^/c/ Ge
0nó Paviljoentje
VILMA
Een lezeres zond ons onderstaand
relaas van haar ervaringen met de
huisvesting in Bandung. Ter publica
tie, als wij het "goed genoeg" von
den. Wel, wij verwachten van onze
lezers en correspondenten geen li
teratuur. Wel beelden "uit het leven
gegrepen". Aan dit criterium vol
doet deze bijdrage in alle opzichten!
En misschien kan zij bovendien nog
van dienst zijn voor wie er over
denken, het land van herkomst nog
eens te bezoeken, zonder er als
toerist doorheen te hollen!
Na een verblijf van 14 jaar in Holland wordt
ons de kans geboden, weer terug te gaan
naar Bandung. Zo maar! Heimwee had voor
al mijn man naar dit lieflijk landschap, maar
de omstandigheden deden niet vermoeden,
dat het ooit nog mogelijk zou zijn. En toch...
het lukte.
Voorbereidingen voor deze onderneming
namen veel tijd in beslag, maar op een mis
tige morgen vlogen we van Holland weg,
uitgewuifd door onze kinderen en kleinkin
deren. Wij zouden ze missen en zij ons
waarschijnlijk ook, maar zoals bij de dieren
voelden wij een sterk verlangen naar een
vertrouwde omgeving terug te gaan. Pulang
kandang
De reis naar Bandung was geen gemak
kelijk vliegtochtje, maar we vonden alles
avontuur en lachten er om. Met de onvol
prezen "suberban", een minibus propvol
met passagiers en bagage komen we aan en
worden opgevangen door Chinese vrienden.
We komen weer in het Indische leven.
vervolg "Hollandia"
heeft kans gezien deze beker in het kamp
te bewaren (nogmaals Hulde) en hij prijkt
tot op de huidige dag in mijn huis. Alle
andere bekers zijn tijdens de oorlog ver
dwenen.
De namen van de winnaars zijn op deze
beker gegraveerd en aangezien sommige
lezers van "Tong Tong" hiervoor belang
stelling zullen hebben, vermeld ik deze hier:
16 April 1933
R. V. "Brantas"
H. Kreuger (bg), G. J. M Toxopëus, A. H.
Kreuger, Mr. C. M. Elenbaas (slag), A. A.
Ehret (stuurman).
1 April 1934
B.R.V. "Hollandia"
J. Haalebos (bg), J. N. Rofe, J. P. Coelingh,
M. C. Paauwe (slag), Mr. J. W. Th. Cohen
Stuart (stuurman).
21 April 1935
B.R.V. "Hollandia"
Mr. H. F. W. Luiking (boeg) ,J. N. Rofe, Mr.
D. F. de Koe, M. C. Paauwe (slag), Ir. J. A.
Maas Geesteranus (stuurman).
12 April 1936
B.R.V. "Hollandia"
Mr. H. F. W. Luiking (boeg) Ir. E. E. W. von
Oven, Mr. D. F. de Koe, J. F. Egberink (slag),
B. J. Dommers (stuurman).
Deze Hollandia-vieren waren gecoached
door de heer Van Berckelaer.
"Hollandia" bestaat niet meer, doch in onze
herinnering blijft zij onuitwisbaar voortleven.
Zij gaf ons levensvreugde en schiep dier
bare banden. Zij vormde een waardevolle
periode in ons leven; de gedachte hieraan
stemt ons blijmoedig en dankbaar.
H. F. W. Luiking
Beelden uit onze jeugd: moeder de vrouw
loopt steeds haar kookproducten aan te
bevelen, zij beheerst de kunst van het koken
in de perfectie.
De eerste dagen doen wij niets anders dan
eten, slapen en wandelen in het overvloe
dige zonlicht en als 's middags de "West
moesson losbarst" bewonderen wij de over
vloed, zelfs als er een halve meter bandjir
over de straat stroomt. Wij zijn weer thuis.
Een thuis hadden we echter helemaal niet.
Een huis in Bandung was nog een niet over
dacht probleem. Het bleek heel moeilijk te
zijn. Alles is "bezet" en indien men een leeg
huis huurt gaat dit met een "contract", dat,
anders dan in Europa, wordt aangegaan
voor de hele duur van het verblijf, hetzij
voor één jaar, twee jaar of langer, en de
huur in zijn geheel wordt vooruit voldaan!
Een gebruik, dat voor ons ten enemale on
mogelijk te volgen zou zijn.
We kregen een als uit de hemel geboden
kans een oud paviljoentje op maandbasis
te huren, maar het bleek een totaal ver
vallen gebouwtje te zijn. Toch konden wij
"door de rommel" heen kijken en namen
met beide handen het aanbod aan.
Eerst werd het paviljoentje flink opgeknapt
en daarna kwamen wij aan de beurt om ons
met het bewoonbaar maken en meubileren
(een groot woord) bezig te houden.
Men heeft sinds onheuglijke tijden de hui
zen hier verdeeld in hoofdgebouw en pa
viljoen "voor de logé's", hetzij voor familie
dan wel kennissen, die in vroeger jaren,
toen treinverbindingen en autowegen nog
in een beginstadium verkeerden, altijd
moesten kunnen overnachten.
Deze paviljoentjes nu, zijn de droomhuis-
jes van deze tijd. De grote huizen zijn vaak
te kostbaar geworden om -te bewonen en
men is niet meer bij machte met een aantal
bedienden zoiets in stand te houden. Ze
worden daardoor volgepropt met verschei
dene families, die het gebouw meestal
"gezamelijk uitwonen".
Wij hebben een zeer koloniaal droomhuisje,
vraag het maar aan Tjalie! Het is lekker
ouddus hoge plafonds, ruime kamers.
Beginnend met een smal stukje dichte voor
galerij, waar een rotan zitje (natuurlijk) de
ruimte vult. Boven het glazen raam en de
deur zijn boogvormige raampjes met kleur
tjes glas in lood. Hoge mode in 1910 en
een èmpèr ervoor, waar je droog kunt
staan, totdat iemand je hoort en de deur
opendoet.
De tweede kamer is groot en is kantoor!
Een lees- en kletstafel in het midden en
zeer conservatief een grote lamp erboven.
We stappen nu een stoepje af en komen
een slaapkamer binnen even groot als onze
hele Hollandse parterre. Er staan twee
bedden in die balzaal en een paar hoogst-
nodige kasten. Langs dit deel loopt een
brede dichte gang met 2 zijraampjes, waar
wij "eetkeuken" van maakten. De gasvoor-
ziening is zeer modern op Butaangas met
kookstel op oud schrijftafeltje en een
eethoek met uitzicht op de trots: de tuin.
Nu ongeveer tien maanden geleden was
het een woeste steenhoop met een ver
dwaalde rozenstruik en een "gemartelde"
manggaboom (hakken in de stam om hem
eerder te laten bloeien, het helpt niet en
staat heel lelijk). Ik vergeet een keurig
badkamertje plus w.c.tje grenzend aan de
balzaal. Verdere bijgebouwen bestaan uit
drie kamertjes, die wij laten voor wat ze
zijn, gudangs.
De vaat wordt geheel in oude stijl onder
de blote hemel gedaan, maar nog wel
onder een afdak. Stenen gootsteen met
kraantje. De afwas geschiedt eveneens
sinds het begin van de tijd met een propje
lap en een stukje zeep onder een steeds
doorlopende waterstraal en probeer het on
ze huisprinses niet te verbieden, want dan
ben jij de viespeuk.
Zij doet alles voor ons: huisje, wasje,
koken. Waar bestaat zoiets? Alleen hier in
dit vriendelijke tropenland. Zij zijn de ware
gastvrouwen en hun werkzaamheden gaan
niet gepaard met geluiden alsof de brand
weer je komt redden. Neen, deze wijfjes
zijn een kostelijk bezit en ze zijn niet ver
anderd. Goddank! Ook niet het prachtige
klimaat van deze streek. Gematigd warm,
zonnig en met blauw en witte hemeltonelen,
waar je als naar een ballet kunt zitten kijken.
Het tuintje heeft mijn speciale aandacht.
De steenhoop wordt gescheiden in steen en
hoop (aarde). Langzaamaan vormt zich een
beeld van mogelijkheden en de planten
worden van alle kanten aangevoerd door
kennissen van de Bandungse plantenclub.
Ook dit tuinieren heeft een oeroude his
torie.
De kleurtjes van bloemen, heesters en klim
planten versieren het paviljoentje. De oprit,
een 20 m. lange strook grond, die een
modderige rivierbedding was toen wij kwa
men (het huisje heeft zelfs eenmaal onder
water gestaan) werd met puin volgegooid
en was toen helemaal niet meer te benutten.
Een reddende stoomwals van de Gemeente
reed alles plat voor Rp. 1000,is f 8,
Extra verdienste voor de wals-crew en het
paviljoentje heeft nu een fraai entrée. Aan
weerszijden bloeien fijnbladige verbena's en
langs "de buren" staan canna's, kembang
sepatu en katjapiring en nog andere, tro
pische schoonheden.
Over een week is het Kerstmis. We den
ken terug aan 1972 met grote dankbaarheid.
Wij hebben een tijd lang heerlijk "gewoon
Indisch" geleefd. Hieraan heeft dit pavil
joentje een zeer actief aandeel gehad.
Bandung, december 1972.
A. v. D.
Jeugdherinneringen uit Jogja 3,90
f 0,90 porto.
20