donkerbruine bikini, met een enorme beha en een broek met pijpjes, deinend naar voren. En daarachter de clown van het gezelschap. Hij had een lege fles in z'n handen, die hij op de ce menten vloer aan stukken sloeg en toen nog wat nabewerkte met een hamer. Als één man, rees het publiek overeind, om toch maar niets van dit smaakvolle openingsnummer te missen, want het was wel duidelijk, dat die meid er met haar blote voeten in zou gaan trappen. En inderdaad, nadat het nummer door de clown was aangekon digd, maakte ze zich gereed, om er door heen te rollen. Knép I I zei het bandje van haar beha en verschrikt sprong ze overeind, om op een hol letje achter de scheidingsmuur te ver dwijnen. "Ha, ha, ha!" lachte de me nigte, "hoe het verder ook mag gaan, deze avond is in ieder geval al ge slaagd." Alleen een paar vrouwen schudden bedenkelijk het hoofd. Maar de "delegado", de politiechef, die voor de gelegenheid z'n beste khaki-uniform had aangetrokken, lachte het hardst van allemaal, dus schending van de eerbaarheid zou het wel niet zijn. Even later kwam die meid weer terug, nu in een hemelsblauw badpak. Met donderend applaus werd ze begroet. Ze rolde zich snel een paar maal door het gebroken glas, waarna ze opstond en het nummer ten einde was. De clown trok de paar stukjes glas uit haar rug en toen verdween ze weer. Een kort, dik vrouwtje kwam nu naar binnen (die van het entreegeld), veegde het glas weg, zette een houten kist neer, waar overheen ze een plankje legde en het volgende nummer kon beginnen. Het was een soort komische samenspraak voor één dame en één heer. Samen zaten ze op dat plankje en telkens, als de vrouw opstond, viel die clown achterover op z'n derrière. De vrouw verdween en de clown kon digde een "Mexicaanse dans" aan. Er werd weer een Forroplaat opgezet en dezelfde artieste van zoéven kwam huppelend en op de maat van de mu ziek aangedanst. Aan het blauwe bad pak was nu een kort rokje toegevoegd, terwijl het Mexicaanse 'm waarschijnlijk alleen in de titel zat. Terwijl ze rond danste, keek ze verlangend de "salao" rond, of ze m'n voorman niet zag, want die had haar die middag al voor zich ingepalmd. Toen ze hem zag, glimlach te ze liefelijk en verdeelde die blik daarna over de rest van de aanwezigen. Haar succes onder die ruwe kerels van m'n hakploeg, waarvan sommigen net maandenlang in het bos hadden gezeten, was dan ook groot. Toen ze verdwenen was, was het nog even roezemoezig, maar toen kwam de clown weer en die verzocht om uiterste stilte, want hij ging een trapezenum mer doen. Aan de nokbalk hingen een paar dikke touwen, die hij loswond. Hij ging er eens aan hangen, keek wat mis prijzend naar de cementen vloer en toen begon hij. Het hele dak schudde en kraakte on der het geweld, maar stortte gelukkig niet in. Wat me overigens niets ver wonderd zou hebben. Het dak was zo laag, dat, wanneer hij zich onderste boven rondslingerde, z'n gezicht nog net niet over die ruwe cementen vloer heen schuurde. Maar het scheelde waarachtig niet veel. Daarna kwamen er weer samenspraken en grappen, die nogal aan de flauwe kant waren. En een keer een lied, waar in het Braziliaanse woord voor "ach terste" moest rijmen, maar dat weer telkens net door iets anders werd vervangen. Iets wat helemaal niet rijm de natuurlijk. Grote hilariteit. Ook het messenwerpen was een groot succes. Een van die dames ging tegen een plank staan, waarna de clown een serie messen langs haar heen liet flit sen, die nog een tijdje in de plank ble ven natrillen. Muisstil was het. Eén vent vond, dat die messen nogal veraf ge gooid werden, maar niemand reageer de. Tenslotte was het "espectaculo" dan toch afgelopen. Een daverend applaus en toen ging de zijdeur naar de bar open. Er werd weer een Forroplaat opgezet en een stuk of wat paren dansten met slepende voeten, zoals dat hoort in het Amazonegebied, door de petroleumlampen spaarzaam ver lichte "salao" heen. Ik keek het een poosje aan en zocht toen mijn hangmat maar op. Mijn voor man zag ik allang niet meer. Die zou wel ergens met die meid van het circus een zacht plekje opgezocht hebben. Later bleek, dat die artieste zó weg van 'm was, dat ze het circus voor 'm wilde verlaten om met 'm mee het bos in te trekken, en daar voor 'm te zorgen. Maar dat was toch ook hem een beetje te gortig en hij zei gauw, dat z'n "chef" (ik dus) dat niet hebben wilde. Toen ik haar de volgende ochtend te genkwam en, me van geen kwaad be wust, goedendag wilde zeggen, keek ze me aan of ze me levend wilde ver scheuren. Die middag zaten ze daar. In de bloed hete zon, met z'n vijven, langs de kant van de weg - hun hele hebben en houwen in een paar kisten gestouwd - te wachten tot er misschien een vracht auto langs kwam, die het gezelschap mee zou willen nemen. Doodmoe en volledig doorweekt van het zweet, zit ik in m'n hangmat nog na te hijgen van een lange tocht door het oerwoudIk ben gevallen en m'n knie is geschaafd. Op m'n rug heeft een wesp gestoken en in m'n broekspijpen kruipen mieren. Het is heet, bloedheet. Muskieten zoemen om m'n hoofd en in m'n soppende schoe nen zitten grove zandkorrels, omdat ik een beekje moest doorwaden. Ik besluit een bad te nemen. De beek, verzamelplaats van duizenden en nog- eens duizenden insekten, is vlakbij. Zacht murmelt het water langs m'n voe ten. Met een blikje gooi ik het over me heen. Daarna ga ik terug voor het avondeten. Ik weet al precies, wat het zal zijn, n.l. hetzelfde als altijd, wanneer je in de "mato" werkt: Rijst met brui ne bonen, macaroni en gedroogd vlees, dat in water wordt gekookt. Ik heb eens tijdens een vakantie, een voet tocht gemaakt langs Oostenrijkse Al penhutten, die als primitief bekend stonden. Het lijken me nu haast de meest verfijnde oorden van beschaving en luxe. Een bed, dat klaar stond, ski wasser of bier, zoveel je wilde, een tafel en stoelen, om op te zitten, enz, enz. En hier? Een opengekapte plek met wat palen, die in de vorm van een rechthoek overeind staan en daar over heen een afdak van palmbladeren. In een hoek is de "keuken", d.w.z. twee stokken, waaraan een pot met rijst en een koffieketeltje hangen, met daaron der een houtvuurtje. Langs de kant liggen zakken met etens waar en een stapel voorgehakt hout. Er staat ook nog een geweer, om af toe eens wat afwisseling in het menu te brengen, maar meestal eten we ge woon elke dag "xorque", dat is ge droogd en gezouten vlees, dat de hele dag buiten in de zon ligt, omgeven door zwermen vliegen. "Binnen" hangen reistassen, hangmat ten en natte kleren, met als achter grond, het gebladerte van het eeuwig groene woud. "E'uma vida triste no mato", zeggen de Brazilianen, ('t Is een droevig leven in het bos) en ik begin ze te geloven, vooral, als op een ochtend blijkt, dat de mieren m'n sokken en schoenen half hebben opgevreten, m'n hangmat is veranderd in een natte dweil, omdat het dak lekte tijdens een regenbui en tenslotte, als de kok hevige malaria blijkt te hebben en onmiddellijk wegge bracht moet worden. Het dichtstbijzijn de basiskamp is acht km. ver en er zou vandaag juist een auto naar de stad gaan om levensmiddelen te halen, wist ik. We moesten ons dus haasten, om die niet te missen, dan kon de kok daar nog wel mee. Nu kon je pas goed zien, hoe ongelooflijk sterk en taai die "ca- boclos" hier zijn (vermenging van blanken en Indianen). Ze hakken een boompje om, deden de takken eraf en bonden toen die knaap z'n hangmat eraan. Op hun schouders, elk kwartier wisselend, droegen ze hem bijna in looppas, de volle acht km, zonder te rusten. Met niets in m'n handen, had ik zelfs nog moeite, ze bij te houden. Gelukkig was de auto er nog, toen we daar aankwamen. Vanavond reeds, of anders toch morgenochtend, zou de kok in goede handen zijn. We sloegen nog wat levensmiddelen in uit de "can- tina" en keerden terug. slot volgt) 19

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1973 | | pagina 19