-K ic Wijze jonge vrouw De commandeur van de retourvloot van 1641, de opperkoopman Barent Pielersz. Grootbrouck met zijn echtgenote op het punt Java te verlaten. De retourvloot ligt op de rede van Batavia gereed. Het schilderij werd vervaardigd door de Dordtse schilder Albert Cuyp. woud, de tijger, terwijl men links de hoge achterstevens van twee Oostinjevaarders ziet, waarboven veelstrepige vlaggen wap peren, die kennelijk voor onze driekleur moeten doorgaan. De episode speelt zich duidelijk niet in Oost-, maar in Zuid-Azië af, want Japan kent geen tijgers in het wild. In de 17e eeuwse afdeling spreken de fraai besneden meubelen uit de stichtings tijd van ons koloniaal imperium het sterkst. Er staan stoelen, een bed, kasten, knaapjes, een slaapbank, doch helaas ontbreekt een tafel met bolpoten,, zoals ik er in 1950 nog een op een vendutie in Weltevreden heb zien veilen. Haar plaats wordt ingenomen door een rijk met houtsnijwerk en ivoor versierde pronkwieg, afkomstig uit Ceylon, die zijn ereplaats volkomen verdient. Deze wieg, uit Engels bezit, werd enige jaren geleden op de Delftse antiekbeurs aange kocht. Er zijn ook prachtig besneden schrijfcas settes en in een glazen kast kan men de kostbaarste schenkpirings bewonderen. De ze werden in de 18e eeuw na een begrafe nis aan de nabestaanden ten geschenke gegeven en zijn daarom met rijke opschrif ten versierd. Zij kwamen in de plaats van de begrafenispenningen, waarvan er ook enige aanwezig zijn. Verder een brandewijn- kom, sirihdoosjes, prachtige presenteerbla den, rijk met Oosters bloemwerk versierd, vele voorzien van het Bataviase zilvermerk. Een lust om te zien! Overigens valt het zitten op die onverwoestbare zwart ebben houten stoelen niet mee. Ik heb eens bij een visite een anderhalf uur mogen ge nieten van zo'n oud-vaderlandse stoel, doch je krijgt er pijn van in je rug. Het stoere voorgeslacht kon er blijkbaar beter tegen. De 18-eeuwse afdeling draagt een sierlijker en behaaglijker karakter. De hier aanwezige tafel in het centrum heeft fraai gebogen poten, die de leveranciers in ons land Queen Anne-poten plegen te noemen. De stoelen zijn nu soms kleurig gelakt of ver guld, zoals er indertijd in de leeszaal van het Bataviaas Genootschap een aantal stond, dat uit de Grote Zaal van het kasteel zou afkomstig wezen. Ook zijn er de be kende scheerstoelen, ronde stoelen, met een lage leuning en een zestal verbonden poten, blijkbaar iets origineels uit onze Oost. De twee machtige kabinetten, onlangs ver worven, zijn aan elkaar gelijk en behoorden daarom niet tegenover elkaar te staan, doch naast elkaar, aan weerszijden van een deur, zoals ik het jaren geleden eens in een ondernemingswoning in de Vorstenlanden gezien heb. De kasten zijn gevuld met porcelein, o.a. het z.g. "Chine de comman- de", d.w.z. porcelein, niet alleen op last der Europese opdrachtgevers vervaardigd, doch ook volgens hun aanwijzingen. De Chinese pottenbakkers, meesterlijke imita tors, volgden deze getrouw op. Zo zien we koppen en schalen met Europese familie wapens, of versierd met Christelijke of wereldlijke voorstellingen. Men ziet er de Kruisiging, of de Opstanding van onze Heiland op afgebeeld, zelfs is er een kop en schotel met een heilige, vermoedelijk de grote apostel van Indië, St. Franciscus Xa- verius, met het bijschrift: Ad majorem Dei gloriam, Tot meerdere Ere Gods! Tot de wereldlijke voorstellingen behoren voorstellingen uit de Griekse mythologie: het oordeel van Paris, Leda en de Zwaan, het laatste naar een schilderij van Correg- gio in Wenen. Toch zal de Chinese maker er wel niet voor naar Oostenrijk zijn ge reisd, doch gebruik hebben gemaakt van een gravure, die zijn Europese baas hem verstrekt had. Naast de kast staat ook een vrijstaand houten beeld toegeschreven aan de Chinese kunstenaar Chit Qua uit omstreeks 1775. Het stelt een Europese dame voor met een wat erg groot kind in haar armen. Bijzonder levensecht vind ik de afbeelding op een schaaltje, waar een djongos het glas van zijn heer vult, die scherp toeziet. De grote neus van toewan valt bepaald op; de Chi nezen waren aan bescheidener voorgevels gewend. Het is overigens echt uit het koloniale leven gegrepen. Behalve in de afdeling Nederlandse ge schiedenis is Indië ook in de afdeling Kunstnijverheid van het Rijksmuseum waar dig vertegenwoordigd. Een bezoek zij aan bevolen, doch men behoeft er zich niet zo voor te haasten als voor de Indische schil derijen, want deze afdeling blijft. Het is goed dat dr. de Graaf dit nog even concreet vaststelt, want wij allen we- De vooral uit Zweedse films beroemde Noorse filmster Liv Ullmann (33): "Mijn werk, mijn carrière loopt zó goed! Soms voel ik me schuldig! Ik heb het gevoel dat de slinger terug zal zwaaien en me zal straffen voor dit geluk. Want er IS lotsbeschikking. Ik denk dat het leven dat ik nu leid, eindig MOET zijn. En ik denk dat dit einde slecht zal zijn." Eigenlijk een ongewoon wijs levens inzicht voor zo'n betrekkelijk jonge vrouw, nota bene op het toppunt van haar roem. Verreweg de meeste men sen (en vooral helaas de beperkte, kleinburgerlijke) menen dat ieder's leven "Altijd Omhoog" moet gaan. En als dus na succes tegenslag of achter uitgang komt, gaat men ijverig op zoek naar fouten en blijft vaak levenslang een persoon haten, die hen eens "te leurgesteld" heeft. Vooral de Westerse beschaving gelooft dat carrière "maak baar" is en rekent zelfs heel precies uit op welke wijze "teroes-maar-door" succes gemaakt kan worden. Daarom is de politiek meestal zo onbarmhartig onmenselijk en rekent graag likkebaar dend af met gezagsdragers die "val len". In Azië weet men al vele beschavingen lang, dat het leven inderdaad op een onberekenbare wijze schijnt te pende len als de slinger van een klok, en dat op onnaspeurlijke wijze na een "keer punt" ook bij de brilliantste figuren "stomme" fouten en vergissingen op treden die fataal kunnen worden. Zo is ook de "way up": dan gaat alles vaak onverklaarbaar GOED! Al LIJKT alles dan "geniaal gezien en meester lijk getimed"... ik geloof dat onze be schaving bij al zijn pienterheid vele fundamentele wijsheden nog steeds niet ontdekt heeft. Veel pompeuze snoeverijen over verstandelijke presta ties in dagbladen en tijdschriften vin den mensen uit Indië vaak alleen maar brallerig, en zelfs gespeend van "na tuurlijk menselijk inzicht". Tussen twee haakjes: Liv Ullmann werd in Japan geboren. Veel bijzonder talent in Europa en Amerika blijkt in Azië geboren of gerijpt T.R. ten hoe in de hele vaderlandse zogenaamde kennis van Indië kunst en kitsch voortdu rend door elkaar gehaald worden en zelfs kunst en kunst, omdat men b.v. van de historische structuur van de Indische maat schappij niets afweet. Natuurlijk kan men de Indische historie niet kennen (massa's Indischgasten doen het niet eens), maar préat er dan ook niet over. Vooral met zoveel pompeuze poeha als nederlandse erudieten graag doen. Dan krijgt men alleen maar zulke nonsens als het „Indisch ABC", een klassiek voorbeeld van ge schiedvervalsing willens en wetens Veel z.g. Kunst en Historie zijn in Nederland gewone bedriegerij. - Red. 15

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1973 | | pagina 15