HET HANENEI Glimlachjes Als kind leefde ik og. het land in Mid den Java; op de boerderij van wij!en mijn vader. Op bet grote erf, dat aan twee zijden aan de bush-bush grensde, stonden stallen, loodsen en schuren. Wij hadden een paar paanden, een tien tal sapies, zes karbouwen, schapen, geiten en een heleboel kippen. Na vier uur 's middags was het al gevaarlijk om als kind op het erf ver van huis te dwalen. Menige hond werd reeds tus sen vier en vijf uur door een panter weg gesleept. De tijgers waren geluk kig pas ca. twee km verderop te vinden. Al heel vroeg raakte ik vertrouwd met allerlei huisdieren en ook wilde dieren en hunne gedragingen. De vraag boeide mij waarom kippen op een bepaald uur van de dag (ca. twaalf uur) plotseling alle activiteiten staakten en zich in de schaduw neerlegden om met half gesloten ogen een siesta te houden. Ook twee hanen die in een ver woed gevecht waren verwikkeld sloten een plotselinge wapenstilstand om ge moedelijk naast elkaar te liggen slui meren. Op een gegeven moment vlo gen a We dieren vrijwel gelijktijdig op om hun bezigheden te vervolgen. De vechtende hanen zetten het gevecht voort. Dit raadsel is nooit voor mij op gelost. Het is echter niet mijn bedoe ling om verder hierop in te g-aan en moet dus terug naar mijn haneneitje. Van een oude kebon vernam i'k dat sommige hennen in hanen konden ver anderen. Geiten hadden geen bok no dig om te kunnen lammeren. Daar stood ik. Moest ik het geloven of niet geloven. In ieder geval: mijn nieuws gierigheid werd geprikkeld en ik hield mijn ogen open. En ja, tussen die hon derd kippen of meer, waren er die de een meer en de ander minder zich aan t metamorfoseren waren. Eén ervan was reeds zo ver dat "zij" een lange staart had, een mooie kam droeg en kraaide (nog wat sChorrig) als een haan. Het verder observeren leverde op, dat deze kiphaan ook zijn "hanig heid" wilde tonen echter zonder resul taat. Op een dag vond ik in het stof(zand) waar een haan (vermoedelijk kiphaan) op had gezeten een eitje groter dan een kruisbes. Het personeel herkende het direct als een "hanenei". Dit eitje heb ik bewaard maar ik verloor het. Mogelijk door een muis opgevreten. Ik vertelde dit aan mijn vader en oom die een gepensioneerde onderwijzer was. Beiden lachten mij uit en mij werd uit gelegd dat vóórdat de haan op die plek zat, zeer beslist een hen het eitje had gelegd. Dat het zo klein was, was niet anders dan een speling der natuur. Aan zijn uitleg geloofde ik blindelings, want in die tijd was een onderwijzer voor mij een alwetend mens. Ik vertel de het verder aan geen mens meer, bang zijnde om weer uitgelachen te worden. 16 Enige maanden later vond ik op een hoek buiten het huis alweer een eitje. Er waren geen kippen in de buurt. Dit tweede eitje was groter dan het eerste, ongeveer van de afmeting van een gro te knikker en trouwens rond als een knikker. Ik liet dit aan de kokki zien en ze vroeg het om in de rijstton te leg gen, opdat de in die ton bewaarde rijst niet zou verminderen; dus ten voordele van de njonjah. Dat vond ik in de be ginne wel best, maar even later vond ik het toch niet leuk dat het ei niet bij mij was en vroeg ik het terug. Na enige uren kwam ik op het idee om hef te laten koken, want een hanenei had ik immers nog nooit geproefd. Ik vroeg dus aan moeder of de kokki 't voor mij mocht koken. Dat mocht maar het eitje moest eerst goed gewassen wor den en gelijk in de sajoor worden ge stopt; dan was dit geen extra werk voor kokki. Toen het gaar was kreeg ik het terug en na de sChaal te hebben gepeld beet ik een stukje ervan af. Het had een rare smaak. Ik lustte de rest niet en gaf het aan moeder. Ook zij lustte het niet en meende dat de bii- smaak kwam door het koken in de sa joor. Ik gaf het aan kokki. Ook zij was er niet blij mee. Het ging van hand tot hand tot het op was, maar niemand vond het lekker. Tegen de avond kwam mijn oudste broer thuis en miste het eitje. Nadat hij gehoord had, wat er met het ei was gebeurd, barstte hij in lachen uit: het was een slangenei en zijn bedoeling was geweest om het voor een "hanen ei" door te laten gaan, wat he-m aardig was gelukt. Daarom was het zo rond als een knlikker. Hij had namelijk een broedende bandottangedood, een eitje genomen voor zijn plannen en de rest stuk getrapt. R. F. Dcelitzsch De bandottan is een addersoort van ca. 60 cm lang. De kleinere soort hier van noemden de Javanen dédor (Ma- leise na aim ular tanah). De beet van beide adders kan dcdelijk zijn. Dck- tershulp na 24 uur redt we'l het leven van het slachtoffer maar de oebeten vinger of teen rot toch weg. Zelf heb ik een slachtoffer gekend die zijn voet vei loor tot aan de enkel ook doordat doktersihulp te laat kwam. Maar de bandottan is een eerlijke slang. Voor hij toeslaat waarschuwt hij zijn tegen stander door een geluid te maken alsof twee bam'boelatten tegen elkaar wor den geslagen. Tèk, tèk, tèk. Hoort U Oh, koesterende zon en blauwe bergen schitterend in azuren oneindigheid boven ivarme verten warm als de glimlach schichtend over een bruin gelaat dat naar mij kijkt en met de ogen wenkt Stil, stil mijn vriend en zie nog eenmaal in de schatkamer van uw Leven op de drempel waarvan gij staat te wachten op één zekerheid die blijft van eeuwigheid tot eeuwigheid en altijd soelaas schenkt: ZIJN glimlach die u te gen straalt uit warme verten en een bruin gelaat Godspeed, Tjalie! N. Een goede vriendin vertelde me het volgende. Vervuld van daadwerkelijke drang tot milieuverbetering, zag ze eens met ergernis hoe een dame bij de bushalte de schillen van een appel klakkeloos neergooide, inplaats van in de vuilnisemmer die toch wel aanwezi" was. De vriendin dacht haar een jJuidelijk lesje in zindelijkheid te geven door de schillen stuk voor stuk op te rapen en demonstratief in de bak te depone ren. De appeleetster keek geïnteres seerd en toen alle rommel was opge ruimd zei ze ineens, wijzend naar een hoekje: "Kijk mevrouw, daar ligt nog een stukjel" Lilian Ducelle WEER ONTVANGEN: ES PASRA MACHINES 20,plus 1,porto. "HERINNERINGEN UIT 3 TIJD PERKEN" Margono Djojohadiku- sumo 24,50 1,50 porto. Een geschreven familie-overle vering, boeiend en menselijk be schreven. dat geluid, blijf dan staan en kijk uit. Kan men de slang niet ontdekken, stap dan langzaam terug en zoek een ande re weg. Noot van de Redactie: Doetitzsch sChreef deze herinnering na in een krant gelezen te hebben van het (zeldzame) venschijnsel dat kippen in hanen veranderen.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1972 | | pagina 16