dus
ongeveer dezelfde aanblik als overal in
Europa en Amerika. Hoeft nog niet erg te
zijn als er maar IN de studiezalen hard
gestudeerd wordt
Van bovenstaande foto, die in T.T. van 1 mei 1972, no. 20 heeft gestaan, weten wij nog steeds
dc naam van de eigenaar niet, wij verzoeken de eigenaar vriendelijk zich te willen melden
zodat wij hem de foto kunnen terugsturen
17