Lebaran
Jos. van Arcken
Het spijt me zo
en geen beweging meer maken. Zij
blijven dan doodstil en misschien zelfs
biddend net zo lang wachten tot an
dere huisbewoners bezorgd eens ko
men kijken. Als deze persoon dan luid
sloffend of "te-klèkkend" op klompjes
(om andere angsten te verjagen!) aan
komt, klinkt alleen maar een gedempte
en benauwde waarschuwing: "Awas,
niet te hard ló! Ister een tokèh op de
deur!" Als het dan een vrouw is, die
de Prinses op de Troon komt verlossen,
gebeurt er nóg niets, maar gaat deze
vrouw een manspersoon alarmeren.
Ach-ach-ach, ons leven in de Oost was
vol gevaren
In elk geval behoren zulke ervaringen
tot de onvergetelijkste van het Leven
in de Tropen - en ik wed dat in de
komende dagen nog menig authentiek
tokèh-verhaal bij ons in de brievenbus
zal glijden!
Lang na-piekerend geloven wij dat de
vrees voor de tokèh vermoedelijk ont
staan (en gegroeid) is in de vroegere
kindertijd, want die grote tokeh tussen
de kleine, liefelijke tjitjaks aan de muur
moet wel een monsterachtige indruk
gemaakt hebben. Voeg daarbij de toon
van ontzag (en angst) in de stem van
baboe of ma, en daar bovenop de (al
tijd zéér luide en onverwachte) mense
lijke stem van de tokèh, dan begrijpt
U wel dat menig klein kind al heel
vroeg een angst of althans beducht
heid van de tokeh "aangekweekt" moet
hebben, die op latere leeftijd nooit over
gegaan is.
En daar komen nog bij de reputatie dat
de tokèh nooit bang is, maar altijd aan
valt (wat toch wel waar is, maar mis
schien óók veroorzaakt wordt door
vrees van de tokèh zelf!) en dat hij
niet loslaat als hij eenmaal "beet heeft"
en verder natuurlijk zijn "griezelige"
aanblik en kleur. En zijn in verhouding
tot zijn lichaam veel te grote kop en
bek.
Ten slotte schijnt de tokèh-familie ook
last te hebben van geboorte-explosies,
want niet zelden gebeurt het dat in één
huis zeven en meer tokèhs rond schar
relen. En er zijn verhalen van betrouw
bare personen over bomen, waarin to
kèhs "in trossen" op stam en takken
zaten. Tijdens mijn laatste reis heb ik
wéér van zo'n geval gehoord: ergens
tussen Soerabaja en Kediri schijnt zo'n
boom te staan (helaas weet ik niet
meer precies wéar).
En mijn zoon heeft op de pasar in
Bangkok nog tokèhs te koop aange
boden gezien: tientallen in een lage
kooi, afgedekt met gaas. Hij verstond
helaas geen Thais en kon dus ook
niet te weten komen voor welk doel
die tokèhs verkocht werden.
De tokèh op de voorplaat is zoals de
lezer direct ziet, een jong exemplaar,
hij ziet er eer koddig dan angstaan
jagend uit en bovendien zo zelfverge-
noegd omdat hij net een larong ver
schalkt heeft. En toch zou geen leze
res deze "baby" in de laatste kamer
van het huis willen ontmoeten!
Op 7 en 8 november a.s. vieren onze Islamitische vrienden hun Lebaran - we
kunnen ook zeggen: vieren de 350 miljoen Mohammedanen over de hele wereld
hun Idulfitri. Wij, Indischgasten, kennen dat nog steeds (minder correct) als
het „Nieuwjaar van de Indonesiërs." En we weten dat Lebaran eigenlijk de
afsluiting is van de Islamitische vastentijd in Indonesië, de Puasa.
Wonderlijk is dat de Lebaran ook in de Europese herinnering een dag van
blijheid, vrolijkheid en feestelijkheid is, ook al vierden wij deze religieuze feest
dag dus niet. Maar het leek alsof het hele land op die dag feestelijkheid a.h.w.
"afstraalde". Uiteraard ook omdat het hele volk er "op zijn Paasbest" bij liep
i.p.v. in de dagelijkse kleding. Maar ook waren alle gezichten vrolijk en "dit Land
dat Altijd Lacht" scheen op Lebaran gewoonweg te schaterlachen.
Met deze herinnering aan geluk wensen wij voor de a.s. Lebaran onze Mohame-
daanse vrienden een Gelukkig Nieuwjaar toe en met de hand op ons hart:
"many, many happy returns of the day".
T.R.
locssQn,
n soemohardj»;
"OERIP SQEMOHARDJO"
door Rohmah Soemohardjo-
Soebroto
Verkrijgbaar bij Boekhandel
Tong Tong, uitgave Moesson-
reeks. Prijs ƒ8,incl. porto.
Een boek, waarvan T.R. in Tong
Tong zegt:
"Voor de schrijfster hebben geen
"partijen" en "standpunten" het
boek (en het leven!) bepaald,
maar eerlijke mensen met het
hart op de rechte plaats."
Voor Juwelen en Uurwerken als
van ouds naar
Laan van Meerdervoort 520
Den Haag - Telef. 33 64 41
dat ik niet aan alle (erg veel) ver
zoekjes van abonnees, vrienden, ken
nissen heb kunnen voldoen. Breng die
plant, dat zaad voor me mee. Maak een
foto van ons huis in Wlingi, Lawang,
Ambarawa, Poerwakarta, kijk voor me
of dat en dat er nog staat, wil je goelali,
bakeak, rooie visjes, verse pala voor
me meenemen, etc. etc. Het is er ge
woon niet van gekomen, we hebben
afgewerkt wat op onze weg lag en die
was toch al zo lang, warm en stoffig!
Tjalie en ik hadden ook wel dagen van
niksdoen nodig om bij te komen, onze
indrukken te verwerken.
Daarom is het met die stekjes en plan
ten verzamelen niet zo best gegaan.
Er was geen tijd om tjangkokans te
kweken, het langst bleven we op Sura-
baja, maar ook daar ontbrak het aan
tijd om alle verzoekjes af te werken.
Als U onze barang bij vertrek had kun
nen zien dan had U kunnen weten dat
er letterlijk niets meer bijkön, voorop
gesteld dat de douane me vriendelijk
had doorgelaten met tjangkokans, pit
ten, chevelures, rooie visjes en goelali.
Wat ik wel bij me heb: zaadjes van de
salamboom (komen heel goed op), sa
ga-pitjes (mijn plantje is al twee meter
hoog) kemangi-zaadjes, kembang me-
rak, waloh, paré. En nog een groot aan
tal soorten pitten waarvan ik nog naar
naam en herkomst moet speuren. Ik
graaide op wandelingen links en rechts
wat af, keerde thuis zakken en tassen
om en probeerde me dan te herinneren
wat en wanneer.
O ja, ik heb ook nog een paar doosjes
Marcks bedak meegenomen, maar ik
weet niet meer wie ze bestelde. U zult
misschien teleurgesteld zijn mevrouw,
want ze ruikt niet meer zoals vroeger.
Toch moet ze nog wel goed zijn.
Ik wou alleen maar zeggen: ik heb niet
alle boodschappen kunnen doen.
Lilian
Maar wilt U wel geloven dat wij nog
nooit een dame ontmoet hebben, die
echt door een tokèh gebeten is?
T.R.