VERBAZING EN NIEUWSGIERIGHEID (Voor N.N.) Contact gezocht Dit zijn de twee gevoelens die mij t.a.v. Tong Tong het diepst en het langdurigst bewegen. Verbazing dat dit blad tot stand is kunnen komen met alles tegen (gewoon téch- nisch al: een onderneming beginnen zonder een cent en zonder een sprankje zakentalent!), en dat het blad nog steeds voortbestaat met nóg meer tegen dan ooit tevoren! Dit verbaast voortdurend. En het andere: Nieuwsgierigheid naar hoe lang het nog zal kunnen duren. En achter deze twee gevoelens zoekt het verstand onop houdelijk het antwoord op de vragen: "Waarom bestaat Tong Tong eigenlijk en waarvoor?" En hoeveel jaren ik met dit onderzoek ook bezig ben en hoe diep ik ook vors, het antwoord weet ik nog steeds niet. Voor practisch alle dingen in de wereld schijnt een oorzaak of een doel te bestaan. Maar zoals met een handvol andere zaken in het leven, inclusief het Leven zelf, is Tong Tong geboren zonder dat erom gevraagd is, zal zekerlijk de Dood het wegnemen zon der dat erom gevraagd is, maar bovendien leeft het van geboorte tot dood zonder dat erom gevraagd is of zonder dat de zin ervan érgens voor gebleken is. (Please geen "heimwee-uitleg!) Het gekke is dat de verdiensten van Tong Tong en Tjalie zó gering zijn, dat die onmogelijk de ontzaglijke last (die Tong Tong toch wel is) konden dragen al die jaren door, vooral omdat het aantal bezwaren, verdenkingen, grieven en veroordelingen van Tjalie en zijn blad (terecht of ver meend) zó groot is, dat elk ander blad al vele malen eerder over de kop gegaan zou zijn.Aangezien ook met zelfs de nabijste vrienden geen regelmatige en openhartige gedach- tenwisseling mogelijk schijnt te zijn (daarvoor is het totaal aan verwijten ooj< té groot en té complex), blijft de klein burgerlijke opinie het zwaarst wegen: het ergste zal wei waar zijn Maar waarom dan is het blad nog steeds niet "hantjoer" en is Tjalie niet "tot perkedèl gebatjokt?" Of heeft hij mense lijk niet al lang de hoop en de moed opgegeven en is ver dwenen in totale onbekendheid? Wel, mijn waarden, misschien is de Tijd nog niet rijp ge noeg. En "alles heeft eenen bestemden tijd" immers? Dus misschien ook voor de dingen die géén zin hebben. Mis- schien ook zijn andere inzichten en waarheden onderweg voor Tong Tong. Sabar dus, sabar. Als iets voorbestemd is om een goede taak te volbrengen, dan zal dat gebeuren ook. Daarom in al Uw onzekerheid en al Uw twijfel, blijf eerlijk en moedig. Eerlijk, omdat dat altijd langer duurt dan U uithouden kunt, moedig omdat dat de hoogste deugd is van alle (omdat U voor alle andere deugden moed nodig hebt om tot het einde vol te houden.) Intussen wordt die laatste bestaansstrijd voor Tong Tong steeds hachelijker, zoals U wel weet. De prijzen en kosten blijven omhoog spiralen en zelfs grote concerns gaan over de kop. U heeft er geen idee van, want Uw lonen (pensioe nen) worden rustig verder opgetrokken, maar wie of wat trekt Tong Tong op? Al een paar malen heeft deze Tjalie von Münchhausen zich aan zijn pruik uit de blubber ge hesen, maar dat grapje blijft niet opgaan! Een aantal succes sievelijke bezuinigingen en inkrimpingen heb ik dus op een rijtje gezet en dat wordt één voor één afgewerkt. Wat komt eerst? Het lijkt op dat kinderspelletje uit onze jeugd, waarbij één 'm wordt en alle anderen op een rij achter hem staan en allemaal tegelijk die ene besluipen. Maar opgepast als je lopend gezien wordt, val je uit, zodat alleen de pienterste vooruitsluipers je steeds dichter naderen. Herinner je je nog als kind hoe telkens als je omkeek, er tóch weer kinde ren waren die weer vooruit gekomen waren? Eén zou je beslist tikken en dan had je verloren, hoe bliksemsnel je ook naar alle kanten tegelijk probeerde te kijken! Zo naderen drukkosten, portikosten, kantoorkosten, salaris stijgingen, afschrijvende abonnees en je eigen ziekten en normale "ouderdoms-slijtage" je telkens weer een paar stappen dichter. Ja, en ook kwaadwillende personen of groepen. Verduiveld spannend! Ja, het leven is een spel, zelfs al gaat het om je leven. Keep cheering, boys! Dan moet ik nog mijn verbazing uitspreken over iets anders: dat voortdurend brieven en briefjes, gesigneerd of onge signeerd, over de post of in de brievenbus komen van onge veer de volgende inhoud (neem de laatste uit een kleine plaats in Indonesië): Ik bewonder U en Uw trouwe helpster. Ik bewonder U om uw werk, moed, geduld, doorzet tingsvermogen, enthousiasme en liefde voor dit land Terug in het leven Mijn vriend R., van wiens hand vele simpele (maar zuivere) verhaaltjes in Tong Tong verschenen, is onlangs uit een zeker schijnende dood tot het Le ven teruggekeerd. Aan een ziekelijke vrouw gekluisterd die al zijn zorgen opeiste, leefde hij teruggetrokken en vergeten in een klein achteraf huisje, op ons welbekende wijze: "toenggoe mati". Af en toe kreeg het echtpaar bezoek van de enige zoon, wiens be staan echter ook niet opwekkend vro lijk was. Want de vrouw was hartpa tiënte en de zoon was ook niet be paald sterk te noemen. Ach, kassian die kleintjes. Welke toekomst gingen zij tegemoet? Toen stierf eerst de vrouw van R. en leefde hij nog stiller en eenzamer. Toen stierf de zoon plotseling. Met R. zelf zou het nu ook wel gauw gedaan zijn. En dan was er nog het gezin van de zieke weduwe met die twee kindertjes. Wie zou voor ze zorgen als ook de vrouw zou sterven? Wie dacht NU al om ze? Toen wist R. dat hij dat zou moeten doen. Zo ziek en zo moe als hij was, klauterde hij toch maar telkens weer op de bus om zijn tjoetjoeks op te zoeken en zijn schoondochter moed in te spreken. En omdat je dat natuurlijk niet kon doen met een gezicht als de dood van pierlala, dwong hij zich tot opgeruimdheid en vrolijkheid. Eerst langzaam en met moeite, later steeds gemakkelijker en spontaner. In deze periode zag ik R. na jaren weer terug. En hij was zó veranderd, dat ik hem gewoonweg niet herkende. Op geruimd, vitaal en dynamisch, pope lend van arbeidslust was hij a.h.w. dertig jaren in zijn leven teruggespron gen. En het enige wat hij zei, toen ik hem vroeg hoe hij dat had kunnen tot stand brengen zonder enige hulp van buitenaf, was: "Ik móest toch wel, Tja lie. Wie moest anders zorgen voor mijn tjoetjoeks? Hoe oud U ook bent, lezer, Uw nage slacht verwacht nog steeds van U dat U Uw zedelijke plicht jegens Uw mede mens doet. Dan leeft U voort! Wie kent of kende oud-administrateur Jansen van een koffieonderneming in het Malangse, omstreeks 1949? Graag inlichtingen of tips aan fam. A. Hilling, Geertshof 9, Breda, Telefoon 01600-3 50 80. 4

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1973 | | pagina 4