DE BAGAN OF BRANDJANG door M. Soetjahjo Deze reportage heeft niet de pretentie een wetenschappelijk of vakkundig ver slag te zijn, maar is gemaakt door een hengelaar, die zoals de zaak vanzelf meebrengt door vissen, die intelligen ter zijn dan hij b.v.), genoeg tijd heeft om het een en ander te observeren, vast te leggen en te verwerken. De BAGAN (Boeginees) of de BRAN DJANG (Jav.) met soms vier stormkings laag boven het water hangend, is de ideale plaats voor onbemiddelde hen gelaars, om 's nachts zijn bootje er aan te meren en zijn aas uit te gooien. Hij profiteert daarmee van de "foto- taxis" (zich naar het licht toe bewegen) van de vissen, ontstaan door het meer dan 1000 lumen sterke licht van de stormkings. De BAGAN zelf is de grootste produ cent van aas voor de hengelaars, voor namelijk ikan terie en tjoemie-tjoemie of noes. In veel gevallen wil de eige naar voor de levering van het aas niet betaald worden. Bij Boeginezen heerst het bijgeloof: als je je voor oempan laat betalen, dan word je gestraft en je vangt niet veel. Helaas zijn er enkele „hengelaars", die van dit bijgeloof misbruik maken en van de ene BAGAN naar de andere varen en kilo's vis thuis te brengen om te verkopen... Of deze dan weer hun gerechte straf krijgen voor dit snood bedrijf, is helaas niet bekend. Wij zul len het hopen. HERKOMST VAN DE BAGAN De vangstmethode met de BAGAN be hoort tot die, welke gebruikmaken van z.g. "liftnets" en deze methode moet afkomstig zijn van de Philippijnen. De Philippijnse "BASNIG" (afgeleid van BAGNETS?) werd uit boten neergela ten en om vissen aan te trekken werd boven het centrum van het vierkante net een licht gehangen. Eerst gebruikte men een fakkel, later petroleumlichten en nog veel later de bekende stormkings, met gasoline en later petroleum onder druk. Deze BAS NIG ontwikkelde zich tot de BINTOL, die vanaf 1921 veel werd gebruikt. Het zijn stellages van bamboe, in de bodem geheid, vierkant van vorm. Bo ven water worden ze langs de zijden versterkt met dwarsbamboes, die met een dienen om er over heen te lopen bij het werken. Het eveneens vierkante net wordt binnen deze omheining neer gelaten. In het centrum van dit vierkant wordt het licht vlak boven het water oppervlak gehangen. In een van de hoeken wordt een "platje" aangebracht van waaruit net en lichten bediend kunnen worden. De BINTOL is waarschijnlijk vóór de oorlog al naar Indonesië overgewaaid, vnl. Sulawesi (Celebes) en de Riouw- Archipel. Tijdens de tweede Wereldoorlog met zijn verduistering, was het verboden, maar na de oorlog heeft het zich uit gebreid over vrijwel alle kusten van Indonesië. Het is thans een lust, vooral met donkere maan de zee van licht te bewonderen langs grote stukken van de Noordkust van Java. Het is op zee meestal lichter dan op het land. BOUW VAN DE BRANDJANG De BINTOL, die door ons overgenomen is, heet hier BAGAN (Boeg.) of BRAN DJANG (Jav.). Het principe is hetzelfde, maar de stellage is hier, zowel boven als onder water versterkt door dwars bamboes en kruislatten, die duidelijk op de foto's zichtbaar zijn. De bam boes worden stevig aan elkaar gebon den door tali "doek" of "indjoek touw gedraaid uit de haren, die zich tussen de bladstelen van de arènpalm (Arenga Pinnata, Merr.) bevinden. Dit soort touw is erg sterk en weerstaat gedurende jaren de invloeden van zee water en zeedieren. Door bovengenoemde versterkingen kan de BAGAN ook op plaatsen ge bouwd worden, waar de stroom sterk is of windkracht 6 bereikt wordt. Het is zeker nodig, hoe langer hoe meer zeewaarts te gaan, want in de ondiepte verdringen zich de BAGANS, waardoor de spoeling dun wordt. Wie zich het verst waagt, krijgt ook de meeste vissen, èn de grootste. Men beweert, dat BAGANS tot een diepte van 14 vaam gebouwd worden (bij laag water.) Nemen we voor het gedeelte boven water met speling voor hoog en laag water nog vier vaam, dan kan het nog een imposant bouwwerk zijn van meer dan dertig meter hoog, hoger dan het Gouvernementskantoor van Soera- baia. In ieder geval heeft schrijver met zijn hengel naast zo'n BAGAN vaak een diepte gepeild van meer dan 12 vadem. Om deze diepte te bereiken worden hoogstens drie stengels bamboe aan elkaar gebonden. Ook worden ze tus sen de geledingen hier en daar van ga ten voorzien, want een holle stok van bij de dertig meter in van 'n wiebelend bootje moeilijk rechtop in het water te krijgen, vanwege de opwaartse druk. Dit is nog gemakkelijk te begrijpen, maar wat een sterke longen moeten degenen hebben, die onderwater de dwarsbamboes moeten binden. Het schijnt, dat de duikers na het werk vaak neusbloedingen krijgen. Er zijn berich ten, dat buiten Java het werk al wordt gedaan met volledige skindiver-uitrus- tingen, hetgeen zeer toe te juichen is. HOE DE BRANDJANG WERKT Hetgeen van een BAGAN te zien is, is dus een bouwsel, dat 10 12 M in het vierkant is. De hoogte van dit gedeelte is zowel op diepe, als ondiepe plaatsen dezelfde (4 tot 6 M). Over het geheel is een wijdmazig platform aangebracht, zo wijdmazig, dat het lopen daarop wel enige oefening vereist. Op een van de kanten van dit "plat form" is een primitieve, maar sterke windas aangebracht. Deze windas is zo vernuftig gebouwd, dat de vier hoe ken van het net tegelijk omhooggetrok ken worden, zodat de bovenrand vrij wel horizontaal boven water komt om een minimum van ontsnapping van de vis te krijgen. De spil van de windas wordt gevormd door een mooi recht over het geheel is een wijdmazig platform aangebracht, zo wijdmazig, dat het lopen daarop wel enige oefening vereist (Foto Dr. Al. Soetjahjo) 16

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1973 | | pagina 16