Peujeum op de Pasar die een rijk gevoel geelt 1001 avonturen met de soetil Peujeum-belanda Bandoeng, Pasar Baroe. Onvoorstelbare hoeveelheden en soorten groenten, vruchten, kruiden, producten van noeste ijver, vernuft en een aangeboren hoge beschaving. Dat is de indruk die ik van elke pasar in Indonesië krijg. En dan kunnen zij die het BESLIST BETER WETEN vertellen dat er armoede, onderontwikkeling en wanbeheer heerst in dit land, de pasars zijn in lijnrechte tegenspraak met deze opinie. Dit is een rijkdom - er is zo verschrikkelijk veel en alles is zo verschrikkelijk goedkoop. Dat verklaart waarom ik na een half uurtje ronddrentelen in Bijenkorf of V D een onbedwingbare lust krijg in grote razernij los te barsten. Daar heerst namelijk een luxueuze rijkdom die arm maakt, uitholt, ontevreden maakt. Terwijl ik hier ronddrentel als een opgewonden kleuter. Ook wel af en toe met de bedachtzame tred die bij mijn leeftijd past, want toegegeven: de grote pasar in Bandoeng is altijd donker, morsig en bètjèk tot en met geweest. In de regentijd sta je soms tot je enkels in het water, zeiden ze me. Maar ze zijn nu aan het verbeteren, alles wordt beter. Wat een enorme hoop wollen en ka toenen garens! Gifgroene, pimpelpaar se, schandalig rose en bloedig rode kluwens die per kilo worden gekocht door nijvere haaksters. Want nog steeds draagt de jongste generatie wollen ijsmutsen en wollen hesjes. Ook heb ik op geen Hollandse markt ooit zo'n verscheidenheid van pullovers en truitjes gezien als in Indonesië. Er komt veel uit Japan, uit Singapore de leukste en modernste modellen en ze worden gedragen ook, door koel en fris uit ziende tienergirls en boys. Ik vind dat ze zich goed en zelfbewust kleden en het opvallendste is, dat, behalve mo dern en hip, ze er ook scfhoon uitzien. Ondanks de warmte. Maar terug naar de pasar. Weet U wat U op een Hollandse markt ook niet zult vinden? U mag duizendmaal raden, toch nooit goed: het is romig Wit,, het is zacht en toch stevig, verfijnd van smaak en toch simpel-eerlijk als de aarde die het product heeft voortge bracht: tapé singkong of peujeum zoals ze in Bandoeng zeggen. Hoge krandjangs belegd met pisang bladeren en daarin keurig gerangschikt de forse stukken peujeum, met een smaak een koningin waardig. Deze koningin haalt meteen 50 rupiah tevoorschijn. Ik vraag niet, ik tawar niet, ik koop. Ik moet nog zoveel ko pen, zoveel eten en proeven, geen tijd verdoen met denken aan voordeel. 50 Rupiah betaal je nog niet eens een zakje patat met mejenees mee! De verkoper neemt zwijgend een pi sangblad en vouwt er een bakje van. Dan haalt hij met een bamboe djepi- tan (knijptang) een, twee, drie, vier stukken peujeum op en legt ze met zorg om en om in het bakje. Stukken twee maal zo dik als mijn pols, bijna een hand lang. 12 cent per stuk. Ge noeg voor 4 dagen ontbijt of een reuze tapé-taart. "Wat doe je in hemelsnaam met zoveel?" Het is de zoveelste maal dat Tjalie me dat vraagt telkens als ik iets koop, nangka, salak, brem, katjang, kripik. Ik weet er geen zinnig antwoord op te geven. Hoeft ook niet, voor alles wat eetbaar is in Indonesië is binnen een straal van 10 meter een hongerige maag te vinden. Dat vind ik een van de gezegendste dingen in dit land, al les heeft een bestemming, er wordt niets weggegooid, er is nooit teveel. Men eet en geeft en deelt. Of men ont vangt en deelt en eet. Nu eet ik voor het eerst na 20 jaar weer echte peujeum, de zoete, mild- zure smaak die honger verdrijft en dorst lest tegelijk. Ik herinner me dat toen mijn zusje (zij was vijf, ik acht) eens vroeg hoe "manna" (voedsel dat God liet neerdalen voor de hongerige reizigers naar het Beloofde Land) smaakte en ik zonder aarzelen zei: "Net als tapé!" Nu eet ik mijn manna in dit land dat me helaas nog door niemand terug is be loofd. Maar het is wel de lekkerste tapé die ik mezelf beloofd heb te zullen eten, toen ik Den Haag verliet. Twee grote stukken bleven over toen Tjalie en ik gewoon niet meer kónden. Ik gaf ze aan. een mager vrouwtje voor de pasar. Toen ik omkeek zag ik twee peuters bij haar staan. Manna voor de hongerigen. De Heer zegene deze spijs en drank en mijn mata krandjang, amen. Lilian Ducelle N.B. mata krandjang is lett.: ogen zo zo groot als een mand. fig.: meer ne men dan je opkunt, nodig 'hebt. CORRIGEER UW GIROKAARTEN! Het komt bijna dagelijks voor dat wij een bestelling op een girokaart uitvoeren en dan aannemen dat het daarop vermelde adres juist is. Mis poes, de besteller(ster) is inmiddels verhuisd, gebruikt nog steeds zijn (haar) oude giro's met het ongewijzigde adres en dus zenden wij het pakje naar bet oude (verkeerde) adres. Vertraging, pakje komt terug, extra portokosten, klachten. En dat alles 'hoeft niet als U er aan denkt ook uw girokaarten te corrigeren. Dank voor uw medewerking! Administratie Toko en Boekhandel. Gezegend zij die kunnen roeien met de riemen die er zijn! Het lange peujeum verhaal van mij krijgt U nog een happy end, mocht U opeens door een verlan gen naar de smaak van die lekkernij bijna waanzinnig worden. Voor U blin delings een reis naar Indonesië in orde maakt, probeer eerst dit recept van Margaret Siebenbaar uit van de "peu jeum-belanda". Het moet lukken en lekker smaken. Alleen dacht ik dat je na het strooien van de ragi op de aardappelen een dag of twee moet wachten voor je met het suikerwater aankomt En dan is nog eens twee dagen wel voldoende om de peujeum-kentang te laten "dja- di", lukken. L.D. Men stoomt een kilo geschilde aard appelen half gaar; laten afkoelen. Doe de aardappelen in een pan waarin ze precies de halve inhoud vullen. Ver meng nu in een pannetje een kwart liter lauw water zoveel eetl. suiker als men aardappelen heeft. Verkruimel nu in een zeef boven de aardappelen 2 ragi bolletjes, giet dan het suiker water er over heen. Neem een schone zakdoek of stuk keukenrol, over de pan; druk dan het deksel stevig aan. (dèdèt) Volgende dag even kijken of er nog wat water bij moet. Na een week is het Peujeum- Belanda geworden. Voor een peujeum-taart of cake wrijve men de aardappelen met wat van het sap door een zeef, vermeng bet met 3 eetl. meel, 3 eetl. suiker, 3 eieren en vanille-suiker, snuifje zout; tot een smeuig beslag is verkregen. Oven voor verwarmen, beslag in een ingevette vorm doen, in de oven zetten; na half uur of langer merkt men aan de verrukkelijke geur dat hij gaar wordt, (prik voor de zekerheid in taart met saté-stokje). In plakken serveren met koppi-toebroek! I N.B. Nooit met santen of melk vermen gen, anders smaaknja ilang ló! Pan wel op warme plaats zetten naast de kachel. Margaret Siebenhaar 7

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1973 | | pagina 7