r Jeugdherinneringen V. In Jogjakarta in het zuidelijke deel van de stad stond een groot huis, een heel groot huis, met een recht hoekig grasveld ervoor. Aan de linker- en rechterkant van het huis, lagen grote tuinen met muren omgeven, beplant met vruchtbomen. In het midden van het gras veld voor het huis stond heel majestueus een warin ginboom, de heilige boom van Java. Eigenlijk mocht een waringinboom alleen geplant worden in de aloon- aloon, een groot veld voor en achter de kraton (paleis) Maar een feit was, dat die waringinboom voor dat huis stond. Er had dus een overtreding plaats, maar omdat de eigenaar van het huis de oudste broer van de Sultan was, werd die overtreding door de vingers gezien. Meer dichtbij het huis stonden "Sawo-ketjik"- 'bomen, een soort Manilla-bomen met kleine pitvrucht- jes. Sawo-ketjik-'bomen ziet men vaak staan in erven van "pangeran's-(prinsen-) woningen. Het huis begon aan de voorkant met een heel grote open galerij en daarachter lag een gesloten galerij die deuren hadden naar de slaapkamers en ook naar de zijgalerijen. Links en redhts van de slaapkamers lagen de andere kamers. De erven en het huis hadden samen een oppervlakte van 1 ha. Het moest dus een geweldig groot huis zijn. De voorgalerij was voorzien van 7 stellen zitjes en hier en daar stond een schommelstoel met een knaap je er naast. Op een van de schommelstoelen zat Ra den Adjeng Hertati, de dochter van de oude Pangeran, met een boek op haar schoot. Haar enige hobby was lezen, want bijna alles wat plezier verschafte was ta boe voor haar, als Javaanse poetri (prinses) mocht ze nu eens dit en dan weer dat niet doen. Gelukkig dat ze toch nog de Algemene Middelbare School mocht bezoeken. Ze had de afdeling B gekozen, want Tati was sterk in wiskunde. Maar waar ze later na de A.M.S. B naar toe zou gaan, wist zij zelf niet. Ze zou eigenlijk graag naar de Geneeskundige Hogeschool gaan. Het snijden van lijken daar zou griezelig zijn, maar interessant zou het beslist zijn. Een Javaanse poetri alleen in Batavia wonen om te studeren? Dat was weer taboe. Daar zat ze dan. Ze was bezig met het boek van Louis Couperus, getiteld "Eline Vere". "Eline Vere", dacht ze. "Wat jammer dat Eline een echte zenuwlijdster wordt. Eline heeft geen bezigheid, geen levensdoel, heeft niets dat haar leven vult. Haar enige hobby is lezen". Tati fronste haar wenkbrauwen. "Als ik de A.M.S. door ben, dan zou mijn enige bezigheid ook alleen lezen zijn. Ik moet oppassen dat ik geen Eline Vere word". Haar gedachte werd afgeleid door de komst van Si Lam, een van de huisjongens. Si Lam scheen iets aan haar te willen mededelen. De jongen maakte de sem- bah (het brengen van de twee handen op elkaar aan de neus) voordat hij de trap van de voorgalerij opging. Op de voorgalerij liep hij niet op zijn benen, maar hij bewoog zich al hurkende vooruit, door de benen een voor een naar voren te bewegen met de handen beur telings steunend op de grond. Op twee of drie meter van Tati verwijderd stopte hij, zat dan netjes met ge kruiste benen, maakte de sembah en zei: ,,'n Doro, er is telefoon voor U van de kraton". "Van de kraton? Dat kan niet dacht Tati. "Romo Goesti is thuis. Tele foon van de kraton kan alleen van vader zijn". Haar vader noemde zij Romo Goesti (Vader de Pangeran). Hoewel ze er niet het minste idee van had, wie aan de telefoon was, stond Tati op. Klik, klak, klik, klak, liep ze, met flinke stappen als een nonie. Een poetrie moest eigenlijk langzaam lopen met gebogen hoofd. Tati ging veel om met Nederlandse meisjes en haar doen en laten nam ze over van haar Europese vrien dinnen. "Poendie?" (met wie?) sprak ze door de telefoon. Opeens hoorde ze een vrolijk gelach. "Ik ben het maar hoor". "O, Tomrno, ben je op dit ogenblik in de kra ton?" "Ik?" een brullend gelach weer. "Helemaal niet. Ik ben thuis, ik heb alleen de kraton genoemd om ver binding te krijgen met jou. Je zou toch niet met een gewone jongen als ik door de telefoon mogen praten". "Slim ben je, zeg. Nou, wat wil je van mij?" "Kun je me helpen aan de tweede som van ons huis werk? Welke formule moet je toepassen?" "Schaam je je niet, joch, om over een algebra som aan een meisje te vragen. Even mijn boek halen, ja. Nou, hier ben ik weer. Welke formule je gebruiken moet, zoek je maar zelf uit, ja. Anders word je nog luier. Ik help je alleen maar hiermee: stel 3x-y op p". Dank je, Ti. En dan nog dit, ga je vanavond naar school? De film van de optocht tijdens de viering van het huwelijk van Prinses Juliana zal vertoond worden in de aula. Je staat er beslist op". "Neen, ik mag niet gaan. Nou, daag." Tati legde de hoorn neer. Het huilen stond haar nader dan het lachen. Zeker zou ze op de film te zien zijn. Zij in verpleegsterspa'k met haar vriendinnen. Haar groep stelde voor een kliniek van het Rode Kruis op een truck. Een jongen als patient op een stoel, een andere jongen stond er bij als dokter en Tati met haar vriendinnen als verpleegsters. Hoe zou zij er uit zien op de film? Ze kon de film niet zien. Ze mocht niet naar school gaan 's avonds voor de film en fees ten. Dat was weer taboe. Mevr. M. Poentorini Sosrokusumo Door een toeval kwam dit verhaal op onze redactie juist toen wij de voorplaat-foto met de waringin hadden afgegeven voor dit nummer. Nu komt de foto ook hij deze korte, frêle schets uitstekend van pas. Dat wij hel verhaal in een lijstje zetten (met een 10 ten een griffel erbij) komt omdat het de twee eerste kenmerken van goede schrijfkunst presenteert: eenvoud van thema en woordkeus, en een brokje echt leven dat diep ontroert. (Mocht de schrijfster af en toe nóg zo'n krabbel neerschrijven en geen bezwaren hebben tegen ons simpel blad, dan bieden we onze kolommen graag nogmaals aan!) T.R.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1972 | | pagina 5