TEMOE LAWAK BANDUNG's H.B.S. nv the singer import/leusden aktiveert de gal zuivert het bloed TV-kijkers, te vèt gegeten Met te-moe-la-wak zit u beter Haal de tabletten even bij de drogist of apotheker Tong Tong van 1 februari heb ik met zeer veel genoegen bekeken. De reden? De foto van het afscheid van de directeur van Ban dung's H.B.S., gelegen aan de Bilitonstraat in 1928. (hierboven gemakshalve nog eens afgedrukt - Red TT.) Ik kwam in de 2e klas se A, schooljaar 1928-1929, Gisolf eerste jaar als directeur. Voorste rij v.l.n.r. is de heer Pufkus, wis kunde. We hadden in de 2e klasse les van hem. Hij rookte stink-sigaren. Slechts een maal heb ik Pufkus' sigarensmaak kunnen appreciëren, nl. op mijn verjaardag, toen de hele klas op grote peerdrups zat te sabbelen. De sigarenrook overheerste de peerdrupslucht. Middenrij v.l.n.r. Scheikundeleraar Hansen klopt; les van gehad in de 4e klasse C. Nr. 4 van die rij, naast Hansen staat de schei kundeleraar Hatjens, scheel als geen ander en toch zagen de jongelui nog kans tijdens proefwerken te spieken. Les van gehad in 5 C. In de 2e klasse biologie van de heer BIij- densteyn; in de hogere klassen van de heer Kurtz. Links van de heer Blijdensteyn staat volgens mij de heer Thijssen, cosmografie 4 C. De Heer Noë, Nederlands. Wat hebben we hem gepest. Hij kon het ook niet helpen; hij was geen persoonlijkheid en bovendien klein van stuk. Ik heb het geweten op mijn eindexamen: een 5 voor opstel. Duis, Metzlas, niet Metselaar, uitstekende leraar, bij wie wij niets hadden in te bren gen. ik heb hem alleen in de 2e klasse ge had, net als de heer van Lith, geschiedenis. Jammer. In de hogere klassen hadden we respectievelijk de heren Lubbeijen en Van der Hoeven. De heer Nimes, wiskunde in 3, 4 en 5 c. Tegen mijn zus zei hij altijd: "Niet waar, juffrouw Doppie?" Hij mocht haar heel graag, gaf haar onder proefwerk weieens een tip, die ik openlijk onder zijn ogen overnam. Aardrijkskundeleraren in mijn tijd waren de heren Hoesen en Moreels. Van beiden heb ik les gehad en ik heb beiden ontmoet op de eerste Temesias-reunie. De laatste rij v.l.n.r. Nr. 14, de heer Mar- chant, Frans. Klein voor een man, nogal gezet, aardig. Hij kon heel goed Cyrano de Bergerac voordragen. Drie jaar les van hem gehad in 3, 4 en 5 c. Een klasgenoot noem de hem, natuurlijk achter zijn rug "Mar- chant" de légumes et des pommes de terre wat verkort werd tot Pcmmetje. Het paste wel bij de kleine dikkerd. De boekhoudman op de middenrij naast de heer Hartjens is volgens mij de heer De Boer. Hij is in het schooljaar 1930-1931 met evenwichtsstoornis naar Nederland vertrok ken. En nu iets over de heer Gisolf, wis- en natuurkunde, tevens petrograaf. Hij heeft het niet gemakkelijk gehad, als directeur van een middelbare school, die bezocht werd door 850 leerlingen, verdeeld over het filiaal met 250 leerlingen, 1e en 2e klas en de rest op het hoofdgebouw aan de Bilitonstraat. Hij heeft de bezem door de H.B.S. gehaald, wat hard nodig was om aan de zedenver wording, die in de hand gewerkt werd door de zg. bachelorsclub, die door één van de leerlingen was opgericht, paal en perk te stellen. Tenslotte werd aan de oprichter de keus gesteld, de club opheffen, of de H.B.S. verlaten. Hij heeft voor het eerste gekozen. De Temesiasavonden werden bekort tot eenmaal in de maand van 19 uur tot 22 uur. Met zijn horloge in de hand, gaf hij precies om 22 uur het sein, waarop de muziek stopte en wij naar huis konden, morrend en wel. Een kwartier later deden de heer Gisolf, de heer Markus, de amenuensis en enige sekolahs de ronde door de gangen en tuinen, op zoek naar eventuele achterge bleven verliefde paartjes. Het eerste jaar van Gisolf's "bewind" werd er 's nachts regelmatig de ronde gedaan op het terrein van de H.B.S. De heer Gisolf kwam iedere nacht, steeds op een ander tijdstip. In mijn tijd vertrok geen enkel meis je op stel en sprong naar Europa, omdat ze een baby moest krijgen. Wat de tegenstan ders van de heer Gisolf ook mogen bewe ren, ze kunnen niet ontkennen, dat hij de H.B.S. van Bandung weer een goede naam heeft gegeven. Ik mocht hem wel. Toen ik al onderwijzeres was, zocht ik hem nog weieens op de H.B.S. op. De laatste keer dat ik hem ontmoette was bij hem thuis in de Natimaweg. Zijn vrouw was bij hem weg. Ze had de kinderen meegenomen. Wat moet een man alleen met drie kinderen? Zijn gezelschap bestond uit twee tackels, die Jan en Guus heetten, naar zijn zoons. Na zijn directeurschap ambieerde hij een leerstoel aan de Technische Hogeschool in Bandung. Dat was hem niet gegund. Hij is in een Japans Kamp overleden. A. M. Freusberg. Op de foto verder nog: Ir. Degens (Insp. M.O., 1e rij, 4e v.l.) en Hr. Hoesen (aardr., 3e rij, 13e v.l.) - Red. Slot: de strijd in Atjeh) onder jongere vooraanstaande Atjehers, zo dat de Ambassadeur redelijke waarborg aanwezig acht, dat men ook in de toekomst het onderhoud zal verzorgen. Reeds begin 1950 (dus na de souvereini- teitsoverdracht) ontvingen de Gew. Genie chef van Medan en het toenmalige Hoofd van de Legergravendienst alle medewer king van de plaatselijke autoriteiten te K. Radja; er werd een voorschot verstrekt en per brief-telegram machtiging gevraagd aan het Ned. Afwikkelings- Co. te Batavia/ Jakarta. Het antwoord-telegram beval alle gedane toezeggingen te niet te doen. Gaarne vestigen wij nog eens de aandacht op het Peutjutfonds, waarop men via de heer Brendgen te Haarlem (postgiro 11376.185). Het fonds is bestemd voor onderhoud en restauratie van dit befaamde historische Ereveld. 14

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1973 | | pagina 14