Was er een rassenkwestie tijdens de O.l. Compagnie? door Dr. H. J. de Graaf Een lepel jam op brood gesmeerd is heerlijk, terwijl een pot vol walgelijk zou wezen. J. H. Oldham, Christianity and the Race Problem. Toen ik dit boek, dat bijna een halve eeuw geleden door de Student Christian Movement werd uitgegeven, tijdens de Kerstdagen herlas, viel mij een mede deling op, die mij tot dusver ontgaan was, n.l. dat "tot de dagen der Franse Revolutie er in welk land of in welke tijd ook zéér weinig duidelijk rasbewustzijn bestaan heeft". Oldham ontleende dit citaat aan een boek van Lord Bryce, Race Sentiment as a Factor in History. Inderdaad hebben de verschillend ge kleurde en geaarde volkeren het eer tijds vaak met elkaar aan de stok ge had, doch steeds om vele andere zaken dan ras; machtsbegeerte, hebzucht en helaas ook religie. Mogelijk is het ras bewustzijn juist door de gedachten der Franse Revolutie versterkt, die de een en ondeelbare nationale staat propa geerde, alle burgers gelijk achtte en ethnische minderheden negeerde of on derdrukte. Zo waren de Joden bij ons vóór 1795 een aparte "natie", daarna werden ze geëmancipeerd. Frankrijk, de "République une et indivisible" streeft er hardnekkig naar om zijn Vlaamse, Duitse, Bretonse, Baskische en Italiaan se minderheden in de "Grande nation" te doen opgaan, terwijl in de U.S.A. alle kinderen van welke bonte afkomst ook, worden opgevoed, om 100% Amerika nen te worden. Dat lukt lang niet altijd, de "melting pot" blijft een illusie, zodat de Ku Klux Clan slechts hen als echte Amerikanen beschouwt, die geen ne ger, Indiaan, R.K. of Jood zijn. De grote schrijvers over de rassen kunde zijn dan ook allen pas van na 1800 en het zijn lang niet allen Duit sers, die daarover de pen gevoerd heb ben, integendeel. Men denke aan de Fransman de Gobinau, terwijl de grote Duitse voorvechter Houston Chamber lain een verre naneef moet zijn van de Engelse Chamberlains. Doch dit was alles na onze Oost-In dische Compagnie, die juist in het jaar 1800 te gronde ging en daarvóór over allerlei volken van velerlei kleur, ge loof en taal het bewind voerde. Hoe behandelde zij al die naties, hoe was hun onderlinge verhouding? Mijn aan dacht werd op dit probleem gevestigd, toen ik op de jongste tentoonstelling van Nederlandse schilders en teke naars in Indië een merkwaardige teke ning zag, die de optocht van een drie tal Javaanse bruidegoms te paard, in adatkledij voorstelde, (zie onderaan de pagina) Deze feestelijke stoet wordt gadege slagen door een dichte drom nieuws gierige nontonners, die zeer duidelijk uit allerlei ras bestaat. Wij zien o.a. een bejaarde Chinees, kenbaar aan zijn schoeisel, nog in ouderwetse dracht, dus in een soort kimono. Links staat een Inlandse vrouw met slendang. Rechts, achter een Inlandse knaap een Hollandse jongen, wiens lange haar (net als nu) onder zijn hoed uitgolft. Achter dit stel een Hollands echtpaar, naar de laatste mode (Lodewijk XIV) gekapt. Wellicht is daarom deze teke ning omstreeks het jaar 1680 te stellen. In elk geval, alle afgebeelden amuse ren zich en staan op een hoop door elkaar heen. Er is geen sprake van "apartheid", integendeel, een gemeen schappelijke geest van opgewekte nieuwsgierigheid bezielt allen. Ik geloof dat de tekenaar uit de 2e helft der 17e eeuw met dit kunstwerk de realiteit goed getroffen heeft. De ene volksgroep mocht zich voortreffe lijker dan de andere achten, er moch ten tussen de verschillende volksdelen allerlei kwesties bestaan, echte, blij vende rassenhaat bestond er weinig en als er een aardigheidje was, waarin iedereen plezier had, deden allen ge zamenlijk mee. De Hollander was n.l. even zeer op pret gesteld als de In heemse op ramé-ramé. Zo was het tot 1941 toe. Men denke slechts aan de gezellige Nieuwjaarsdrukte in Batavia, waarvan iedereen genoot, of aan de leuke Oranjefeesten aan het slot der 30-er jaren. Uit de tijd der Compagnie herinner ik aan het feest omstreeks Kerstmis 1678, toen te Batavia de blijde tijding kwam, dat de grote rebel rd. Truna Djaja in Kediri verslagen was, een overwinning die een dubbeltje op zijn kant was ge weest, of de bruiloft der dochter van 8

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1973 | | pagina 8