jt Ned.-lndische zegels uit de oorlogstijd JÉ HEIPÈÜ'YÖNEI strijdende troepen belemmerd wordt, zal het voortdringen der verschillende colonnes zoo moe ten geregeld worden, dat de troepen elkander geen verliezen berokkenen door eigen vuur. Het geschiede dus systematisch van vak tot vak, na zorgvuldige voorbereiding. De infanterieaan- voerders zorgen daarbij hunne troepen goed in de hand te houden. Bij het betrekken der bivouaks in de bewoonde oorden moet aller eerst voor eene behoorlijke com municatie worden gezorgd door zooveel mogelijk de scheidsmu ren op te ruimen". Zooals ik hierboven zeide, had de Ge neraal, alvorens de vijandelijkheden te openen, den 12den September eene laatste sommatie tot den radja van Badoeng gericht. Deze sommatie bleef echter onbeantwoord en weldra ver namen wij dat de radja van Badoeng en van Tabanan tot den krijg hadden besloten; geloovend aan hun goed recht en getrouw aan hun adat, wilden zij met den adel en hun gevolg liever sterven, dan het hoofd in den schoot leggen. Het kwam ons tevens ter oore dat een voorstel, door den vorst van Bangli aan de bovengenoemde radja's gedaan, om hunne gezamenlijke krach ten in zijne bergen te concentreeren, ten einde daar met meer uitzicht op goed gevolg eene voor ons afmattende guerilla te voeren, geen bijval had ge vonden en zoo moest dan het pleit voor de versterkte plaatsen in de vlakte worden beslist. Op den 14 den Sep tember, twee dagen na het verzenden van het ultimatum zoude des morgens de landing der troepen plaats vinden; den 13 den was iedereen derhalve bezig met zijne laatste schikkingen. De Generaal bracht een paar uren door aan boord van de Koningin Wilhelmina, waarop zich de Regeeringscommissa- ris, de heer Liefrinck, bevond. Steeds door zag men stoombarkassen en sloe pen heen en weer trekken en zoowel buiten als binnen de schepen had men het druk, hetgeen o.a. bleek in de "longroom" van de Both, waar aan de lange tafel nog vele werkzaamheden werden verricht. Intusschen kwamen aan boord van ons schip de resident van Bali en Lombok, de heer de Bruyn Kops, de assistent-resident de heer Schwartz, kapitein Schutstal van Wou denberg, die aan den staf was toege voegd en de kunstschilder Nieuwen kamp. Zooals men weet, heeft deze laatste, bekoord door de Balische natuur en kunst, geene moeite ontzien om in Indië op te treden als pionier op artis tiek gebied; hij heeft er daardoor krachtig toe medegewerkt om de aan dacht te vestigen op de veelzijdige schatten, welke voor zoovelen onop gemerkt waren gebleven. Het doel waar hij naar streefde, zette hij op de vol gende wijze in zijn werk "Bali en Lom bok" uiteen: "Wat ik beoog met het maken van dit boek, is de oogen te openen niet alleen van hen die wel in Indië zijn geweest, maar er de wonde- dere schoonheid van natuur en kunst niet wisten te ontdekken en in zich op te nemen, doch ook vooral van dege nen die nooit het geluk hadden Insu- linde te mogen aanschouwen en die desniettemin luide de meening verkon digen: "Indië kan niet mooi zijn met dat eeuwige groen en die altijd brandende zon; daar is voor een kunstenaar niets vandaan te halen". Het is ongetwijfeld een loffelijk streven van den heer Nieuwenkamp, dat hij op het terrein der schilderkunst zulke dwaalbegrippen tracht tegen te gaan en dat streven kan als voorbeeld des te meer aanspraak maken op sympa thie, wijl op zoo menig gebied onver schilligheid jegens Indië, of onkunde ten aanzien ervan, eene afbrekende critiek ten gevolge heeft, die vooral in den mond van Nederlanders pijnlijk treft. Ofschoon de schilder zelf ver klaart dat niet alles wat de ziel door leefde in teekening kan worden ge bracht, heeft hij toch de groote poëzie van het Balische landschap meester lijk weten op te vangen. Dikwijls sla ik "Bali en Lombok" op, om mij door zijne afbeeldingen weer voor den geest te laten brengen wat ik ter plaatse gevoelde. Een zonnig vergezicht over uitgestrekte sawahs, de eenvoudige schets van een landelijke weg, wekken met onweerstaanbare kracht tal van herinneringen op, en lange tijd blijf ik er soms op turen, evenals ik op vele plekken der beide eilanden langen tijd door de heerlijke omgeving geboeid bleef. (slot volgt) V1LMA Jeugdherinneringen uit Jogja f 3,90 0,90 porto. Kent u ze nog? VS "T.. J JXst |||k Ons allereerste "shock"-gevoelens, veroorzaakt door de overrompeling van het moederland op 10 mei 1940, maakten spoedig plaats voor de verheten overtuiging: We MOETEN en KUN NEN wat doen. Deze reproducties die ons het Spitfirefonds in herinnering brengen en de sluitzegel, met de wapens van Nederland, het oude Batavia en Suriname, getuigen van onze toenmalige vastberadenheid. "KOONTJOO-KOONTJOO" Weet U wat een van de slogans is, waarmee men in deze moderne tijd bij voorkeur overstapt op andere ideeën? Deze: "If you can't fight them, join'm!" (Als je ze niet langer bevechten kan, wordt dan maar "koontjoo" van ze!). Het komt enorm veel voor, niet alleen bij kleine en grote individuen maar zelfs bij grote politieke partijen en hele naties en volkeren! Misschien denkt U: maar dat is toch stom? Want zo verzwakt men toch beide partijen? Daar heeft U precies gelijk in- maar dan begrijpt U ook beter dat we zo zoetjes aan één levenloze brei worden. 21

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1973 | | pagina 21