wÊMt HET GELUK VAN HET JAGEN Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Bernhard JACHTHERINNERINGEN Wat doe je als njo-tje van een jaar of 8, 9, op een vrije zondag? Toch op z'n minst om een uur of zeven je nest uit en om 8 uur al met een paar vriendjes op de fiets met de hengel en "kartepil" naar Antjol en Pesing. Het grootste geluk dat je te beurt kan val len is nog wel, als je door Pa of een van de grote kangs wordt meegenomen op de tekoekoer of eendejacht. De wildste ver halen peh, als je de volgende dag je minder fortuinlijke vriendjes ontmoet. Het was op een van die jachten dat ik m'n eerste opta- ter van een kaliber 12 kreeg te incasseren en een jaar later, ik was toen 11, had ik mijn eerste kaliber 16 dubbelloop. Een kali ber .22 tjies vond Pa te gevaarlijk voor me, "omdat die dingen zo verrekte ver schieten." 't Kleine feit, dat de laadklep bij elk schot van de "zestien" een doffe dreun kreeg te incasseren die elke tandarts in de omtrek deed schudden van 't lachen, mocht de pret heel niet drukken. Enfin, na de tweede doos patronen ging 't al een heel stuk beter, tot ik zwaarder geladen patronen kreeg voor de tjelengs en kidangs. Na elk schot bleef de singkong-schuur van pure verbazing openstaan om 't feit, dat hij nog aan de rest van 't hoofd vast zat. Maar ook dat went wel. Maar wat ik U wilde vertellen was, hoe ik mijn eerste tjeleng kreeg, 's Zaterdags met een noodgang van school gesjeesd op de fiets, waarbij zelfs trams voor me opzij gingen!!! Thuis hurry-up gegeten om 2 uur vertrokken we met 2 jeeps richting Rumpin. Voorbij Tan gerang moesten we met een èrètan een kali oversteken, 't Had toen pas geregend en prompt schoof de voorste jeep met ge blokkeerde wielen de steile afrit naar de kali af. Op 't laatste moment wist Piet de wagen de pont op te zwieren, waar hij tot stilstand kwam. De volgende wagen bracht het er iets beter van af, maar de pontman mompelde toch iets van "tukang rusakin gètèk", wat vrij vertaald neer komt op "Pontverkrachters". De oprit aan de andere kant van de kali leverde niet veel moeilijk heden op. De verdere tocht ging door uit gestrekte rubberbossen. Om 5 uur waren we op de plaats van bestemming, een kam pong aan de rand van 't bos. In no time was de lokale bevolking rond onze jeeps verzameld en deden wilde verhalen van "bagong sêgêdé kebo'h" de ronde. De lurah ging zelfs zo ver, dat hij beweerde dat wij nog best voor donker een drijf konden houden met minstens 75 kans van slagen. Nou ja, wat doe je in zo'n geval? Doorbla zen natuurlijk. Het was werkelijk verbazingwekkend hoe snel de drijvers en hun aanhangsels, de onontbeerlijke kampong gladakkers bij el kaar getrommeld waren. Al gauw waren ze dan ook in de bush verdwenen. De lurah zelf bracht ons naar de posteer-plaatsen. Achter elkaar ging het 't smalle paadie langs 't rubberbos af. Maar al gauw doken we een djagungtuin in. "Itu Tuan, bagong bikin rusak kebun", wees de lurah ons op de plaatsen waar de zwijnen hadden huis "De jacht behoort tot het zuiverste repertoire van het menselijk geluk" JOSé ORTEGA Y GASSET gehouden. De verwachting steeg met spron gen. Aan de rand van de kebun kreeg de Hr. Zim, de eerste post, de rest volgde het pad dat ons voerde door lage bush-bush van tjênté struiken. Bij een tamelijk grote boom de tweede post en voort ging 't weer. Plotseling stonden we aan de rand van een tamelijk open strook, begroeid met enkele kleine struiken, Mimosa en alang alang. Ongeveer 150m verderop weer tjente-bush, overgaand in 't grote bos. Na een korte be raadslaging kregen Pa en ik onze posten aan de rand van de open strook. "Blijf jij hier, dan ga ik wat meer naar rechts", fluisterde Pa. "Kijk u'it waar je schiet, want Sammy, Piet en Hr. Tjioe zitten aan de overkant van 't bos en vergeet niet om rechts de lopers en links de kogel te laden". Na deze wijze woorden ging Pa zijns weegs en begon ik met een geleerd gezicht het geschut te laden. Toen Pa in de verte uitgeritseld was had ik me geheel geïnstalleerd en georienteerd. Schuin links voor me op ongeveer 200 m. was Sammy in 'n boom geklommen die niet in overeenstemming was met zijn nogal uit gebreide liohaamsproporties. 't Geheel zwaaide tenminste vrolijk heen en weer. Van de anderen was niets meer te zien. In de boom achter me ruzieden een paar groene duiven luidruchtig om een tampatje. Ik betreurde het, mijn buks niet bij de hand te hebben. Anders was 't ge schil in minder dan geen tijd op een prettige manier opgelost. De bosrand voor me werd helder beschenen door de ondergaande zon. Plotseling "tja'kikir" vlak achter me. Als die rot-boskip gezien had wat voor schrik hij teweeg bracht, had hij zich be slist kaal gelachen. Eindelijk het bevrijdende kèp, kèp kèp, in de verte van de honden. Het lijkt op zo'n moment of alle ongemak ken tegelijk je overvallen. Je moet niezen, hoesten en je rug jeukt vreselijk. Het boompje van Sammy stond zowaar roerloos. Ook de drijvers waren nu te horen. Van de honden echter geen geluid meer. Ja toch, even een kort kèp, kèp en toen ineens 't hele koor er achter aan. Elk moment ver wachtte ik het eerste schot. Maar, wat is dat toch voor iets bruins, daar bij die tjente struik aan de overkant. Ver draaid, 't beweegt nog ookof niet? Op eens schijnt alles verkeerd te lopen. Je hart bonst in je keel, je moet heel nodig hoesten. "Bukan main, wat een bakbeest!" Afstand ongeveer 80 meter. De korrel er op, toen flitsten de woorden van mijn Pa door me heen. "Met lopers nooit verder schieten dan 40 meter, John, met de kogel kan je op 70 nieter nog wel proberen". Snel liet ik me op m'n' knieën zakken en begon te kruipen. Toen ik weer voorzichtig keek, was de struik tot ongeveer 60 meter genaderd, maar van si djagur geen spoor. De honden waren even stil geweest, maar begonnen met hernieuwde ijver te blaffen. Langzaam kroop ik om een struikje en dacht dat mijn hart in mijn maag zat. Schuin van voor Ter gelegenheid van zijn verjaardag bieden wij ZKH Prins Bernhard onze eerbiedige en oprechte gelukwensen aan. Wij wensen de Prins nog vele voorspoedige jaren temidden van de Koninklijke Familie en wensen hem een feestelijke dag toe. stond hij me aan te loeren. Het duurde een eeuwigheid, voor ik mijn spuit in de goede ridhting had, korrel op 't bladwladamm, natuurlijk de verkeerde trekker, de lopers. Na 't schot, wèg tjeleng en ik rennen naar de aansohotplaats. Vijf meter nog niets te zien, vier metergrommend schoof hij uit 't bosje. Op het laatste moment zag ik nog dat hij zijn achterlichaam sleepte, toen sprong ik achteruit en ging languit. Met mijn voet achter een Mimosa blijven haken. In een flits zag ik Sammy in de verte aan komen rennen. Toen alles voorbij was, wist iik precies wat panische angst is geloof me. 't Is nog iets beroerder dan een nachtmer rie. Wladammeen schot van vlakbij en op nog geen anderhalve meter zakte si Djagoer door zijn voorpoten. Mijn kruiptocht naar de struik waar de beer stond was Pa niet ontgaan. Hij bleef 't zaak je vanaf de tunggul, waarachter hij stond observeren. Na mijn schot achtte hij 't toch beter 't zaakje van meer nabij te be kijken en rende naar het strijdtoneel. Enfin, de rest weet U, hjj had toch niet veel later moeten komen. Even daarna arriveerde hijgend en blazend Sammy. "Wadoeh" was zijn commentaar, "wat een beest zeg". Ook de honden hadden ons spoedig gevonden, grommend en bijtend sprongen ze op 't dode beest en wenden door drijvers er weer af gejaagd. Al gauw was het je reinste Pasar Malam. De korte schemering was al spoedig overgegaan in de nacht en de haastig in elkaar gedraaide obors verlichtten 't toneel met een oranje gloed. Kwinkslagen en grappen volgden elkaar op en de meeste er van sloegen op mij. U begrijpt natuurlijk wel, dat ik van trots zo wat naast mijn schoenen liep, maar welk njotje van elf moessons zou dat niet zijn. Twee dikke stokken waren spoedig gekapt, terwijl ik onder deskundige leiding van de hele gang probeerde 't zwijn te ontweiden. Ik geloof niet, dat ik er veel van terecht bracht. Maar eidelijk waren we toch zo ver, dat we de terugtocht konden aanvaarden, voorop de vier dragers (het was inderdaad een viermans vracht). Terug in de kampong was 't natuurlijk snel bikken geblazen, enfin U kent 't wel, na afloop werden de nodige sjekkies en krètèks in brand gestoken en toen kwamen de verhalen pas goed los. Tegelijk met "mijn" tjeleng waren er nog drie andere uitgekomen. Na mijn schot was de rest terug geslagen. Piet had nog ge probeerd een ver schot te doen met zijn Mauser, maar helaas was de bloekar te hoog. Maar de debatten werden al spoedig abrupt afgebroken door de komst van een paar guitaar-virtuozen en een heuse croon- ster (geen kreunster, zoals Piet herhaalde lijk beweerde)). Waar ze vandaan kwam was een raadsel, maar al gauw zat de stemming er huizenhoog in en dat is toch de hoofdzaak, waar of niet peh? Tukang Tembak Hoe langer ik de vrijetijdsbesteding van de jeugd hier gadesla, des te bevoorrechter voel ik me met mijn eigen jeugdjaren en uit gesprekken met velen van mijn leeftijdgenoten is gebleken, dat ook zij het roerend met me eens zijn. 19

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1972 | | pagina 19