8 Kosibare gaven van Moeder Aarde ENKHUIZER ALMANAK 8 8 o 8 Wie onlangs geluisterd heeft naar 't Radio weekblad, heeft Melly Uyldert kunnen be luisteren in een praatje over geneeskrach tige kruiden. Ja ada girang dalem attie koe." 't Is ver heugend te horen, dat er gelukkig nog men sen zijn, die vertrouwen hebben in de heil zaamheid van kruiden. En wat wij noemen, ONkruiden. Wat is onkruid? "Wat wij hardnekkigheid van 't onkruid noe men, is de trouw der zegenbrengende plan tenwereld, die, hóe miskend ook en veracht, 't mensenleven op de voet volgt met haar stilzwijgende boodschap van heil, om een maal weer te worden verstaan." Aldus Melly Uyldert in haar "Taal der Krui den." Gelukkig dat 't geen rancune kent en 't leven voortzet in 't stof van de bermen langs de grote wegen, waar de eigenwijze mensen gaan Ik ken een vrouw, die al twee jaar twintig pillen per dag slikt van vijf verschillende soorten. Ze heeft nu de "rotzooi" maar in de asbak gesmeten, vertelt ze. Ze werd er niet slechter door; maar ook niet beter. Jammer dat ze geen vertrouwen heeft, 't Middel dat misschien haar pijnen kan ver lichten, groeit binnen haar bereik. Ik heb e.e.a. wèl leren waarderen. Maar ik had ook een goede leermeesteres in mijn moeder, die mij, al vroeg inwijdde in de geheimen van haar dierbare kruiden en kruiderijen. Niet alleen dat zij van dezelfde principes uitging als Melly Uyldert, ze paste ook dezelfde kruiden toe voor de zelfde kwalen, of om hun magische eigenschap pen. Kruiden tenminste, die aan elkaar verwant móeten zijn. Zoals wijn-ruit aan da'on-ing- goe, basilicum aan kemangi, 't hoefblad aan kaki-koeda en 't boerenwormkruid aan de afschuwelijke mungsi-arab. En nog véél meer. Ook daarom natuurlijk, spreekt Melly me zó aan. Nog maar kort, dan is 't weer tijd voor haar "reinigingskuur". Samengesteld uit allerlei kruiden, - "van welke de blaadjes jong moeten zijn, pas ontloken." Vroeger, zodra de eerste regens de natuur tot nieuw leven opriepen, trok mama de "Tuin" in, zoals 'n klein perceel in de wan deling werd genoemd. Onze klappertuin. Met "n grote bakoel onder de arm voor alle blaad jes, wortelstokken en schorsen; van assem, dadap srp, meniran, lampês, tapah-liman, da'on oerat, ja zelfs topjes van da'on ken- toetEn honderden andere namen die me nog vers in 't geheugen liggen. Ze maakte er een heerlijke "wêdjah" van, een "reinigingsdrank" voor 't hele gezin. Rinzig, fris. En herhaalde dit eens in de week, zeker een maand of langer. Ook voor de dagelijkse maaltijden plukte ze dan veel op de tegal. Bajem en krokot, tjakroe, bobo'an, bloemknoppen van de toeri en de krandjie. Uit de pagger, jonge ranken van kapasan. Vergeet de loentas- blaadjes niet, lekker voor oerap-oerap en trantjam en zó goed tegen onfrisse li chaamsgeurtjes.... Ik hielp haar er graag bij. Eens sloot ik bij vergissing mijn hand om 't weke lijf van een oeler-loewoek. Groen als de pagger waarin zij huisde. En zeer giftig. Ik werd niet gebeten. Blijkbaar had tóen al, mijn Engel alleen maar 't goede met mij voor. Wij vertellen de mensen in achtergebleven gebieden hoe ze groenten moeten kweken. Lust je nog peultjes? Zelf gaan wij, ongeïnteresseerd, de kost baarheden voorbij, die de natuur ons zo gul op een blaadje presenteert. Ja, ik op mijn "werf", maar u ook in uw kleine stadstuintje; als u straks weer slag gaat leveren tegen koeningan en kenikir. Vroeger ooit geproefd? Zalig! Natuurlijk moeten we maar niet in 't wilde weg gaan grazen, de natuur maakt ook wel eens grapjes. En gevaarlijke. Mijn zuster plukte b.v. eens een maaltje malse "ranti"-blaadjes van planten die welig tierden tussen haar bloemen. Ge'koeloept, met sambaltje er over van tomaten, at zij er lekker van. Nét niet genoeg blijkbaar om er nadelige gevolgen van te ondervinden. Want: - "Nachtschade bevat een zwaar ver gift, solanine. Veroorzaakt brakingen en verlammingen van de ademhalingsspieren en van 't hart."!! "Moet je zien", zei ze, "wat ik nu in de tuin heb staan." De echte, de ras-echte bajem-lemah.. Een forse, vette plant, met wollige bloempluizen, vol glanzende zwarte speldeknopjes. Iemand ooit gezien hier? Ik niet en ik ontmoet tóch erg veel. Hoe kwam die plant daar? De enige mogelijkheid is, een zaadje als verstekelingetje meegekomen in een bès- sèh met talie-doeh die ze voor haar orchi deeën uit Indonesië toegestuurd kreeg. Ze heeft de zaadjes zuinig bewaard om deze zomer uit te strooien. Als 't maar niet weer een mop zal blijken te zijn; een flau we Jaren geleden kocht ik bij een gerenom meerde zaadhandel, zaden van de Nieuw- zeelandse spinazie. U kent 't wel, de groen ten waarvan nooit een maaltje ontbrak in de manden die stadsmensen van kweke rijen in Tosari en andere bergplaatsen lieten komen. Groenten voor een hele week. Sla, andijvie, bietjes, een kooltje, prei, zak je bruine-bonen, prinsesseboontjes en altijd ook deze spinazie. Donkergroen, hartvor mig fluwelen blad, aan de onderkant be'ijsd als de mésembryantemum, of eenvoudiger, 't ijsbloempje. Dat 't zaad hier verkrijgbaar is, wijst er op, dat de groente min of meer bekend zou zijn. Nooit gezien in winkels. U wel? Ik heb 't één keer geplant, nu groeit 't in mijn hele "hof" als "onkruid". Ik hoef maar te pluk ken, de lieve lange zomer door, tot diep in 't na-jaar. In December 't laatst, toen legde ik ook kilo's weg in de diepvries. Lekker als groenten bij de aardappelen, in sajoer- menir, maar op haar best, als "groen" in de lodèh. Een paar planten in een verloren hoekje in uw tuin, in grote potten op uw balconnetje en u kunt blijven plukken. Ze groeien blijmoedig door, "zonder rancune" en zo snel, dat 't niet bij te eten is. Terwijl ze nooit slordig worden. (Bij mij plantjes halen in 't voorjaar.) Als ik 't hier aan de mensen vertel, kijken ze of ze iets erg vies' ruiken. Wat de boer niet kent Van de vele soorten groenten, die we vroe ger van de passar lieten meebrengen, wer den er maar enkele gekweekt. De meeste, ge'ramband op tegellans, langs kali's en sawah's. "Op de bermen, in 't stof van de wegen waar de mensen gaan..." Pakis, kangkoeng, se- mangi, goendo, wéwé'an, noem maar op. Sladah-aër. Alles van Moeder Aarde, voor noppes. Voor niets en niemendal als u de moeite van 't bukken er bij neemt. Wij gunden de passar graag die paar cen ten. Laatst was ik bij een kennis in Den Haag. Ze had net een brief ontvangen uit Frankrijk, met een wortelstokje er bij ingesloten van sladah-aër. "Heerlijkzoólekker ik heb er bakken van gegeten." Ik plukte iedere zomer manden vol, langs slootkanten aan de grote weg. Heb ze nu in een vijver in mijn groenten-tuin, vanwege de watervervuiling. "Wij maken graag grote reizen om dingen te zien, waarop we in onze woonplaats geen acht slaan." Zo is 't Plantersvrouw. bakoel rieten mand. ge'koeloept gestoomd bèsèh mandje met een deksel talie-doeh touw, gevlochten van ruwe vezels. passer markt ge'ramband verzameld OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO n g de laatsten voor 1,50 8 o plus 60 ct. porto 8 8 O OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO 19 apanulz FEESTELIJKE, EXOTISCHE BRIEFKAARTEN VOOR DE BESTE WENSEN! Indonesische klederdrachten in kleur. Ambon - Bali - Irian Barat - Sulawesi Selatan Timor - Sunda - Tapanuli - Minangkabau - Minahasa. 10 stuks voor 10,- plus 90 ct. porto - 1,25 per stuk. Handgebatikte kaar ten - 4 motieven 2,50 per stuk. Indon. tafrelen, batikmotieven, wajangfiguren 1,25 per stuk.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1973 | | pagina 19