Van 1 tot 10 in het Indonesisch (slot)
Wat de naamgeving lima betreft voor "vijf",
het schijnt dat heel vroeger dit woord nauw
verbonden is geweest met tangan of "hand"
omdat de hand vijf vingers telt. Deze bete
kenis vinden we nog terug in het woord
panglima of "(leger)commandant", dat oor
spronkelijk "de (rechter)hand van de radja"
betekende.
Terlima dat door de tijden heen tot terima
is getransformeerd betekent eigenlijk "in
handen gekomen van". Het is merkwaardig
dat in het Javaans en in de Lampong liman
het woord is voor het Indonesische gadjah
(olifant). Heeft dit beest niet namelijk een
"slurf" of belalai dat de functie vervult van
een hand?
Naast dit lima (spreek uit, limo) is in het
Javaans ook nog bekend gangsal of gasal,
letterlijk betekenende "oneven", waarvoor
het Indonesisch het woord gandjil heeft.
In het moderne Indonesisch heeft men voor
samenstellingen met het getal "vijf" zijn toe
vlucht genomen tot het Sanskritische pan-
tja. Men kende reeds geruime tijd het woord
pantjaindera voor de "vijf zintuigen"; pan-
tjawarsa betekent "vijf jaar"; warsa, zoals
reeds eerder opgemerkt, is "jaar".
De Pantjasila of "Vijf Grondslagen" van de
Indonesische Republiek zijn: 1. Ke-Tuhanan,
"Geloof in God", 2. Kebangsaan, "Nationaal
Bewustzijn", 3. Perikemanusiaan, "Humanis
me", 4. Keadilan Sosial, "Sociale Recht
vaardigheid" en 5. Kedaulatan Rakjat, "Sou-
vereiniteit van het Volk". Bovenstaande vijf
punten zijn in de Lambang Negara of het
"Staatswapen" tot uitdrukking gebracht
door middel van: 1. de Gouden Ster, 2. de
Banteng of "Buffel", 3. de Keten, 4. de
Padi- en Katoenaar en 5. de Waringin boom.
Terloops, de aanbidder van de Pantjasila
wordt in Indonesië genoemd Pantjasilais.
Van de thans ontbonden P.K.I. (Partai Ko-
munis Indonesia - Communistische Partij
Indonesië) was het bekend, dat deze partij
tegen de Pantjasila was en meer in het bij
zonder tegen dat Ke-Tuhanan of "Geloof in
God". Nadat de door deze partij gelanceer
de staatsgreep praktisch op niets was uit
gelopen, creëerden de tegenstanders van
deze partij de term pantjasalah voor de "vijf
fouten" gemaakt door de P.K.I. als een
woordspeling op Pantjasila. Deze pantjasa
lah hield in: 1. Verkeerde Planning; 2. Ver
keerde Indoctrinatie; 3. Verkeerde Calcula
tie; 4. Verkeerde Fundatie en 5. Verkeerde
Methodes.
De "Vijfvoudige Erecode van de Gouverne-
ments Ambtenaren" is met een weidse
naam gedoopt Pantja Satya of de "Vijf Loy
aliteiten".
Even terugkomende op dat gangsal voor
"vijf", hetgeen dus oorspronkelijk '"oneven"
betekent, het Soendaas heeft voor "zes"
genep, in de Bahasa Indonesia; genap, het
geen "even" beduidt. Hoogstwaarschijnlijk
bestond er in vroegere tijden iets dat in
groepen van zes werd geteld zodat, vóór
dat de groep van zes was gecompleteerd
het aantal nog "oneven" was. Deze me
thode van re'kenen om een groep aan te
duiden rriet een woord dat geen telwoord
is, is een algemeen verschijnsel. In Indone
sië kent men voor "twintigtal" het woord
kodi; saja membeli sarung dua kodi ik
heb 40 saroengs gekocht. In het Engels be
staat er een woord dat dit kodi nabijkomt,
nl. score, "twintig(tal)"three-score, "zes
tig", enz. In het Frans bestaat er ook nog
een restje van de invloed welke er moet
8
hebben geprevaleerd om in groepen van
twintig te tellen. In Frankrijk heeft men voor
"tachtig": quatre-vingts, hetgeen betekent
4 x 20. Het gebruik van dit vingt is echter
inconsequent, want men kan niet zeggen
trois-vingts voor "zestig", cinq-vingts voor
"honderd" en wat dies meer zij. In Indone
sië of, om nauwkeuriger te zijn, op Java
heeft men voor "vijfentwintig" niet lima li-
kur, ofschoon selikur het Javaans is voor
eenentwintig", dua likur voor "tweeentwin
tig", tiga likur voor "drieentwintig",-enz.,
maar selawe, hetgeen betekent "een stuk
garen"; lawe is Javaans voor "garen". "Ga
ren" werd inderdaad veel gebezigd als tali
(touw) om er iets mee vast te binden, zo
dat men voor "vijfentwintig (cent)" ook kon
zeggen setali. Vijf stuivers (met een gat in
het midden) werden namelijk aan een tali
geregen en daarna vastgebonden; dit was
één tali, één touwtje, satu tali, of nog an
ders gezegd, setali alias "25 cent". Verder
kende men vroeger de uang (ook wel ge
speld uwang, d.i. het koperen geldstuk met
die naam, dus niet uang met de betekenis
van "geld" Iho!) welke equivalent was met
10 duiten; 3 uang 3x10 duiten 30
duiten 25 cent. Ergo, setali is gelijk aan
tiga uang, waardoor het gezegd setali tiga
uang werd geboren, met de betekenis van:
1. het is lood om oud ijzer; het maakt niets
uit; het is krek eender; 2. één pot nat.
In het Balinees betekent telung benang, "vijf
en zeventig cent".
In samenstellingen heeft men wederom zijn
toevlucht genomen tot het Sanskriet; het
Sanskritische sad is dan de tegenhanger
geworden van het Indonesische enam (zes)
of Javaanse nem. Gedurende Soekarno be
stond er in Indonesië de Sad Tunggal. Dat
was de "Zes-Eenheid" bestaande uit: 1. het
Hoofd van Plaatselijk Bestuur, 2. het Hoofd
van Politie, 3. de Legercommandant, 4. de
Officier van Justitie, 5. de Rechter en 6. de
Voorzitter van het Nationale Front.
Het getal "zeven" moet oorspronkelijk pitu
zijn geweest, hetgeen we nog terugvinden
in het Javaans en in een reeks van andere
talen nauw verwant met het Indonesisch. In
Madagaskar is het fitu, in Tahiti hitu, in Ha
waii hiku en in de Philippijnen (met de na
tionale taal het Tagalog) pito.
Het Indonesisch, Minangkabaus en Soen
daas wijken van het bovenstaande af door
gebruik te maken van tudjuh, afkomstig van
tudju h; Minangkabaus: tudjueh. Deze
toevoeging van de "h" komt veelvuldig voor
in bepaalde woorden. In plaats van silakan
schrijft men immers ook wel silahkan; silah-
kan masuk! staat voor "komt u alstublieft
binnen!" Naast gadji (salaris) bestaat de
vorm gadjih, naast tempo (tijd; denk aan
tempo dulu) heeft men tempoh.
Terloops zij hier opgemerkt, dat er enkele
getallen bestaan, waar de Indonesiër geen
grote waarde aan toekent, zo bijvoorbeeld
het getal "dertien". Hotel Indonesia in Dja
karta kent géén dertiende verdieping, maar
wél een twaalfde en veertiende. De dertien
de verdieping wordt zo maar verdonkere
maand!
Het getal "zeven" daarentegen, geniet een
zekere populariteit in Indonesië (en ook el
ders). Andere populaire getallen zijn empat-
puluh (veertig), seratus (honderd) en seribu
(duizend). In de klassieke literatuur wordt
dikwijls gewag gemaakt van feesten die
veertig dagen en veertig nachten duren, en
niet vijftig dagen en vijftig nachten of zestig
dagen en zestig nachten, enz. Wat te zeg
gen van Ali Baba en de veertig rovers?!
Na een sterfgeval wordt de overledene her
dacht na de 7de, 40ste en 100ste sterfdag
door het houden van slametans. Deze han
delingen staan bekend als menudjuh hari,
mengempatpuluh hari en menjeratus hari
resp. en betekenen "een slametan houden
op de 7de, 40ste en 100ste dag na iemands
overlijden".
Het Minangkabaus kent de uitdrukking: tud
jueh pitalo bumi, tudjueh pitalo langi' en
in het Indonesisch: tudjuh petala bumi, tud
juh petala langit, hetgeen betekent zoiets
als: de zeven werelden, de zeven hemelen.
Als men de schurft heeft aan een bepaalde
persoon, kan men ietwat op hem afreageren
door hem het volgende naar het hoofd te
slingeren: Ndak selamat lu sampai tudjuh
turunan of Ndak selamat lu sampai tudjuh
lapis anak buahnja! Het zal je zeven ge
slachten lang niet goed gaan!
De bekende Moslem tempel in Mekka, de
Kabah, heeft zeven omgangen of tudjuh
keliling. Als iemand door deze omgangen
heeft gelopen wordt hij vaak duizelig. Men
zegt dan dia sakit tudjuh keliling ook wel te
vertalen door "hij lijdt aan duizeligheid".
Verder is het m.i. niet onaardig om in dit
verband naar voren te brengen hetgeen
Sunan Kalidjaga (lees Kalidjogo), een van
de negen wali's (zie voor bijzonderheden
onder hét getal "negen"), die een belang
rijke rol heeft gespeeld bij de bouw van de
Moskee in Kudus (Midden Java), heeft be
weerd. Volgens de mythe heeft hij de mid
denpijler van de Moskee, welke zeer vitaal
is voor het bouwwerk, geschonken. Daar de
majoriteit van de bevolking destijds van de
landbouw afhankelijk was, construeerde hij
een tweetal landbouwwerktuigen, nl. de luku
of badjak (ploeg) en de patjul (houweel).
Volgens hem bestaan deze werktuigen uit
verschillende onderdelen welke alle een be
tekenis hebben voor hen, die hun idealen
vervuld willen zien.
Zo heeft de luku zeven onderdelen waaraan
Sunan Kalidjaga zekere betekenissen heeft
toegekend:
1. de pegangan of het handvat; zij, die
hun idealen wensen te realiseren dienen nl.
een houvast te hebben;
2. de pantjadan of het afzetstuk; mantjad
betekent in het Javaans: "zich afzetten op
(bij het hardlopen, enz.)", m.a.w. men moet
stappen ondernemen om een aanvang te
maken met het wefk. D.w.z. als men al een
houvast heeft en over voldoende bevoorra
ding beschikt, dient men het werk niet lan
ger uit te stellen;
3. de tanding of spie; bertanding betekent
vechten", men dient geen vermoeienis en
moeilijkheden te kennen. Men dient steeds
te wikken en te wegen tussen ratio en ver
stand;
4. de singkal of het hout aan de ploeg
schaar dat dient om de aarde opzijde te
schuiven; de betekenis hiervan is in het Ja
vaans: metu saka ing akal of "haal je tac
tiek en verstand eruit", dus, gebruik je ver
stand en taktiek om succes te oogsten;
5. de kedjen of ploegschaar, vervaardigd