9 MAART 1942 VAMU NEDERLAND Naarmate men ouder wordt worden de herinneringen aan vroegere ervaringen scherper. Het is een zegen des hemels, dat het juist de goede dingen des levens zijn, die dan het eerst naar vo ren treden. Het is het blijkbaar onbe perkt vermogen van de menselijke geest, de tegenslagen in het bestaan op de achtergrond te schuiven en de dierbare goede dingen te koesteren. Het gehele bestaan van Tong Tong bewijst het. Misschien zelfs idealiseren wij "de goede oude tijd"; voor onze geestelijke gezondheid is het intussen een goed ding, dat de herinnering aan kwade zaken in ons onderbewustzijn wordt teruggedrongen. Maar nu de maand maart is aange broken, zullen de gedachten van de ouderen onder ons toch wel eens te ruggaan aan die afschuwelijke tijd die besloten werd met de kapitulatie van onze strijdkrachten aan de zegevieren de Japanners: 9 maart 1942. Deze kata- strofe, die uiteindelijk zelfs zou leiden tot de definitieve breuk tussen Neder land en zijn koloniaal bezit spotte met elke persoonlijke ervaring, die tot nu toe in het leven in Indië was voorgeko men. Nu, in 1973, kunnen wij vaststel len, dat een stadium in de verhouding tussen Nederland en zijn voormalig bezit is bereikt die men zou kunnen karakteriseren met: Eind goed, al goed. Maar de nachtmerrie, die de jaren 1940-1950 heeft beheerst, is aan de ouderen onder ons niet voorbijgegaan zonder diepe en soms onherstelbare wonden na te laten. Terugziende op die tijd kan veel vergeven worden, maar niet vergeten en zo nu en dan, als bij het bezoek van de Japanse kei zer, treden die vreselijke herinneringen bij velen plotseling weer op de voor grond. Terugdenkend aan die tijd heb ik per soonlijk de ervaring, dat de ondraag lijke spanning die zich ophoopte vóór de Japanse inval de moeilijkste tijd van mijn leven is geweest. Het einde van die spanning betekende in zekere zin een bevrijding: het zo lang verwachte noodlot had zich eindelijk voltrokken. Ook een ongeneeslijk zieke legt zich bij het onvermijdelijke neer en treedt de dood met resignatie tegemoet. Dit maakte een eind aan alles wat ons dier baar was: dit was de ondergang van een faze in de levens van ons allen. Misschien hebben niet velen de ont wikkeling zo tragisch gezien en dat was dan wel een goed ding: hoop doet leven, en vertrouwen in de toekomst heeft velen op de been gehouden. Waren het in de kampen ook niet juist zij, die de moed opgaven, die het eerst door hun kameraden in een primitief graf werden neergelegd? Voor de grote massa van Nederlanders en bewust levende Indonesiërs zag de toestand er niet zo somber uit toen Wereldoor log II uitbrak. Na een periode van ekonomische neergang, begonnen de zaken wat beter te gaan toen - voor hen als een donderslag bij heldere hemel - de oorlog uitbrak. Toen kwam het schokkende bericht van de Duitse agressie tegen het moederland. Ten slotte verklaarde de Nederlandse rege ring bij monde van onze gouverneur- generaal na de Japanse aanval op Pearl Harbour de oorlog aan Japan. Toen kon niemand donkere wolken aan de horizon meer negeren, want zonder de Indische olie kon Japan geen lang durige oorlog voeren. Wie zich ambtshalve bezig hielden met zaken, waar de planter, de handelsman, de technicus geen tijd en vaak ook geen belangstelling voor heeft - zij hebben aan eigen zorgen genoeg - wisten, dat de Japanse spionage in Indië bijzonder werkzaam was, wisten ook, dat de superieure bewapening en de krijgshaftige mentaliteit in Japan door de jaren gekweekt en versterkt door een geloof in de roeping van Japan op te treden als "bevrijder" van Azië, een geweldige impuls vormden voor de oorlogspartij. Azië vrij, maar dan onder de opperleiding van Japan! Zij realiseerden zich bovenal, dat Japan de Indische olie nodig had. En op de achtergrond van dit alles herinnerden zij zich een uitspraak van een volksleider in Indonesië, een zekere Soekarno, die in 1937 of '38 had voorspeld: wanneer een oorlog uitbreekt, zal Indonesië vrij worden! Profetische woorden De ene katastrofe volgde de andere: de Japanners bezetten de Filippijnen, Singapore viel: het zware geschut in de onneembaar geachte vesting stond gericht op een aanval met schepen, de verdediging van de landzijde was hoogst onvoldoende, en dat was nu juist wat de Japanners deden: zij vielen vanuit Johore aan. Met de val van Sin gapore was het lot van Indië feitelijk beslist. Dat onze strijdkrachten, wat het leger betreft eer een politiemacht dan een op de strijd tegen buitenlandse vijanden georganiseerde en getrainde eenheid het tegen de Jappen zou kun nen opnemen was meer dan men in re delijkheid mocht verwachten. Een be langrijk deel van onze luchtmacht was "verbruikt" in Singapore, waar wij onze bondgenoten steun tot het uiterste had den gegeven. De vloot ging ten onder in de Javazee. Tot het uitersteook in Indië is tot 't uiterste aller gegeven, wat de krijgsmacht geven kon. Dat het niet voldoende was is een zaak, die men niemand kan verwijten. God is altijd met de sterkste bataljons, heeft Napoleon al gezegd. Naar allen, die het hoogste offer brachten in de strijd tegen een overmachtige vijand gaan in deze dagen onze gedachten uit. Bij het afscheid van Resident Pronk te Bondowoso (kort voor de oorlog) werd door de leerlingen van de O.L.S. een feest georganiseerd met toneel en zang, olv. Mej. Schmidt Na afloop werd er een foto genomen, waarop alle me dewerkenden stonden, o.a. Ankie v.d. Linde, Jopie Lelieveld, Corrie Rogge, Olga Rogge, Lenie Heynis, Erna Schoonderbeek. Wie heeft die foto nog en zou 'm aan mij willen lenen om er een reproductie van te laten maken? Héél graag! Mej. H. Th. Heynis, Dr. Wibautstraat 9, Zutphen. co Binnenkort komt de Boogie-Woogie op de markt. De legercommandantLt.-Gen. ter Poorten, ondertekent de capitulatievoorwaarden. J.H.R. WIE HEEFT DIE FOTO? Hete sambal Niet hete sambal CO Wateringen. Telefoon 01742-32 80 "cö m 3 O" £L -Q H Q) O o" Kroepoek oedang Ketjap 6

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1973 | | pagina 6