LAIVGS TIJGER PADEN HET GELUK VAN HET JAGEN Iets over onze watersnippen Lex Denninghoff Stelling Ls.'&g moosi "De jacht behoort tot het zuiverste repertoire van het menselijk geluk" JOSé ORTEGA Y GASSET Hommage aan een JAGER, de heer SODY. Onderstaand artikel nam ik over uit "De Indische Jager," Derde Jaargang, januari 1949, Nummer 1, maandblad van het Nederlandsch-lndisch jagers genootschap. Het is geschreven door de heer Sody. Sody heeft zeer veel voor de jacht in het algemeen, maar voor ons Indische jagers in het bijzonder, gedaan. Wij zijn hem daar heel dankbaar voor. Hij wekte ons op bijzonderheden die wij in veld en bos tijdens de beoefe ning van ons geliefd bedrijf, de jacht, van het wild waarnamen, te noteren en hem onze bevindingen door te geven. En als de geschoten buit eenmaal op het tableau lag, deze niet meteen naar de keuken te zenden, maar aantekening te houden van maten, gewichten, soort, etc, opdat Sody met de aldus verkregen gegevens uit de practijk verder kon werken, niet alleen in het belang van een sportieve, maar ook wetenschappe lijk bedreven jacht. Hoewel wij niet meer wonen in het land van geboorte, en de doubletten uit onze jachtgeweren al lang zijn verklon ken, zullen velen van ons het artikel van de heer Sody met zeer veel inte resse lezen. G. H. Bartman Er zijn mensen, die onbezorgd door velden en wegen dwalen, al jagend en genietend, en-als ze ogen in hun hoofd hebben - on getwijfeld waarnemend, maar die halsstarrig verzuimen om hun waarnemingen even te noteren Er zijn ook mensen, die zo nu en dan het een en ander van hun waarnemigen vers van de naald, grondig opschrijven op een of ander vodje papier, dat ze toevallig in hun zak hebben, om dan op het kritieke moment te bemerken dat ze die vodjes papier, het een na het ander, ook weer even grondig verloren hebben Tot beide groepen van wetenschapsbevor deraars mag zich ondergetekende zonder grootspraak rekenen. Vandaar dat hij hier plotseling vóór U treedt om zich te ont poppen als een deskundige op snippenge- bied. Maar niet echt natuurlijk Want, voegen wij aan het bovenstaande nog toe dat ons op dit moment vrijwel geen vogelliteratuur ter beschikking staat - dan zal de lezer begrijpen, dat hij niet te veel mag verwachten! Niet meer dan een paar losse, toevallige greepjes, zo als ze ons invallen. Dat er in de Archipel meerdere soorten van snippen voorkomen, is thans wel aan iedereen bekend. Daaronder zijn trekkers (o.a. de gewone Watersnip, Capella stenura) en blijvers (o.a. de gewone Goudsnip, (Ros- tratula benghalensis). Totaal zijn er van Java reeds 5 soorten bekend. Het is zeker altijd nuttig om van deze soorten de voor naamste verschilpunten op te geven, maar wij zullen dat ditmaal toch niet doen, om dat we daarbij liefst afbeeldingen (vooral van de staarten) zouden moeten geven. De namen onzer 5 snippen-soorten mogen hier echter volgen: Capella stenura. Oosterse watersnip of Pijlstaart-snip. Capella megala. Middelstaart-snip Capella gallinago. Europese watersnip of Waaierstaart-snip. Scolopax saturata. Oosterse houtsnip. Rostratula benghalensis. Goudsnip of Ko ningssnip. Naast deze snippen worden er ook nog wel andere Steltlopers en ook Rallen ge schoten. Een tijdje geleden maakte ik een begin met een lijstje, waarin de snavellengten (ge meten van het midden van de voorhoofd- bevedering tot aan de punt van de boven snavel). Onvolledig als het is, moge het hier volgen: Totaal Snavel Capella stenura, Blekek, Oosterse Watersnip, Pijlstaartsnip 26 cm 58/62 mm Rostratula benghalensis. Blekek kembang Peloeng, Glaerola pratincola, Terik Goudsnip, Koningssnip 26 cm 46/52 mm Gewone Vorkstaartplevier 22 cm 40 mm 11-ni'i W Js' Thans slechts 4,f 0,50 porto Gallicrex cinerea, Ajam- ajaman Bruine waterhoen ,39 cm 36 mm Tringa glareola, Trinil. Bosruiter 23 cm 29 mm Tringa hypoleucos, Trinil, Oeverlopertje 20 cm 25 mm Charadrius apricarius. Troelek, Goudplevier, Dikkop 24 cm 23 mm Voor de rest geen systematiek meer! Ook over de levenswijze niet te veel. Hier zouden we trouwens 't best kunnen ver wijzen naar Olivier's artikelen "Een geachte najaarsgast" (Teysmannia, 1913), "Ups and Downs in een Vogelbestaan" (Teysmannia, 1914), benevens zijn "Cyclus van het rijst veld" (Jaarb. Cl. Ned. Vogelk., Nos. 8 en 10) We kunnen echter niet nalaten hier een enkele bijzonderheid aan die artikelen te ontlenen, tw. de kwestie van het gewicht van onze Blekek. Olivier vond namelijk, dat deze dieren bij hun aankomst hier te lande gemiddeld wegen ca. 110 gram, doch tegen de tijd van hun vertrek, voor de terugkeer naar het noorden, ca. 140 gram (de auteur zelf is veel nauwkeuriger). Ze vormen op dat moment dus ook voor ons een veel smakelijker hapje! Was dit de "niet-theore- tici" onder de jagers reeds "uit de practijk bekend? Met dat al is de snippenjacht (met het ge weer) zeker nooit 'n "winstgevend" zaakje. Dat mijn met deze jacht zijn "schamele" bordje rijst zou kunnen verdienen (zoals ons bv. wordt voorgerekend voor de varkens- en hertenjacht door Hans de Wals, in zijn jacht boek "Jan en ik") is uitgesloten. Snippen- jacht is zuiver sport - al behoort ze toch niet meer tot de sporten, waaraan eenmaal zelfs Gouverneurs-Generaals zich bezondigden. Aardig is zeker om hier te vertellen, dat ik een exemplaar bezit van het Bataviaasch Nieuwsblad, van 12 december 1896, waarin allereerst een bericht uit Bandoeng, dat "het gewone snippenconcours" op zondag 13 december te Rantja-Ekek aankondigC terwijl onder de telegrammen, dd. 14 de cember, uit Rantja-Ekek wordt bericht, dat de uitslag van het concours was: de heer Baron van Heeckeren 112, van Heukelom 103, de Voog 80, A. Kerkhoven 80. In het geheel werden 572 snippen geschoten. Een foto van de deelnemers aan zulk een con cours te Rantja-Ekek (omstreeks 1895) werd opgenomen in het Gedenkboek der N I. Theecultuur, 1924. In het Algemeen Landbouwweekblad van 28 juli 1922 lezen we, dat de (toenmaals) vorige Gouverneur-Generaal van de Philip- pijnen, Harrison, een der records van de eilanden op zijn naam had staan, tw. 139 snippen op één morgen. Inderdaad, een prestatie! Dit waren tevens een paar aardige getallen ter vergelijking. Ik haal er ook nog een paar uit de buitenlandse literatuur. Van Noord Borneo zegt Banks dat hem als maximum door één geweer in een seizoen geschoten, bekend is het getal 186. Verder werden er eens in 3 dagen door 3 geweren geschoten 194. Stuart Baker (in Game Birds of Br. India) vertelt verder van een weddenschap, aangegaan door een zekere Mr. Cornish, Superintendent of Police, Orissa. Deze heer was een groot schutter en had gewed: een tegen 25, dat hij met 100 patronen 100 snippen zou schieten; 1 tegen 10, dat hij 96 zou krijgen; en 1 tegen 3, dat het aantal 90 zou bedragen. Stuart Baker schrijft dan dat Cornish tot 50 vogels kwam zonder een enkel misschot! Met zijn 100 patronen kreeg hij tenslotte 96 vogels! Ik weet niet of hier twijfel geoorloofd is. Het geval wordt ook aangehaald door een zekere Hr. Mdaji Rao Puar, die ook niet weet of hier twijfel geoorloofd is. Hij stelt er tegenover zijn 20

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1973 | | pagina 20