Verschenen:
"DE KRONTJONG-GITAAR"
door ROSALIE GROOSS
De strijd is beslist. Rawana ligt geveld ter aarde. Rama heeft hem
gedood met het Brahmawapen, dat hem alle hoofden tegelijk afsneed.
(Door de beeldhouwer niet tot uitdrukking gebracht). Na de strijd
geeft Rama het lichaam van Rawana vrij, opdat het door Rawana's
vrouwen beweend kan worden. Rawana is dood: er rest geen vijndschap.
reikte, deed de geur van de geneeskruiden Rama en Laks-
mana en alle apen herstellen. Daarna bracht Hanuman de
berg weer op zijn plaats terug. Tenslotte wamen Rama en
Rawana tegenover elkaar te staan en werd Rawana na een
hevig gevecht door Rama gedood Toen liet Rama Sita door
Laksmana halen. Toen zij voor hem stond liepen de tranen
hem over de wangen want hij wist dat als hij haar nadat zij
een jaar in Rawana's macht was geweest, tot zich terugnam,
zonder dat haar onschuld bewezen was, hij een slecht voor
beeld zou geven aan allen die hem als heerser beschouwden.
Daarom zei hij haar, dat hij haar niet tot zich terug kon
nemen. Hij verstootte haar dus.
Sita, tot in het diepst van haar ziel getroffen door Rama's
woorden, liet toen door Laksmana een brandstapel oprichten
en wierp zich in de vlammen met de woorden "O vuur, gij
getuige voor het volk, bescherm mij, daar mijn hart Rama
nooit verlaten heeft."
Toen verscheen, temidden der vlammen, Agni, de god van
het vuur, en terwijl de vlammen zich om hun heer heenbo-
gen, als draperieën van een koningstroon, zat Sita schitterend
van glans in zijn schoot. Hij sprak: "O, Rama, hier is Uw
Sita. De zonde is haar vreemd gebleven. Ze was U immer
trouw: de zonde heeft haar niet beroerd. Neem daarom Sita
weer tot U." Toen zei Rama dat hij wel overtuigd was van
haar onschuld, maar dat dit bewijs nodig was geweest voor
het volk.
In grote vreugde bestegen Rama, Sita en Laksmana nu Ra
wana's hemelwagen, om terug te keren naar hun vaderland.
Sugriwa en Hanuman gingen mee als gasten. De 14 jaren
waren voorbij en Bharata was zeer verheugd dat hij de rege
ring aan zijn"broer kon overgeven.
Het volk kwam hun in feestgewaad en dansend tegemoet en
overal was het feest. En de oude Wijzen vertellen ons dat
gedurende Rama's lange, en gelukkige regering, het land
gezegend was met vrede en welvaart en geluk
Sita is het lichaam. Dat is de reden waarom zij niet uit een
vrouw is geboren, maar uit een vore is verrezen, toen haar
vader een stuk land beploegde om het gereed te maken voor
een offer. En daarom zegt Soerpanaka tegen Rawana, dat wie
Sita bezit, heerser over de wereld zal zijn.
Rama en Sita worden verbannen uit Ayodhia, dit is: uit de
hemel. Als ze in het Dandakawoud (de aarde) aankomen,
valt Sita ten prooi aan Rawana (het kwade, lust, begeerte,
onwetendheid, enz.) en ze wordt naar Lanka gebracht: diep
in het moeras van aardsgebondenheid: begeerte, lust, jaloe
zie, trots, haatdragendheid, gulzigheid, egoisme, enz. enz.
Dan stuurt Rama (het hogere zelf) Hanuman naar Sita. En
Hanuman is de Stem van de Stilte: hij is ook het geweten:
hij is ook de droom die ons waarschuwt dat we op het ver
keerde pad zijn.
Dan komt de strijd tegen het kwade. Rawana (het kwade)
heeft o.a. de hulp van Koembakarna, de slaper, die de traag
heid voorstelt. Traagheid: de grote vijand, die maakt, dat
zelfs als de mens de dwalingen zijns weegs heeft ingezien,
hij stevig moet strijden tegen de macht van de gewoonte.
Als Koembakarna gedood is, zet Indrajit, de grote tovenaar,
de strijdt voort met pijlen, die in giftige slangen veranderen.
Het kwade is oppermachtig, totdat Hanuman het toverkruid
van de berg Kailasan haalt. (Dit stelt voor: hulp van om
hoog in meditatie en contemplatie.) Dan volgt de eindstrijd
tegen Rawana. Hij heeft tien hoofden; als je er één afslaat,
groeit het weer aan: je moet ze alle tien tegelijk afslaan voor
hij overwonnen is. Dit wil zeggen, dat als de mens het kwade
in één aspect overwint, hij ten prooi valt aan een ander as
pect. De mens kan slechts overwinnen als hij het kwade in
al zijn aspecten overwint.
Rama vecht uit alle macht en doodt ten slotte Rawana met
een hemels wapen: het Brahmawapen. Dat wil zeggen dat de
mens uit zichzelf het kwade niet kan overwinnen, maar er
goddelijke hulp en steun bij nodig heeft.
Na zijn bekering beschouwt de mens het lichaam als zondig:
de oorzaak van al zijn lijden. Hij kastijdt het lichaam.
D.w.z. hij verstoot Sita. Sita wordt echter gerechtvaardigd
door de God van het vuur. De mens moet leren dat het li
chaam op zichzelf ook uit God is en op zichzelf niet zondig.
Alleen de houding van de mens is zondig als hij zijn lichaam
bewoont met lust, begeerte en zinnelijkheid. Men wordt niet
heilig door zijn lichaam te ontkennen en te verdringen, maar,
als men op het pad van volmaking de heiligheid nabij begint
te komen, vallen de aardsgebonden dingen vanzelf van ons
af. Na Sita's rechtvaardiging worden lichaam en ziel één en
mogen zij samen het pad van volmaking betreden: het begin
van de lange weg naar volmaaktheid. Ten slotte komen
Rama en Sita in Ayodhia terug: zij hebben de hemel her
wonnen.
Dit hele verhaal is afgebeeld op de Ciwatempel te Pramba-
nan. Op de Brahmatempel vindt men het vervolg (het pad
van volmaking), dat - door een tweede verstoting van Sita -
dit wegvallen' der zinnelijke dingen illustreert. Deze terug
weg naar het vaderhuis staat terecht op de Brahmatempel.
Men neemt echter aan dat dit tweede deel een latere toevoe
ging is en geen deel heeft uitgemaakt van het oorspronkelijke
verhaal dat door Walmiki gedicht is.
DE BETEKENIS
Het Ramayanaverhaal, dat zich als een sprookje laat vertel
len, heeft diepe betekenis. Het stelt voor de reis van de ziel
vanuit de hemel naar de aarde, het gebied van lust en be
geerte: dieper en dieper, totdat het diepste punt bereikt is.
Dan komt de Stem van de Stilte als een boodschapper van het
Ego (het hogere zelf) en een strijd ontbrandt tussen het
hogere zelf en het kwade, waarbij ten slotte het kwade over
wonnen wordt. Dat is de bekering. Na de bekering begint
de reis terug naar het vaderhuis. Aan het eind van deze reis
heeft de ziel de hemel weer bereikt. Dit is een kringloop
waar vele incarnaties mee gemoeid zijn.
Rama is de geest, het ego, het hogere zelf. Dat is de reden
waarom hij op bovennatuurlijke wijze geboren is.
Op zoek naar de oorsprong en geschiedenis van
de krontjong
190 pagina's (plm.) 9,90 0,90 porto.
17