HET GELUK VAN HET JAGEN w 3x Si Kiaji, de onkwetsbare ever (III) "De jacht behoort tot het zuiverste repertoire van het menselijk geluk" JOSé ORTEGA Y GASSET door A. E. van der Biesen U kunt zich de situatie voorstellen. George lag op de weg te spartelen, terwijl wij, die het hele geval hadden zien gebeuren in een dusdanige onbedaarlijke lachbui schoten, dat wij werkelijk te amechtig waren om iets uit te voeren. Dit alles gebeurde, terwijl de drijvers en de honden nog op geruime af stand bezig waren. Wij wachtten dus nog enige tijd af, in de hoop, dat de honden het spoor van de grote zouden volgen en hem dan uit het kleine bosje aan onze kant zou den drijven, waarna ik een mooie gelegen heid zou hebben gehad een schot te wa gen. Er kwam echter niets. Toen wij wat la ter enige drijvers en honden zagen aanko men wenkte ik ze om het bedoelde bosje alsnog uit te drijven, maar er zat niets meer in blijkbaar. Wij liepen toen maar naar de weg en naar George om zijn ondervindin gen te horen. Deze zagen wij rondhinken, terwijl hij een grote zakdoek om zijn rech terkuit had gewikkeld en zijn beenkap, die hij daar had gedragen in zijn hand hield. Nog steeds lachend en hinnekend vroegen wij hem hoe hij deze "buggy ride" op de rug van "Si Kiaji" had gevonden. Hij antwoordde met een belangrijk stuk uit de Amerikaanse bijbel, dat niet voor herha ling vatbaar is. De baas nam hem nog eens goed tuk met de opmerking dat hij, hoewei hij uit Texas kwam en daar vermoedelijk wel op wilde stieren zou hebben gereden, nu in elk geval een nieuwe ondervinding had op gedaan, die hij naar Amerika zou kunnen schrijven en waar men dan - zelfs daar - vermoedelijk wel geen overtreffende trap voor zou kunnen vinden. Hij moest beter weten en niet proberen om zonder "chaps" (cow-boy beenstukken) en een sombrero op een varken te gaan zitten, daar dit dier toch alleen bestemd was om opgegeten te wor den. Maar alle gekheid op een stokje. Het bleek dat "Si Kiaji" met de uithaal van zijn slagtanden toch George nog bescha digd had. Zijn leren beenkap had hem voor zwaardere schade behoed. Nu vertoonde de beenkap een keurige sneewond, terwijl zijn been alleen een vrij diepe kras vertoon de, die met nogmaals aanhalingen uit die zelfde bovenvermelde bijbel met een stevi ge hoeveelheid jodium werd ontsmet. Het hele gezelschap was zo langzamerhand weer verzameld en daar het al tegen 11 uur liep en zeer warm was, liet de Wedana wat verse jonge cocosnoten uit de bomen halen om ons te laven met de heerlijke koele in houd, wat zeer in de smaak viel. Wij spra ken af nog één drijf te zullen doen, maar dan op alles te schieten. Inmiddels hadden wij van de echte kiaji en de drijvers de verhalen gehoord wat er was voorgevallen. Al vrij spoedig, nadat zij dit bosje waren ingegaan waren zij gestuit op verse sporen van "Si Kiaji" en kregen enige biggen in de gaten, zodat men veel hoop had nu tot resultaat te zullen komen. Kort nadien echter hoorden zij in een klein kreu pelbosje een enorm gekef en gejank van de honden, afgewisseld door zwaar gegrom, vermoedelijk van "Si Kiaji". Niemand had het lef gehad dichterbij te komen en om het beest af te schrikken en de honden te red- 18 den had de kiaji zijn geweer afgeschoten, wat ook een der drijvers had gedaan met zijn voorlaadantiquiteit. Het gegrom was daarop gestopt en het gekef ging weer ver der, zodat "Si Kiaji" blijkbaar weer in be weging was. Hij was vermoedelijk tussen twee jagers door de weg overgestoken en langs de hoge kant doorgelopen in mijn richting. Of George nu een zekere aantrek kingskracht op hem had uitgeoefend of mis schien omdat hij wilde laten zien, dat hij ook wel wat kon en niet bang was, had hij George even geattaqueerd, gelukkig niet ernstig, want dan waren er beslist ongeluk ken gebeurd, aangezien ik niets kon doen om een schot af te geven in verband met het gevaar, dat ik dan eventueel George zou kunnen raken, terwijl in de tijd, die ik nodig zou hebben gehad om naar hem toe te lopen om hem te helpen, het beest alle tijd zou hebben gehad om hem behoorlijk toe te takéien. Zijn drager was in een boom geklommen en had het hele drama van bo venaf zien gebeuren, doch wachtte zich wel er zich, slechts met een kapmes gewapend, mee te bemoeien. Het was dus nog prima afgelopen, waarmee wij uiterst blij mochten zijn. Na wat gerust te hebben werd de volgende drijf ingezet, doch ook dit bosje bracht niets op, zodat wij geheel zonder buit naar huis moesten. Wij stapten in onze auto's en reden terug naar Pelaboean Ratoe, waar na het middag uur de vissers net met hun boten en hun vangst terugkwamen van zee. Wij hebben Sterk verlaagd in prijs Thans slechts f 4,f 0,50 porto toen maar de nodige heerlijke verse vis ge kocht om tenminste enige lading in de mee genomen 1 y2 tons truck te hebben en bo vendien om de vrienden en kennissen van onze Amerikaanse jagers enigszins tevre den te stellen, want toen ik zo hoorde, wat zij al aan vlees enz. hadden beloofd aan hun vrienden, dan had die truck wel zo on geveer vol moeten zijn om iedereen het zijne te geven. Zij hadden hier werkelijk de "huid verdeeld voordat de beer geschoten was" met als resultaat nihil. Het was een vrij stil gezelschap, dat de te rugweg naar Buitenzorg aanving, waar wij tegen donker weer aankwamen. De verha len, die de Amerikanen later in Buitenzorg vertelden waren echter enorm, zodat "Si Kiaji" hoe langer hoe meer bekendheid ver wierf, waardoor naderhand ook diverse an dere jachtgroepen op hem afgingen, doch steeds met hetzelfde resultaat. Men kon desnoods genoeg kleine biggen schieten, wanneer men dat wilde, "Si Kiaji" vertoon de zich ook wel, doch onder zulke omstan digheden, dat men hem niet te pakken kreeg. Wat dit beest bezielde? Men kon toch moeilijk aannemen, dat de verhalen over geheime krachten, enz. die dit beest zou bezitten, waar waren. 'Hoogstens was hij, doordat hij al oud was en er veel op hem was gejaagd, erg "uitgekookt" gewor den en kon daardoor steeds de dans ont springen. Derde ontmoeting. Weer waren er diverse maanden verlopen met jagen op andere terreinen, toen wij van een gemeenschappelijke vriend hoorden, dat hij ook met een ploeg naar Pelaboean Ratoe was geweest om zijn geluk te be proeven. Ook zij hadden "Si Kiaji" wel ge zien, doch hem niet te pakken gekregen. Volgens het verhaal waren er vijf schoten op hem gelost, echter alles mis, niettegen staande de ook ons bekende schutters toch bekend stonden als goede jagers. Zij had den wel enig klein goed geschoten, een hert te pakken gekregen en waren dus over het jachtresultaat wel tevreden, hoewel het hoofddoel niet bereikt was. Onze gedachten werden daarom weer geconcentreerd op het merkwaardige beest en wij besloten nogmaals een poging te doen hem te pak ken te krijgen. Er werd afgesproken, dat onze gemeenschappelijke vriend Louis ook zijn jachtvrienden zou meenemen, zodat wij dan weer met tien schutters zouden zijn. Bovendien had Louis zelf een aantal zeer goede drijfhonden, die hij had onderge bracht bij een bevriende hadji, die in Tji- gombong woonde - een plaatsje op de weg van Buitenzorg naar Tjibadak, dus ook op weg naar Pelaboean Ratoe. Een van z'n drijf honden was een uitstekend beest, prima getraind om alleen achter groter wild aan te drijven en een uitstekend leider van de ploeg. Deze hond, die wat meer foxterrier bloed had dan normaal heette Oesèn en was bij de Buitenzorgse jagers over het al gemeen wei bekend. Hij had een hogere blaf dan de meeste drijfhonden en was daaraan vrij gemakkelijk tijdens de drijf te herkennen, terwijl ook bekend was, dat hij zeer brutaal was en altijd vlak achter het opgedreven wild aanzat, zodat de jagers, zodra zij zijn gekef in de buurt hoorden, erg moesten oppassen. Merkwaardigerwijze zou Oesèn vrijwel nooit achter biggen of der gelijke aanzitten, die waren blijkbaar bene den zijn rang en stand en wanneer er herten in het terrein zaten, zou hij alle varkens la ten lopen, doch zich direct op de herten specialiseren. Dit was voor Pelaboean Ra toe, waar beide wildsoorten voorkwamen,

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1972 | | pagina 18