Inkoop
Verkoop
Bodes en Bode
de G. G. Mossel in 1757, toen ook
iedereen mee deed en pret had, van
hoog tot laag, Inlanders, Chinezen en
Europeanen.
Uiteraard weten wij weinig van de
dagelijkse omgang tussen Jan, Piet en
Klaas met Ahmad, Krama en Slamet,
doch dat er beslist geen blijvende ge
spannen verhouding tussen de volks
delen bestond, vooral niet in de latere
tijd, staat vast. De voorzorgsmaatre
gelen, in de oude tijd getroffen, b.v. de
redoute het Middelpunt, die de voor
naamste straten met zijn vuur bestreek
hebben nooit dienst hoeven te doen.
De deftige Batavianen zien er op den
duur gans niet tegen op, om zich in
de vroeger zo gevaarlijke Ommelanden
te vestigen. Zelfs van slavenopstanden
is geen sprake, zoals er wel in de West
voorkwamen. Wanneer in de laatste
dagen der Compagnie de nood aan de
man komt door de Engelse bedreiging,
betuigen de "orang Betawi" spontaan
hun trouw aan de "Koempeni", voor
wie ze zelfs willen sterven!
Vrij veel weten we van de omgang der
voorname Inheemsen met de Heren der
Compagnie. De aanzienlijken, Vorsten,
Regenten en Volkshoofden verstonden
uitmuntend de kunst om met de hoge
Heren uit Batavia om te gaan. Dezen
pasten zich ook ten dele aan bij het
plechtige Oosterse ceremonieel.
Cpmpagnies gezanten, die de Mata-
ramse kratons bezochten, werden daar
niet alleen uiterst beleefd ontvangen,
doch ook in hun vrije uren op allerlei
wijzen vermaakt.
Er werd gedanst, er werden voorstel
lingen gegeven, op de aloen-aloen, er
hadden steekspelen plaats (senènan),
dieren vochten met elkander b.v. een
tijger met een banteng. Zelfs moesten
soms misdadigers met een stompe kris
tegen een tijger optreden, welk
schouwspel de Javanen geweldig von
den, doch dat minder in de smaak der
Nederlanders viel.
Omgekeerd werden ook Javaanse ge
zanten in Batavia luisterrijk ontvangen
en behoorlijk gehuisvest, terwijl de
kapitein Melajoe voor de verstrooiing
zorgde. Men zou over al deze schouw
spelen een boek kunnen vullen.
Toen in 1717 de Hollandse gezant Go-
bius naar Matararti werd gezonden, ten
einde de Javaanse-Nederlandse ver
houdingen wat minder gespannen te
maken, had hij, onaangekondigd, zijn
vrouw meegebracht. De eerste Europe
se, die de Kraton zou bezoeken! De Ja
vanen, hierop niet voorbereid, raakten
in enige verwarring, maar tenslotte
kwam alles toch op zijn pootjes terecht
nadat een speciale commissie uit hoge
Javaanse prinsessen belast werd met
de ontvangst van .juffrouw" (mevrouw
was enkel voor de gemalin van de G.G.
bestemd) Gobius. Het is ten slotte toch
op niets uitgelopen, want kort daarop
brak de 2e Javaanse successie-oorlog
of de Soerabaja-oorlog uit, die drie
jaar lang Java teisterde, doch de we
derzijdse bedoelingen waren voortref
felijk en toonden duidelijk aan, dat men
wederzijds eikaars gevoeligheden
poogde te ontzien.
De merkwaardigste verbroedering tus
sen blank en bruin viel tijdens het
bezoek van de Rijksbestuurder Danoe-
redja aan Semarang in 1727. Deze heer
had zich een grote macht aangematigd,
en wel zó groot, dat het somtijds
zelfs de Soesoehoenan te drukkend
werd. Tijdens zijn bezoek hadden da
genlange besprekingen plaats. Op za
terdag 13 sept. stelde de Javaan aan
het Nederlandse opperhoofd Ter Smit
ten voor "om aan de gehele wereld
te doen zien, hoe zeer hij de Neder
lander estimeerde en vertrouwde," n.l.
door de nacht samen te slapen, en wel
zonder de aanwezigheid van gevolg,
uitgezonderd een 5 of 6 jonge diena
ren. Dit is toen ook gebeurd, "tot ver
baasdheid van een ieder", maar veel
geslapen is er niet. Want in die nacht
van zaterdag op zondag was vooral de
rijksbestuurder bijkans aan één stuk
aan het woord (Hoe komt men toch
aan de uitdrukking: de zwijgzame Oos
terling? Ik heb er nooit iets van ge
merkt). De hoogbejaarde Danoeredja
trachtte n.l. in die nachtelijke uren Ter
Smitten er van te overtuigen, dat hij
een eerlijk man, een getrouw dienaar
van zijn Vorst en een groot vriend der
Edele Compagnie was! Doch tijdens
die lange nachtelijke uren, kwam nu en
dan toch wel iets "opborrelen", waar
uit de resident de conclusie trok, dat
Danoeredja's "hert anders gesteld was
dan zijn tong". Het is ten slotte slecht
met deze rijksbestuurder afgelopen.
Hij werd afgezet en naar Ceylon ver
bannen; "di-sélan" zeggen de Javanen.
Wij geven hoge prijzen
voor oude Ind. sieraden
en kunstvoorwerpen.
Dennen- Nieuwe
weg 50 Spiegelstr. 30
Den Haag Amsterdam
Telefoon Telefoon
070-64 99 50 020-23 13 10
Zo bleef ten minste zijn leven ge
spaard; doch verbanning is voor Ja
vanen erger dan de dood.
Doch stel U eens voor: de leider der
Black-Panther-beweging samen in één
ledikant met president Nixon! Eenvou
dig onmogelijk! Doch destijds vond
men het op Java wel vreemd, maar
toch nuttig. Anders had de Neder
landse resident er wel wat op gevon
den. Hij zal zeker die zondagmorgen
wel doodop zijn geweest, na al die
bedsermoenen.
Dit neemt niet weg, dat men elkaar
zeer goed doorzag, de Nederlanders
de Javanen en de Javanen de Neder
landers, doch van échte rassenhaat
blijkt niets.
Van september 1678 tot jan. 1679 on
dernamen de Nederlanders onder „ad
miraal" Anthonie Hurdt een expeditie
tegen de grote rebel in „het harte van
Java", radèn Troenadjaja. Dit gebeurde
in gezelschap van een zeer groot Ja
vaans leger. Beide partijen waren een
viertal maanden volkomen op elkander
aangewezen en ontmoetten elkander
dagelijks. Van tijd tot tijd was men het
hevig met elkaar oneens en vielen er
harde woorden, b.v. over de weder
zijdse prestaties, over het amoureus
gedrag van de Soenan en dgl. meer.
In het tamelijk uitvoerig verslag van
de Nederlandse secretaris Briel kunnen
we zien, hoe het Nederlandse oordeel
over de "Inlanders" luidde.
Dit was volstrekt niet eenzijdig afkeu
rend, integendeel. Briel onderscheidde
scherp goede èn slechte Javanen, flin
ke kerels en lafbekken. Tumenggung
Djajalelana vond hij een held, en deze
is ook het volgende jaar dapper strij
dend tegen de Makassaren gesneu
veld. Tumenggung Soerabata daaren
tegen achtte hij een grote praatjes
maker en lafaard. Men had ernstige
bezwaren tegen het optreden van de
Soesoehoenan, die met groot gevolg
mee opreisde, doch luisterde wél naar
zijn adviezen en volgde ze meestal op,
en met goed succes, want de Soenan
wist uiteraard meer van Java af dan
Hurdt, de oud-gouverneur van Ambon.
Dit neemt niet weg, dat een Neder
lander, door de Javanen hoger werd
getaxeerd dan een inheemse. Hij was
groter en sterker, ofschoon lang niet
volmaakt. Zij waren dienaren der op
permachtige Koempenie. Men verge
leek hen met reuzen, raksjasa's, dus
lieden met grote lichaamskracht, ruw,
soms dronken, luid schreeuwend, maar
bijwijlen erg nuttig, vooral als vrienden
en helpers van het Mataramse vorsten
huis.
Omgekeerd ontbrak ook volkomen bij
de Belanda's die blinde bewondering
voor alles wat maar inlands was, het
geen sommige vertegenwoordigers der
oude "Ethische Richting" zo onuit
staanbaar maakte.
Aan het Javaanse hof werden de Ne
derlanders soms als een soort van
"Uebermenschen" behandeld Misdroe-
(lees verder pagina 10)
9