De oorsprong van de plaatsnaam Salatiga
De niet verloren jaren
Alhoewel ik het helemaal eens ben met
hetgeen de heer M. Busselaar schreef
over de oorsprong van de naam van
dit bergstadje Selótigó heb ik toch mijn
gedachten laten gaan over de andere
benaming t.w. Salatiga (3 fouten of wel
zonden) stoelende op een legende.
Anders gezegd of het niet mogelijk is,
dat er toch nog enig verband bestaat
tussen de oorspronkelijke naam: Selö-
tigóen de (verbasterde?) naam Salatiga
m.a.w. dat ik niet direct wil aannemen,
dat de legende verzonnen zou zijn, ten
einde de naam Salatiga aannemelijk te
maken.
De taal, waarin de overlevering be
schreven is, moet toch n.m.m. ook het
Javaans geweest zijn. Kan het niet zijn,
dat ter "gedenking" van deze legende
in het verleden, 3 stenen (seló-tigó) op
elkaar gestapeld zijn geworden? Onwil
lekeurig dringt zich dan de vraag bij je
op: Wat was er nu eerder, de opge
stapelde stenen (watoe-toemploek) of
de legende (zoiets als de kip of het ei.)
Omdat er echter rond Salatiga nog
twee andere gelijkvormige van op el
kaar gestapelde grensbakens zijn, zou
je moeten aannemen, dat de door de
heer B. omschreven "grenspaal" uit
sluitend voor dat doel was opgebouwd
en niet als gedenkteken van de (vol
gens de legende) plaats van de strijd
tussen de drie door hebzucht gedreven
rovers, die daarin alle drie het leven
lieten.
De derde door mij genoemde "grens
paal" bevindt (bevond) zich ca. drie km.
stroomopwaarts van de kali Taman, ge
rekend vanaf de badplaats Kalitaman.
Als schooljongen "ontdekte" ik dit
tijdens een wandeling met vrinden,
langs-en-dóór dit bergriviertje.
Verbindt men deze drie grenstekens
met denkbeeldige lijnen, dan ligt het
aardige plaatsje in de aldus gevormde
driehoek.
Ook repte de heer B. over het Proef
station voor de Java suikerindustrie,
eerst gelegen buiten Salatiga en nader
hand overgebracht, zij het tijdelijk naar
het z.g. heuvelterrein van Semarang,
minste last. Tot op de dag van mijn ge
vangenneming door de Japanners op 22
mei 1942 was men zelfs belasting blijven
betalen, de vlag voor mijn woning was
blijven waaien "seperti biasa", door voor
spraak van de hoofden werd ik vrijgesteld
van het bijwonen van de Japanse proclama
tie van de "nieuwe onafhankelijkheid der
Indonesiërs", mochten mijn vrouw en ik
zonder geleide ons aan boord van de Japan
se hulpkruiser Nanvo Maru begeven, droe
gen vrijwilligers onze koffers aan boord en
werden wij uitgeleide gedaan door alle
hoofden uit de directe omgeving der kota
in vol adattenue.
Precies zoals het geweest zou zijn, indien
ik in normale tijden zou zijn overgeplaatst.
Ik moge nog mededelen, dat ik in vol
uniform met "de pet" op aan boord stapte
om naar Amboina te worden vervoerd.
de Santy.
dat omstreeks 1913 op instigatie van
de zeer bekende heer H. Tillema, apo
theker te Semarang werd ontsloten.
Dit proefstation was in feite een vrij
groot "research" complex, waarin ver
scheidene laboratoria. Van een com
plete suikerfabriek, althans wat men in
het verleden daaronder verstond, was
echter geen sprake. Ook kon in dit
Semarangse heuvelterrein (Tjandi Ba
rn) de 'btbit-cultuur niet op dezelfde wij
ze worden aangepakt, als op de gron
den nabij Salatiga. Tjandi-Baru beeft
namelijk een zeer onvruchtbare grond
t.w. "padas" (gele mergel), met slechts
een dun laagje aarde bedekt. Op de
heuvels kon dan ook alleen maar alang-
alang groeien. Op hiervan ontdane
plekken, kon hooguit ketella-pohon
(casave) met moeite verbouwd worden,
ook al door het gebrek aan water,
geen kali's. In de tuinen van de in
latere tijd opgetrokken woonhuizen
trof je dan ook zelden vruchtbomen
aan m.u.v. pisang en katès-bomen,
omdat deze geen diepgaande wortel
stelsels hebben. Stelden bewoners toch
prijs op vruchtbomen in hun tuin, dan
dienden zeer diepe plantgaten, door
de padaslaag héén te worden gegraven
en opgevuld met vruchtbare aarde,
om de jonge boompjes goed aan te
laten slaan.
Misschien is er een zeer beperkt
areaal bij het proefstation ook eerst
"rijp" gemaakt voor proefnemingen met
gekweekte rietsoorten. De "uitvinding"
van Harreveldt is, geloof ik, het lukken
van de kweek van een uitzonderlijk
goede rietsoort. Het proefstation is
naderhand overgebracht naar Pasoe-
roean (Oost-Java), waar de omstandig
heden in alle opzichten zeer gunstig
waren. Daar is men gekomen tot de
kweek van de beroemde P.O.J.-riet
soort (en), die niet alleen de uitvinding
van Harreveldt achterhaalden, maar
daar zelfs gunstiger boven uitkwamen
en suiker opleverde(n) van betere kwa
liteit dan die van Cuba, zodat het ver
loren terrein weer werd heroverd. P.O.
J. zijn de initialen voor Proefstation
Oost-Java.. Het voormalige complex
gebouwen van het proefstation in Tjan
di-Baru werd betrokken, deels door een
openbare school, deels door de Politie.
G. L. de Jong
Maria Wyngaard was 23 toen zij in een
Japans interneringskamp werd opge
sloten. Zij was op Java geboren, had
in Europa gestudeerd. Na de bevrijding
heeft zij geruime tijd in Zuid-Amerika
vertoefd en woont thans in Madrid.
Een begaafde vrouw, maar vooral: een
sterk karakter. In het kamp schreef zij
gedichten en maakte zij, met primitieve
middelen, pentekeningen. Later heeft
zij niet onverdienstelijke houtsneden
gemaakt, die ook tentoonstellingszalen
hebben bereikt. De gedichten uit de
kamptijd zijn gebundeld in een boekje
onder de titel: "De niet verloren jaren."
Men zond ons dit zeer fraai uitgevoerd
boekje dat ook enige illustraties van
haar hand bevat. Het vermeldt geen
uitgever; wij nemen aan dat de dichte
res het voor eigen rekening heeft laten
drukken.
Grote poëzie moet men in dit bundeltje
niet zoeken: wel een sterk sentiment
en een zuiver gevoel. De titel van haar
herinneringen aan de barre tijden van
de Japanse bezetting verklaart zijzelve
als volgt; men leert er ook de mens uit
kennen.
Vanwaar deze vreemde titel: "De
niet verloren jaren"? Omdat er
een oogst was, een verlate oogst.
Zoals het graan de tijd nodig
heeft om tot gouden rijpheid te
komen, het houtskool tot de zui
vere diamant, zo ook heeft zich
in ons het lijden gesublimeerd.
Iets in de herinnering aan deze
vreselijke jaren ademt een
schoonheid die wij nu niet meer
kunnen vinden.
Ofschoon wij van Tong Tong als regel
weinig neiging hebben nu nog "kamp
herinneringen" op te halen, vonden wij
het boekje van Maria Wyngaard toch
wel de moeite waard, om de uitzonde
ring op deze regel te vormen-
N.B. Het boekje is NIET bij onze
boekhandel verkrijgbaar maar is
rechtstreeks te bestellen bij:
Mevr. Tol, Treublaan 1B - Amers
foort. tel. 03490-16263. Prijs 8,50
O BAT
1. Tegen buikloop, ook dysenterie:
Palapitten branden als koffie, evt.
ook gemalen uit een busje- Seduh
met kokend water. Drinken na af
koeling. Al.
2. Tegen kiespijn tijdens weekend of
vacantie.
Theelepeltje gemalen kruidnagelen
in of vlakbij de pijnlijke plek doen
en langzaam opzuigen. Eerst erg
pedes, maar later valt het mee. Ook
vlak voor het slapen gaan aan te
brengen. Vergeet niet om naar de
tandarts te gaan als al beter, lol
V. N. Moens
17